1. Aston Martin Cygnet
Eerst dachten we dat het om een grap ging. Wellicht om de CO2-uitstoot
van zijn modellen te verlagen, verkocht Aston Martin een verbouwde Toyota iQ.
Het radiatorrooster en het interieur in geruit leder konden zijn afkomst echter
niet verbergen…
2. Alfa Romeo Dauphine
In de jaren 50 kreeg Alfa Romeo een stevig lesje van Fiat, dat kampioen
was in kleine, zuinige auto’s. Gelukkig werd in die tijd de Europese
Economische Gemeenschap opgericht, waardoor bedrijven uit verschillende landen
met elkaar konden samenwerken. Alfa Romeo sloeg dus de handen in elkaar met Renault
om de kleine Dauphine te ontwikkelen. De wijzigingen waren beperkt en deden de
auto vooral beantwoorden aan lokale wetten. Deze Alfa is een Renault met motor
helemaal achterin, die amper 30 pk produceerde. Een andere wereld dan de
aluminium blokken met dubbele nokkenassen dus…
3. MG3
De TC, A, B, F en Midget zijn de meest iconische modellen bij MG, dat
een ijzersterke reputatie had als constructeur van goed afgewerkte, charmante
en plezierige sportwagentjes. Sinds de overname van de Chinese groep SAIC
bracht het merk enkele modellen uit waar de nostalgici het niet mee eens zijn.
Zoals deze MG3, een Chinese auto die bedenkelijk is afgewerkt en door kleine
atmosferische benzines wordt aangedreven.
4. Jaguar X-Type
Begin jaren 2000 wilde Jaguar met de X-Type zijn gamma naar onderen
uitbreiden. Het Britse merk was toen eigendom van de Ford-groep en nam er dus
heel wat elementen van over. Deze X-Type was daardoor niet meer dan een snel
herwerkte Ford Mondeo. De looks waren in orde, maar een Jaguar met dieselmotor,
voorwielaandrijving, breakversie en weinig aantrekkelijke afwerking was voor
die tijd te veel en te vroeg. Een slechte auto was het eigenlijk niet.
5. Porsche 924
Volkswagen en Porsche werkten regelmatig samen aan modellen die ze samen
zouden uitbrengen. Dat was het geval met de 914, en ook met de 924. VW trok
zich uiteindelijk terug uit dat project, Porsche werkte het als instapversie
verder af. De auto was een uitstekende, betrouwbare, gebalanceerde en
comfortabele sportwagen, maar bevatte teveel VW-onderdelen – te beginnen bij de
wat brave motor – om een Porsche-logo te verdienen.