Porsche
De onlangs gemoderniseerde Cayenne krijgt opnieuw een GTS-versie. Die biedt een beetje 'Turbo GT'-smaak aan Europese klanten die het zonder deze topversie moeten stellen...
Begin jaren 90 waren de Japanse constructeurs bijzonder bedrijvig. Sportwagens hadden de wind in de zeilen en bij Mazda regende het nieuwe modellen. In 1991 was de MX-5 nog maar goed een jaar op de markt of hij kreeg er twee broers bij: de MX-3 en MX-6. Bovendien zag er nog een nieuwe RX-7 het daglicht.
Voorwielaandrijving met V6
Hoewel de pas voorgestelde MX-5 deed hopen dat Mazda achterwielaandrijving ging gebruiken voor de MX-3, gebeurde dat niet. De constructeur gebruikte als basis het platform van de 323. De kleine MX-3 kreeg dus designtrekken van die tijd, met zachte en ronde vormen. Weinig origineels dus. Hetzelfde liedje in het interieur, waar zwarte plastics en een klassieke presentatie het sportieve hart niet bepaald sneller deden slaan. Toch zaten de zetels vooraan goed omhullend en comfortabel. Achteraan waren de twee zitplaatsen eerder bestemd voor kinderen.
Onder de kap
Technisch viel dit model op door een van de meest originele motoren van de laatste decennia: een 1,8 liter grote V6. Een kleine motor voor hoge toeren, met een vermogen van 133 pk bij 6.500 tpm. De rode zone begon bij 7.000 tpm, maar de begrenzer riep je nog 800 tpm verder een halt toe. Een karaktervolle motor dus.
Of niet…
In 1993 bood Mazda een instapversie aan. De V6 maakte plaats voor een banale viercilinder van 1,6 liter met 88 pk. De prestaties en de klank waren uiteraard heel wat minder. Een jaar later werd de viercilinder herbekeken voor zo’n twintig pk extra, waardoor hij overtuigender uit de hoek kwam.
