Dit weekend wordt de grote prijs Formule 1 van Frankrijk gereden. Alpine maakt van die gelegenheid gebruik om een prototype te tonen van een 100% elektrische A110, die E-Ternité gedoopt wordt. Die naam doelt op een uitspraak die Luca de Meo kort na zijn komst bij Renault Group deed: “Ik wil Alpine elektrificeren om het eeuwig te laten meegaan". Een aparte ‘e’ dus, voor het Franse ‘éternité’ of eewigheid.
Studiemodel
Volgens Alpine is de A110 E-Ternité een ‘one-off’ rijdend laboratiorium om de elektrische toekomst van het merk te verkennen. Vanaf 2025 moeten er immers modellen met elektromotoren uit de fabriek van het merk in het Franse Dieppe rollen.
Onder de motorkap zit een 243 pk/300 Nm sterke elektromotor. Minder vermogen dan in de benzine-A110 dus, maar dankzij het instant koppel is de sprinttijd van 0-100 km/u nagenoeg identiek (4,5 seconden). Alpine maakt gebruik van een versnellingsbak met dubbele koppeling en twee verhoudingen om enerzijds de sprinttijden korter te houden, de topsnelheid te verhogen (250 km/u) en het rijbereik te maximaliseren (420 km WLTP).
De 12 modules van het batterijpakket met een capaciteit van 62 kWh zijn afkomstig uit de Mégane E-Tech electric, maar omwille van de gewichtsverdeling werd een specifieke structurele behuizing voor gemaakt, met vier modules vooraan en 8 achteraan. De batterijen zelf wegen alles samen 392 kg, maar het meergewicht ten opzichte van de A110 met verbrandingsmotor blijft beperkt tot 258 kg.
A110 ‘cabrio’ en een versie met koetswerk uit linnen
Alpine noemt de E-Ternité een cabrio, maar het ziet er eerder uit als een auto met een openend panoramisch dak. De achterruit en de dakbogen blijven immers staan, om de koetswerkstijfheid van de A110 niet te verzwakken. De twee uitneembare dakschalen zijn gemaakt met gerecycleerde koolstofvezel.
Maar Alpine maakte ook nog een tweede exemplaar van de elektrische A110, waarbij koetswerkpanelen gemaakt worden uit vlas, dat in de buurt van de fabriek in Dieppe geteeld wordt. Het ziet in het natuurlijke product een duurzaam alternatief voor de productie van koetswerkpanelen, die bovendien in dezelfde mallen gemaakt kunnen worden als andere composietmaterialen.