Geflopt model: Mercedes 300S, ongelooflijke overdaad

De vandaag nagenoeg vergeten Mercedes 300S (W188) was nochtans een van de meest fabelachtige modellen van zijn tijd. Hij was niet de snelste of ruimste auto op de markt, maar was wel een schitterende demonstratie van de brede knowhow van het merk. En dat was ongetwijfeld ook de kern van het probleem.

3 koetswerkversies, waarvan 2 open

De 300S werd in 1951 voorgesteld en was toen het topmodel van het merk. Er waren drie koetswerkversies beschikbaar: een magnifieke coupé, een cabriolet waarvan de kap in neergeklapte toestand duidelijk zichtbaar was en een roadster die zijn kap onder een koetswerkpaneel verborg.

F1-inspiratie

Hij stond op de technische basis van de berline 300, maar zijn ophanging was ontwikkeld voor het F1. Hij beschikte over een krachtige 3.0-zescilinder met 150 pk en een bijzonder rijkelijke uitrusting, met als optie zelfs een… airco. Enkel het platform, met een gescheiden koetswerk, was een teleurstelling in de verder zo flamboyante technische fiche.

Directe injectie

In 1955 onderging het model een technische make-over: de 300S werd de 300Sc en kreeg de mechanische directe injectie die door de beruchte 300 SL was ingewijd. Het vermogen klom tot 175 pk, wat volstond om de elegante auto van bijna 1,7 ton met verve aan te drijven.

Kwaliteit “über alles”

De modellen genoten een foutloze assemblage die zelfs vandaag nog verrast en een uitzonderlijke afwerking met de beste beschikbare materialen. Het is duidelijk dat het prijskaartje voor dit wonder duizelingwekkend was: 36.300 DM in 1958 (het laatste productiejaar), of de prijs van twee Cadillacs of een mooie villa. Zoveel geld in een verwoest land, het was bijna pervers. Dit was duidelijk niet het soort auto waar de bevolking nood aan had. In het buitenland werd het model afgerekend op zijn prijs en zijn stijl, die nog te veel aan de vooroorlogse mode deed denken met zijn gescheiden vleugels.