BMW
Naast een nieuwe look krijgt de facelift van de BMW i4 een nieuwe motorisatie, de xDrive40 met 295 kW (401 pk) en 548 km autonomie.
Een meesterwerk als de P1800 bouw je niet elke dag. Dat dacht Volvo wellicht toen het dat model verving door de 262C, met hoekig profiel en Bertone-design. Die was echter een korte carrière beschoren: van 1977 tot 1981. In 1985 probeerde Volvo het nog eens met Bertone. Die leek weinig inspiratie te hebben en pende een auto die weinig gevoel had voor rondingen.
Genève
In maart 1985 werd het resultaat getoond op het salon van Genève. De 780 onderscheidde zich van zijn concurrenten door een uiterst volledige uitrusting: elektrische zetels en spiegels, klimaatregeling, ABS, een stereo, airbags,… Desondanks waren die argumenten niet doorslaggevend: onder de motorkap huisde opnieuw de V6 PRV van zijn voorganger, een amper 170 pk sterke motor die niet de prestaties opleverde die een topcoupé verdiende.
Evoluties
De 780 was een klassieke achterwielaandrijver en kreeg in 1988 een nieuw ontworpen achterophanging: van starre achteras naar onafhankelijke ophanging. Goed nieuws voor het comfort en het weggedrag. Voor de prestaties was er geen beterschap: de V6 verloor pk’s (er bleven 147 paarden over), de topversie werd een viercilinder turbo (200 pk) en er kwam zelfs een diesel. De 124 pk sterke zescilinder-zelfontbrander ging regelmatig gepaard met een zwarte rookpluim, die het imago van de auto geen goed deed.
Einde in 1990
In 1990 trok Volvo het model terug uit de catalogus. Net als de 262C voordien wist de 780 niet veel kopers te overtuigen. Het design was te massief, de prestaties waren te lauw en de prijzen leken de BMW’s, Mercedessen en Jaguars uit die tijd bijna goedkoop lijken.
Vandaag
Er werden amper meer dan 9.000 exemplaren geproduceerd, maar toch is de 780 niet zeldzaam. Hij valt stilaan in de smaak, waardoor zijn prijs toeneemt. Afhankelijk van de staat en de versie kost een 780 vandaag tussen € 5.000 en € 12.000.
