Opel
De facelift van de Opel Corsa trekt het stadswagentje visueel weer in lijn met de rest van het recentere gamma. Maar kan hij zich onderscheiden van zijn Stellantis-stalgenoten?
Zo’n tien jaar geleden was ze zowat onbestaande, maar de markt van de compacte SUV’s bloeit meer dan ooit. Er zijn ontelbare concurrenten die op verschillende klanten mikken. We zetten twee uitersten tegenover elkaar: een duidelijke SUV met de bijbehorende aandrijving, de Jeep Renegade, en een discretere SUV die vooral inzet op rijdynamiek, de Mazda CX-3.
Wanneer we ze naast elkaar zetten, lijkt de Renegade de Japanse Mazda met gemak te zullen verslaan. Maar de kleine Japanner heeft alvast geen schrik van de Amerikaan: met de meter in de hand is de CX-3 de grotere van de twee: 4,275 m tegenover 4,236 m. De hoogte is dan weer voor de Jeep: 1,6667 m tegenover 1,535 m. De stereotypes zijn bijna volledig terecht…
Ondanks de kortere lengte zorgt de vierkante look van de Jeep voor een interessante interieurruimte. Zelfs achteraan zit je als passagier comfortabel, bijna op het niveau van een hoger segment… Vooral qua hoofdruimte. In de Mazda zorgt de dynamischere stijl voor minder interieurruimte. Achteraan zullen twee relatief grote volwassenen krap zitten. Het middelmatige zicht schuin achteruit hebben beide kemphanen als minpunt…
Wat de kofferruimte betreft, biedt de Renegade 351 tot 1.297 liter, tegenover 350 tot 1.250 liter voor de CX-3. Gelijke stand dus? Nee: de toegang tot en de vorm van de koffer bij de Mazda maken zijn bagageruimte minder praktisch.
Instappen in de CX-3 maakt meteen duidelijk op welke manier de auto tegen de premiummarkt aanschurkt. De onberispelijke afwerking, materiaalkeuze en verstelmogelijkheden weten te verleiden. De vlekkeloze ergonomie en het volledige multimediasysteem maken het plaatje af. Aan boord van de Jeep is de sfeer iets rustieker, maar ook speelser, met allerlei verwijzingen naar het merk. Het multimediasysteem is even volledig als dat van de Japanner, maar minder gebruiksvriendelijk.
De Amerikaan kan ongetwijfeld niet hetzelfde rijcomfort bieden als de Japanner. Het comfort bij die laatste is voor sommigen misschien wat aan de stevige kant, maar de demping doet zijn werk voortreffelijk. Er zijn rolgeluiden hoorbaar en de motor gaat lichtjes doorklinken op de snelweg, maar de Amerikaan doet het op dat vlak niet beter. Hij weet zijn motor moeilijk te dempen, vooral bij de diesels. De Renegade laat punten liggen door zijn stevige demping en verbeterbare filtering.
De basisbenzineversies vechten niet met gelijke wapens. De benzine-instapversie van de Renegade is een atmosferische 1.6 van 110 pk en 152 Nm. Die kan de Mazda dus moeilijk volgen! Diens instapmotor is een tweeliter benzine van 120 pk. Origineel in tijden van downsizing, maar hij levert in de praktijk wel goede resultaten. De 204 Nm van het Japanse blok smeren de Amerikaanse motor al bijna 3 seconden aan in de 0-100 km/u (9 seconden tegenover 11,8). Bovendien rust Mazda de motor nog eens uit met een van de beste manuele versnellingsbakken ooit!
Maar… (er is een grote “maar”): als benzine zijn er bij de Mazda twee vermogensversies (120 en 150 pk), terwijl hij als diesel alleen maar een 1.5 van 105 pk heeft. De Amerikaan kan een ruimer aanbod voorleggen: van 110 tot 184 pk als benzine, en van 120 tot 170 pk als diesel. De motoren zijn weliswaar minder verfijnd als die van de Mazda, maar iedereen vindt er wel zijn gading in.
Op de weg heeft de Mazda geen tegenstander aan de Jeep. Niet alleen omdat het weggedrag van die laatste voor verbetering vatbaar is, maar ook omdat de Japanner zo dynamisch rijdt dat de Amerikaan in de bochten op achtervolgen aangewezen is. En daar toont de Mazda zijn ware potentieel, met een degelijk afgesteld chassis. De Jeep is dus minder dynamisch, maar maakt dat grotendeels goed als we het asfalt links laten liggen. Beide kemphanen zijn beschikbaar met vierwielaandrijving, maar de Jeep is voorzien van opties en van een stevige aandrijflijn om de minder begaanbare wegen aan te kunnen.
De Mazda begint vanaf € 17.990 (benzine, 120 pk, voorwielaandrijving, manuele bak, Skymove-uitrustingsniveau) en zijn duurste modellen kosten € 26.190 (benzine, 150 pk, vierwielaandrijving, automaat, Skycruise-uitrustingsniveau) en zelfs € 27.690 (diesel, 105 pk, vierwielaandrijving, automaat, Skycruise-uitrustingsniveau). De Amerikaan kost minstens € 19.900 (110 pk, voorwielaandrijving, manuele bak, Sport-uitrustingsniveau) en maximum € 35.700 (diesel, 140 pk, vierwielaandrijving, automaat, speciale reeks “75th Anniversary”).
Aan de pomp is de Mazda over het algemeen zuiniger. Ondanks zijn grotere cilinderinhoud verbruikt de Japanse tweeliter benzine iets minder dan de Amerikaanse 1.6 e-TorQ: 5,9 l/100 km tegenover 6 l/100 km. In de praktijk reken je er best een dikke liter bij.
De facelift van de Opel Corsa trekt het stadswagentje visueel weer in lijn met de rest van het recentere gamma. Maar kan hij zich onderscheiden van zijn Stellantis-stalgenoten?
De N-sportafdeling van Hyundai heeft de elektrische SUV Ioniq 5 uitgerust met tal van kunstjes, rijmodi en specifieke functies. Maar is de Ioniq 5 N daarmee even opwindend als een sportwagen met verbrandingsmotor?
Om te strijden tegen zijn Europese concurrenten, en om zijn bestaansrecht te verdedigen ten opzichte van zijn stijlvolle broertje, zet de Kia Ceed SW in op rationele argumenten. Maar kan hij daarmee verleiden?
Suzuki heeft zijn kleine Swift een volledig nieuwe motor gegeven en direct ook het volledige uiterlijk aangepast. En toch... lijkt er niets te zijn veranderd! Goed of slecht nieuws?