20201001085033peugeotzs.jpg

Het salon van Parijs in 1972. De autosector kampte met een gigantische oliecrisis. Om te overleven moesten constructeurs zichzelf heruitvinden en inzetten op spaarzame modellen. Peugeot zette de bocht op een heel radicale manier in met de 104, de kleinste berline van dat moment met zijn vijf deuren binnen een koetswerk van 3,58 meter lang. Een jaar later haalde het model nog harder uit met de coupé, een driedeursversie die nog was ingekort tot 3,3 meter. Die laatste vormde de basis voor een pikantere afgeleide.

20201001084955peugeotzs.jpg

Om de verkoop aan te trekken onthulde Peugeot in 1976 de sportieve ZS. Dat was een merkwaardige beslissing voor een merk dat tot dan vooral ernstige auto’s bouwde voor ernstige mensen… De aanpassingen waren beperkt maar volstonden om sportievelingen te prikkelen: de motor werd uitgeboord tot 1,1 liter, het vermogen steeg tot 66 pk en de auto kreeg een iets sportievere uitstraling, zowel aan de buiten- als aan de binnenkant.

ZS2, zeldzame parel

20201001085034peugeotzs.jpg

Voor een echt sportief temperament was het wachten tot 1979 en de ZS2. Die laatste was een beperkte reeks (1.000 exemplaren) die moest dienen voor de homologatie van een raceversie, de 104 ZS voor de Groep 2. Naast de onvermijdelijke oorlogskleuren (die gelukkig niet al te extreem waren) werd vooral de mechaniek een stuk krachtiger: deze keer werd de motor bijna 1,4 liter groot en ontwikkelde hij 93 pk. Deze bruisende kleine sportieveling haalde 170 km/u, een waanzinnige snelheid voor zo’n klein karretje.

Evoluties

Een jaar later kreeg ook de ZS deze motor, maar dan tot 72 pk afgezwakt. Hij oogde ook wat sportiever en in 1983 kwam dan eindelijk de langverwachte vijfversnellingsbak. Datzelfde jaar introduceerde Peugeot nog een 80 pk-versie van de ZS. Dat was een soort afzwaaimodel, want de 205 werd onthuld in 1984. De ZS zette zijn loopbaan wel nog even verder en verdween uiteindelijk discreet in 1986.