Alfa Romeo
De Italiaanse regering had het niet zo voor het idee dat Alfa Romeo de naam van de hoofdstad van Lombardije zou gebruiken voor zijn compacte SUV.
De compacte 4CV (3,66 meter lang, 1,43 meter breed en 1,45 meter hoog) had een viercilinder benzinemotor van 750 cc helemaal achterin. Met een twintigtal pk haalde deze motor (gekoppeld aan een manuele drieversnellingsbak) een topsnelheid van 100 km/u met vier personen aan boord. De ongeveer 600 kilogram lichte achterwielaandrijver had evenwel geen veilig weggedrag.
1. Hij werd in het grootste geheim ontworpen
In oktober 1940 was Frankrijk bezet door Duitsland. Bij Renault wilden Charles-Edmond Serre en Fernand Picard een kleine auto ontwikkelen. Het project werd geheim gehouden voor de bezetter en voor Louis Renault zelf, die niet geloofde in de toekomst van auto’s voor de grote massa. Door er in kleine groep aan te werken, duurde het tot december 1942 eer er een eerste prototype was.
2. Ferdinand Porsche werd geraadpleegd
Na de oorlog zat Ferdinand Porsche gevangen in Frankrijk. Toch was hij geen gewone gevangene: de minister voor industriële productie uit die tijd, Marcel Paul, vroeg hem zijn advies over de toekomstige kleine auto. De CEO van Renault destijds, Pierre Lefaucheux, was niet op de hoogte. Ferdinand Porsche gaf uiteindelijk algemeen advies, waardoor de auto in 1947 in productie kon.
3. Er werden slechts drie prototypes gebouwd
Vandaag maken constructeurs heel wat prototypes, maar Renault hield het bij drie. Het laatste prototype is het enige dat niet tijdens de oorlog werd gebouwd en is ook het enige exemplaar met vier deuren.
4. Hij zorgde voor een wetswijziging
Net voor de commercialisering merkte Renault op dat de koplampen lager stonden dan wettelijk toegelaten. Verder stond de productie klaar. De Nationale Commissie voor de Automobiel nam een nieuwe wet aan die de hoogte van de koplampen op 550 millimeter zette.
5. De levertermijn duurde een jaar
De Renault 4CV werd voorgesteld op het salon van Parijs in 1946 en was meteen een succes. Probleem: de productie kon moeilijk volgen omdat de fabriek gebombardeerd was. Maar langzaam nam het productietempo toe: van 15 auto’s per dag in 1948 tot 375 exemplaren in 1950.
6. Zijn bijnaam dankt hij aan Duitse tanks
“Motte de beurre” (klontje boter), zijn bijnaam, dankt deze 4CV aan zijn vorm, maar ook aan de zandgele kleur van de eerste exemplaren. Na de oorlog was er een groot gebrek aan verf, en Renault geraakte aan overtollige verf van het Duitse leger, dat het voor zijn tanks in het Afrika Korps gebruikte. Het zandgeel deed denken aan de kleur van boter.
7. De 4CV was een vrijheidssymbool
Met zijn lage prijs en vier zitplaatsen werd de 4CV snel bijzonder populair bij de Fransen. Het was de auto van de betaalde vakantie, van arbeiders en bedienden die voor het eerst op vakantie gingen. Na een traumatische oorlog gaf de 4CV vertrouwen in de toekomst, de vrijheid en – volgens de slogan van toen – zette het “Frankrijk terug op vier wielen”.
8. Hij werd overal uitgevoerd
Frankrijk was natuurlijk de belangrijkste markt voor deze auto. Maar het was lang niet de enige: de buurlanden, 170.000 exemplaren voor de Verenigde Staten, en in 1951 zelfs een productielicentie voor Japan, onder het merk Hino. Ook Mexico en Zuid-Amerika gingen voor de bijl.
9. Er werden meer dan een miljoen exemplaren gebouwd
Tussen 1947 en 1961 werden er 1.105.547 exemplaren gebouwd. Daardoor was de 4CV van 1947 tot 1955 de meest verkochte auto in Frankrijk. Het was eveneens de eerste Franse auto waar er een miljoen stuks van werden gebouwd.
10. Hij deed zowel dienst bij de politie als in de rally van Monte Carlo
De 4CV kreeg allerlei varianten. Renault begreep al snel dat zijn model voor verschillende doelen kon dienen. Naast de “Service”- en “Affaires”-modellen kreeg hij ook een “Commerciale”-bestelwagenversie, een “Découvrable” met kap die tot achteraan afrolde, “Pie”, met opgevoerde motor en aangepast koetswerk voor de Parijse politie en ten slotte “1063” voor de fans van autoraces. Sportieve uitstapjes volgden er in de vorm van overwinningen in zijn klasse in de rally van Monte Carlo in 1949 en enkele prestigieuze wedstrijden zoals de Coupe des Alpes, Tour de France, Mille Miglia, Luik-Rome-Luik, Tour de Belgique,…
