1963: Ferrari verkeert in topvorm en domineert de autosport met zijn wilde 250 GTO. De concurrentie doet wat ze kan om een antwoord te vinden. In de VS ontwikkelt ene Carroll Shelby een AC Cobra die zijn gif spuwt via een roffelende V8 van Ford.
Bij Jaguar kiest men voor een meer fijnzinnige aanpak: de E-Type wordt lichter en verfijnder gemaakt. Het resultaat is de Lightweight, een meesterwerkje waarvan er slechts 12 zijn gemaakt. Het merk, dat zich goed bewust is van zijn erfgoed, heeft in 2014 trouwens 6 nieuwe E-Types Lightweight gebouwd die op alle vlak identiek waren aan het origineel.
De Britse E-Typespecialist Eagle heeft voor een andere aanpak gekozen met zijn versie van de Lightweight GT. Het gaat hier niet om een reproductie maar meer om een modern eerbetoon. De bolide is dus ingrijpend geëvolueerd en meer gericht op de openbare weg dan op het circuit. Zijn zescilinder is uitgeboord tot 4,7 liter en ontwikkelt dankzij 3 genereuze Weber-carburatoren 380 pk, wat 80 pk meer is dan oorspronkelijk.
De ophanging, de remmen, de uitlaatlijn: voor al die onderdelen zijn de edelste materialen gekozen. Zelfs het nochtans bloedmooie kleed van zijn voorvader is herwerkt om moderner te ogen. Zo is de voorruit ronder en zijn de uitlaatmonden gescheiden.
Een beetje zoals Singer doet met Porsche-modellen verfijnt Eagle de details tot in het extreme en wordt het gewicht zo veel mogelijk beperkt. De Eagle Lightweight GT gooit daarom maar iets meer dan een ton in de weegschaal.