Toegegeven, verbrandingsmotoren staan niet
symbool voor de toekomst. Alle constructeurs proberen vandaag om de
CO2-uitstoot van hun modellen zoveel mogelijk te verminderen. Een neveneffect
daarvan is dat alternatieve aandrijfvormen worden ontwikkeld, waaronder elektrische
aandrijving.

Toch heeft de verbrandingsmotor zijn laatste
woord nog niet gesproken en miljoenen wagens op benzine, diesel of gas zullen
nog jarenlang op onze wegen rondrijden. Daarom kijken autobouwers als Porsche
naar zogenaamde synthetische brandstoffen. Dat zijn brandstofmengsels die niet
zijn afgeleid van aardolie, maar die uit een andere bron zijn gewonnen, zoals
steenkool, bruinkool of aardgas.
In tegenstelling tot waterstof moeten deze
brandstoffen van een nieuwe generatie niet onder hoge druk of gekoeld worden
opgeslagen om ze te kunnen vervoeren. Tankstations kunnen dus gewoon met
tankwagens worden bevoorraad zoals nu gebeurt met conventionele brandstoffen.
Porsche-CEO Oliver Blume legt uit: “Synthetische brandstoffen op basis van volledig
hernieuwbare energie bezitten het potentieel om een belangrijk element te
worden”. Zeker omdat 70 procent van de Porsches die ooit zijn gebouwd sinds het
merk is opgericht vandaag nog steeds rondrijdt.
Dure synthese

Alleen is de productie van synthetische brandstoffen
duur. Een liter synthetische benzine kost vandaag 10 dollar. Toch is Porsche
ervan overtuigd dat die prijs in de toekomst zal zakken en het hoopt op
middellange termijn te kunnen landen op minder dan 2 dollar per liter. De
perfectionering van deze brandstoffen en de democratisering van hun productie
zal uit de autosport komen, die ook heel sterk inzet op deze toekomstoplossing.
Over de auteur: Sepulchre Pierre-Benoit
Auto’s, herenmode, reizen of gadgets: Pierre-Benoît Sepulchre schrijft voor de lifestylerubriek van verschillende Belgische magazines, en sinds 2013 voor Vroom.
Als stadsjongen heeft hij interesse in nieuwe mobiliteit, maar hij zegt ook geen ‘nee’ tegen een mooie vintage coupé.