Getest: Cupra TCR, extreem circuitplezier

Tekst: Arno Jaspers

Sportieve Seats gaan voortaan als apart merk door het leven. Cupra is namelijk het geesteskindje van Seat-opperhoofd Luca de Meo en strategisch directeur Antonino Labate. Die laatste werd bekend als bedenker van de Abarth-herlancering bij Fiat. Het lijkt er dus op dat hij het trucje wil herhalen.

Cupra: Do it for the ‘gram.

Veel pk’s, een mooi logo, wat koperkleurige afwerkingselementen et voilà: de basisingrediënten voor de nieuwe sportieve tak zitten goed. Of dat leiden we toch af uit de dikke Cupra Ateca die staat te blinken in de fabrieksshowroom in Martorell. Verder is de ruimte opgesmukt met lifestyle-items zoals zonnebrilletjes, bijpassende handtassen, carbon armbandjes en een elektrische mountainbike. Je begrijpt het ongetwijfeld: Seat wil Cupra in de markt zetten voor jonge ‘insta-happy’ autoliefhebbers. Maar jong van geest mag ook).

Ruilen we de showroom in voor de garage, dan zien we dat het lifestyle-verhaaltje hier nog niet helemaal is doorgedrongen. Tuurlijk, de gereedschapskasten hebben koperen handvatjes, maar het draait bovenal om de productie van hardcore circuitracers. In de kraaknette werkplaats zien we een mooie line-up, die gaat van een limited edition Seat Leon Cupra R, via enkele TCR-racers, tot speciale rallywagens. Verder maken we kennis met de Cupra E-racer, een elektrische racewagen op basis van de Leon, met een piekvermogen van 680 pk.

TCR: nog meer Emoción

De specialité maison is de Cupra TCR, oftewel de Leon die klaargemaakt wordt voor circuitgebruik. Om kosten te besparen blijven vering en versnellingsbak behouden, maar daar stopt het. Het interieur maakt plaats voor een rolkooi, sportstuur, LCD-dashboard en TCR racestoelen, terwijl het koetswerk wordt aangevuld met dikke wielkasten, een lichtere motorkap, andere bumpers en een stevige spoiler. Wat koperkleurige details zetten het gespierde uiterlijk extra in de verf en een stel lichte velgen die geschoeid zijn met slicks maken het plaatje af. Uiteraard krijgt ook de motor een Cupra-kuur: een aangepast motormanagement, een ander inlaattraject en als kers op de taart een open uitlaat. Samen drijft dat de 2.0 benzine op naar een vermogen van zo’n 350 pk en 420 Nm koppel, oftewel de limieten binnen de WTCR-klasse.

Het mag gezegd dat Seat ooit aan de wieg stond van dit raceklassement. Terwijl andere merken bleven focussen op het prestigieuzere WTCC, won Seat verschillende titels in de TCR-klasse, die omwille van haar lagere (lees: goedkopere) opstapdrempel uiteindelijk het WTCC kannibaliseerde. Inmiddels is de VW-groep er vertegenwoordigd met Audi, Cupra en Volkswagen, naast tien andere merken die strijden voor de titel. Hoewel de touringcars een beperkte populariteit genieten bij het grote publiek in de Lage Landen, rijden er toch drie Belgische en een Nederlandse piloot mee in het internationale kampioenschap.

Taxi Pepe

De snelste Cupra in het WTCR wordt bestuurd door Pepe Oriola. Na een rondje bij hem in de passagierszetel mogen we zelf het circuit van Castellolí verkennen. Jammer genoeg niet in zijn auto met de sequentiële versnellingsbak, wel in een wagen met de standaard DSG. Die bekende bak zorgt ervoor dat mindere racegoden zich ook thuisvoelen in de TCR. In eerste instantie rijdt deze racer zelfs braver dan hij er uitziet. Je zit snaarstrak vastgesnoerd met een raceharnas en het zicht is eerder beperkt door het hoge dashboard, maar motor en bak geven een vertrouwd gevoel. Of toch zeker tot je de pitlane verlaat.

De combinatie van de oorverdovende roffel uit de uitlaatpijpen en de hitte in de cockpit is een aanslag op de zintuigen. Toch wordt het pas écht interessant in de bochten. Daar blinkt de Cupra uit met een vinnig en gebalanceerd stuurkarakter. Uiteraard is het bij zo’n voorwielaangedreven hot hatch opletten met onderstuur, al kregen we de banden amper aan het schuiven tijdens onze beperkte circuittijd.

Relatief goedkoop. Met de nadruk op relatief.

Zoals je wel kon raden zijn de acceleraties vlot, en iedere beweging van de stuurpeddels wordt vergezeld van de nodige ploffen en knallen. Maar het zijn het de remmen die de show stelen. Waar de Cupra-fabriekspiloten met de linkervoet remmen, trappen wij flink door met rechts tot de zes zuigers zich vastbijten in de remschijven. Met 379 mm schijven vooraan en 272 mm achteraan kan je al eens een laat remmaneuver uitvoeren, en die stopkracht is veruit het indrukwekkendste element van deze racer.

De TCR is een mooi uithangbord voor Cupra. Deze hoogwaardige racer is op maat van racepiloten die zich willen uitleven in nationale en internationale TCR-klassementen. Wie gewoon een dagje op Zolder of Mettet wil rijden, zal ongetwijfeld eens slikken bij de vanafprijs van 85.000 euro.