MINI
Dit is waarom de Mini Countryman SUV zo gegroeid is met zijn nieuwe generatie: er moest plaats gemaakt worden voor een klein broertje. Dit is de Mini Aceman, een volledig elektrische crossover.
De Triumph Herald ken je misschien. Het ontwerp van Michelotti dat vier personen kan meenemen maar waarvan de viercilinder de prestaties ernstig beperkt. Maar ken je de Vitesse? De sportieve variant neemt dezelfde kenmerken over (op een agressievere grille met vier koplampen na) maar ruilt vooral de bescheiden viercilinder in voor een ambitieuzere zescilinder!
In het kort
De carrière van de Vitesse liep van 1962 tot 1971 en bestond uit drie versies. De allereerste, deVitesse 6, kreeg een microscopische zescilinder onder de kap: 1,6 liter cilinderinhoud! Deze zes-in-lijn had 70 pk en kreeg de Vitesse 6 tot iets meer dan 130 km/u. Daarna kreeg de motor nieuwe carburatoren, waardoor het vermogen met een tiental pk toenam, en de topsnelheid meer dan 140 km/ u bedroeg.
Met 400 cc meer
Maar in 1966 begon het pas echt: Triumph ruilde de kleine 1.6 in voor de motor uit de GT6. Het ging nog steeds om hetzelfde blok, met nog steeds een zes-in-lijn, maar de cilinderinhoud van 2 liter zorgde voor 95 pk. De prestaties waren merkelijk beter (160 km/u), maar het extra vermogen legde wel de limieten van de achteras bloot…
De ultieme evolutie
Eind 1968 nam Triumph zijn Vitesse onder handen. Buiten enkele cosmetische wijzigingen vond de grootste verandering onder de motorkap plaats. Er kwam zo’n 10 pk bij en de achteras werd volledig aangepast. De prestaties gingen erop vooruit, maar vooral het weggedrag werd stabieler. Desondanks was dat niet erg efficiënt.
Hoeveel?
Je zal geduld nodig hebben: de Vitesse is een zeldzame auto. Er bestonden twee koetswerkversies: een cabrio en een coupé. Welke versie kiezen? Ze hebben allemaal hun charmes. De authentieke charme van de Vitesse 6 of de efficiëntie van de Vitesse Mk2: iedereen vindt zijn zin wel. Je vindt er ook een voor alle budgetten: van € 6.000 voor een coupé met werk aan tot € 15.000 voor een mooie Mk2 cabriolet. Goed om weten: er is een ruim aanbod op de Engelse markt, maar de homologatie in België is geen kinderspel…
Achter het stuur
De Vitesse is een bijzonder aangename auto. De zescilinder maakt een elegant en suggestief geluid (zeker met een uitlaatlijn uit inox), maar laat je niet meeslepen: het is zeker geen sportwagen. Daar doet de achteras je snel genoeg aan herinneren! Maar het interieur, de mechaniek en de kleine chromen details die een auto uit de jaren 60 zijn charme geven, weten je snel te verleiden. De Vitesse 6 (1.6) komt wat longinhoud te kort, maar de laatste Mk2’s kunnen perfect mee met het huidige verkeer.
Onderhoud
Zo eenvoudig als het kan: alle mechanische onderdelen van de Triumph zijn makkelijk toegankelijk. Beter nog: het merendeel van de onderdelen is nog beschikbaar (vooral voor de tweeliter) tegen zeer betaalbare prijzen. Er zijn ook genoeg specialisten in Engelse auto’s te vinden. Niets dan voordelen dus? Niet helemaal, want de onderdelen die opnieuw worden gemaakt, zijn niet altijd van goede kwaliteit, het koetswerk houdt van roest (gelukkig gaat het om een afzonderlijk onderstel), en de transmissie is niet de stevigste. Vooral niet bij de tweeliter.
Schrik niet als je wat olie op je garagevloer vindt. Dat betekent gewoon dat er nog olie in de motor zit. Die is eerder stevig (vooral de tweeliter) maar op de krukas kan wat speling ontstaan. Kijk het oliepeil zeker na, en vervang de olie elk jaar. Rij voorzichtig, en dan komt het goed… tot het elektrische circuit moeilijk doet.
