SUV’s voor het gezin

De tijd waarin SUV’s nog een minderheid waren en zich enkele excentrieke kenmerken konden veroorloven, ligt achter ons. Denk bijvoorbeeld aan het reservewiel dat als een rugzak op de kofferklep gedragen werd of een heel atypisch koetswerkdesign. SUV’s zijn zowat het laatste groeisegment op het Oude Continent en moeten vandaag vooral volume halen. Niets beter dus dan in de pas te lopen, een gladde stijl te kiezen en de kaart van de veelzijdigheid te trekken om gezinnen te verleiden.

Langere wielbasis

Onze twee concurrenten werden ontworpen om meer interieurruimte te bieden. Dat is het geval bij de Kuga (+ 8 cm), die 4,52 meter lang is. Maar vooral bij de RAV4, die 20 cm langer werd en één van de grootste auto’s van het segment is met zijn lengte van 4,57 meter. Manoeuvres in stad worden er wat moeilijker door (herinner je dat de eerste RAV4 driedeurs amper 3,69 meter mat), maar je krijgt een bijzonder ruim interieur.

Dat geldt ook voor de Kuga, maar vooral voor de RAV4. De beschikbare beenruimte is wonderbaarlijk en laat zelfs grote jongens (XXL-basketters) toe om zich achterin op hun gemak te voelen. Aangezien de Kuga dezelfde wielbasis heeft als zijn voorganger, kan hij moeilijk rivaliseren met zijn Aziatische rivaal. Maar het comfort blijft ruim voldoende voor personen van elke grootte. We zien alleen een beperktere hoofdruimte in de Kuga als je kiest voor het grote open dak van glas. 

Koffer met reserves

De RAV4 profiteert van een handvol bijkomende centimeters en is ook in de koffer beter bedeeld met 547 liter tegenover 456 liter voor de Kuga. Maar eerlijk gezegd volstaat de Ford bij klassiek gebruik al ruimschoots. Om 456 liter kofferruimte te vullen, heb je al enkele valiezen en boodschappen nodig.

De koffer van de Kuga blijkt zelfs een beetje praktischer in dagelijks gebruik als je kiest voor de kofferklep die automatisch opent wanneer je met jouw voet onder de bumper beweegt. De RAV4 mist dat snufje, maar zijn kofferklep – die niet meer zijdelings opent zoals vroeger – kan ook elektrisch aangedreven worden.    

Normandische kast

Gezien het silhouet van een SUV moet je rekening houden met een iets hogere laaddrempel. Je beschikt echter over een gigantische laadvloer die toelaat om de Normandische kast van grootmoeder te vervoeren als je de achterbank neerklapt. Dat kan traditionele klanten van monovolumes overtuigen. Behalve als zij per se zeven plaatsen willen: die optie is noch op de Kuga noch op de RAV4 beschikbaar, ondanks hun genereuze afmetingen.

Ergonomie

In tegenstelling tot zijn voorganger, verzorgt de Kuga de afwerking van zijn boordplank. De sfeer is duidelijk hoogwaardiger dan vroeger en de zachte plastics ogen verleidelijker dan de harde kunststoffen in de RAV4. Maar de Toyota is ook verdienstelijk. De materialen ogen minder mooi, maar lijken erg duurzaam en hun assemblage is vrij van kritiek. De Toyota neemt zelfs het voortouw qua ergonomie. Op dat vlak staat de boordplank van de Kuga met zijn vele kleine knoppen duidelijk niet aan de top. De RAV4 is eenvoudiger en gebruikt in de beter uitgeruste versies bijna uitsluitend het aanraakscherm voor de voornaamste bedieningen.  

Royaal comfort

De Kuga verliest de schitterende dynamiek van de vorige generatie (die we bijna sportief zouden noemen), maar zijn weggedrag is comfortabeler. Toch blijft het werkingscomfort het favoriete domein van de RAV4. De geluiddemping van de Toyota geldt als referentie. Je moet wel vrede nemen met een minder snedige voortrein dan in de Kuga.

Wat de motoren betreft, vervullen de basisdiesels (2.0 TDCi 136 pk bij Ford vanaf 27.450 euro en 2.0 D-4D 124 pk bij Toyota vanaf 26.570 euro) hun taak al prima. Niet echt nodig om het hogerop te zoeken. Ondanks het minder genereuze vermogen op papier, onderscheidt het Toyota-blok zich door zijn uitstekende beschikbaarheid bij lage toeren. Vooral op het vlak van verbruik neemt het Japanse blok afstand dankzij een lagere dorst.

In tegenstelling tot de 2.0 TDCi 136 pk van de Kuga, die gekoppeld kan worden aan de uitstekende vierwielaandrijving van Ford (2.000 euro extra), moet de RAV4 2.0 D-4D zich tevredenstellen met alleen voorwielaandrijving. Jammer, aangezien de transmissie die Toyota aanbiedt op de andere versies goed anticipeert en koppel naar de achterwielen stuurt bij het begin van de bocht, wat de ‘luiheid’ van de vooras vermindert bij een stevige rijstijl.

Conclusie

Het is moeilijk om bij deze confrontatie een duidelijke winnaar aan te wijzen. De RAV4 is ruimer en comfortabeler. Maar de Kuga antwoordt met een leuker dynamisch weggedrag, een mooi interieur en een eindeloze optionele uitrusting (vooral qua veiligheid). In beide gevallen zullen klanten die een gezins-SUV zoeken niet ontgoocheld zijn.