Getest: Ford Focus, van een wit blad vertrokken

De tijd vliegt. De Ford Focus is dit jaar twintig jaar op de markt. In 1998 debuteerde de opvolger van de Escort, met een radicaal ander design, maar een dat wel in de smaak viel. “New Edge” heette de filosofie, die ook succesvol werd toegepast op de kleine Ka. Nog een schot in de roos: het dynamische rijgedrag, sinds jaar en dag een specialiteit van het merk met de blauwe ovaal. Kijk daarvoor ook maar naar de Fiesta. En laat nu net design en rijplezier twee factoren zijn die Ford tot het DNA van zijn Focus rekent.

De nieuwe Focus lijkt me er nochtans grondig anders uit te zien?

Klopt. Voor deze vierde generatie vertrok Ford van een volledig blanco blad. Een nagelnieuw platform dus, dat C2 heet en dat de verhouding afmeting/interieurruimte en de aerodynamica moet optimaliseren. Bovendien kan Ford er verschillende versies van afleiden: de traditionele vijfdeurs en breakversie die nog steeds Clipper heet, en binnenkort ook de Focus Active, een avontuurlijker aangeklede en iets verhoogde versie waarmee Ford wil scoren in het crossoversegment.

Ford maakt het Focus-aanbod dus ruimer. De wil om te plezieren in plaats van te polariseren merk je dus ook aan het design: geen radicaal Kinetic-design zoals zijn voorganger. Eerder een passe-partoutstijl waar iedereen wel iets leuk aan vindt, maar die niet op het netvlies blijft hangen. De voorkant is onmiskenbaar Ford, maar richting achterkant gaat er wat van zijn eigenheid verloren en krijgt hij zelfs wat Aziatische trekjes. Een kwestie van gewenning.

Werd het interieur dan ook gewijzigd?

Ja, maar dat is positief. Je herinnert je het dashboard van zijn voorganger misschien nog wel: een hoog en stevige boordplank met een flink aantal knoppen op de middenconsole. Ford nam de kritiek van zijn klanten ter harte, en gaat nu voor een cleanere stijl. Het dashboard is dunner, verder naar voren geplaatst, en kiest voor een tabletvormig infotainmentscherm. Helemaal minimalistisch gaat de Focus gelukkig niet: de bediening van de klimaatregeling gebeurt nog klassiek met knoppen, en niet in een menu op het scherm. Zo hebben we het graag.

Nu we nog pluspunten aan het uitdelen zijn: de afwerkingskwaliteit maakt een sprongetje vooruit. Geen reuzensprong, maar toch een verbetering tegenover vorige generaties. Binnen je gezichtsveld ziet alles er degelijk en kwalitatief uit. Kijk je wat breder, dan glipt er af en toe nog een paneeltje door de mazen van het net.

Het nieuwe platform levert ook meer plaats op, zei je?

Absoluut, al zou je dat niet zeggen aan de buitenafmetingen van de vijfdeurs: die werd 2 centimeter langer (4,38 meter tegenover 4,36 meter). De Clipper groeide iets steviger: 4,67 meter tegenover 4,56 meter. Het nieuwe platform zorgt vooral voor een grotere wielbasis en dus meer binnenruimte. Zo werd het plaatsaanbod op de achterbank ruimer, net als het koffervolume. De vijfdeurs is goed voor 375 liter met de achterbank rechtop en 1.354 liter met de rugleuning neergeklapt. Voor de Clipper noteren we cijfers van 608 liter en 1.653 liter. Daarmee kan deze nieuwe Focus Clipper moeiteloos mee met concurrenten als de Volkswagen Golf Variant en Peugeot 308 SW.

Uit welke motoren kan ik kiezen?

Twee benzine- en twee dieselmotoren. Opmerkelijk: het benzineaanbod bestaat alleen nog uit driecilinders. De instapmotor is Fords bekende 1.0 EcoBoost, met vermogens van 85, 100 en 125 pk. Die is steeds gekoppeld aan een manuele zesbak, alleen de 125 pk-versie heeft optioneel recht op een klassieke achttrapsautomaat. De andere benzinemotor is de nieuwe 1.5 EcoBoost driecilinder, die geïntroduceerd werd in de nieuwe Fiesta ST, en die hier met 150 of 180 pk te krijgen is. Alleen de 150 pk-versie laat je kiezen tussen manuele bak of automaat, de 180 pk-versie is alleen handgeschakeld.

De dieselmotoren – Ford ziet er nog steeds brood in – beginnen bij de 1.5 EcoBlue viercilinder, in versies van 95 en 120 pk. Ook hier laat die laatste je eventueel kiezen voor een automaat. Het gamma wordt afgetopt door de 150 pk sterke 2.0 EcoBlue met manuele of automatische versnellingsbak.

Hoe rijdt de nieuwe Ford Focus?

Dé hamvraag. Wij reden onze eerste testrit achter het stuur van de vijfdeurs in Titanium-versie, met een 1.0 EcoBoost van 125 pk onder de kap en in combinatie met de manuele zesbak. De driepitter is minder toerenhongerig dan in de Fiesta, maar weet de Focus wel aardig op dreef te houden en zijn stem daarbij behoorlijk op de achtergrond te laten. Hij zet correcte prestaties neer (0-100 km/u in 10 seconden rond, een topsnelheid van 200 km/u) maar stuurt licht en scherp, al voelt het allemaal wat properder aan dan in zijn voorganger. De bediening van de manuele bak kan wel beter, net als het comfort. De basisversies van de vijfdeurs stellen het namelijk met een klassieke torsieas achteraan. Die doet de ophanging soepel en gecontroleerd reageren, maar laat de Focus op onzuiver wegdek wat teveel informatie doorspelen.

Dat wordt een stuk beter in de 1.5 EcoBoost van 182 pk in ST-Line-uitvoering. Die heeft een onafhankelijke achterophanging (die trouwens standaard is op alle Clippers) en legt het koetswerk iets lager bij de grond. Het compromis tussen comfort en rijdynamiek is daardoor bijzonder geslaagd. Zodanig zelfs dat we weinig meerwaarde zien in de adaptieve dempers die Ford voor het eerst aanbiedt op de Focus. Deze ST-Line stuurt namelijk zoals je van een Focus mag verwachten: scherp en onverstoorbaar. Misschien iets te onverstoorbaar zelfs: wat meer levendigheid in plaats van klinische efficiëntie zou het geheel voor sportieve chauffeurs nog geslaagder maken. De manuele zesbak laat zich in deze ST-Line trouwens ook beter bedienen. Cijfers tot slot? De Clipper-versie die wij reden haalt 100 km/u in 8,5 seconden en gaat door tot 220 km/u.

Hoeveel kost deze Focus?

Ford begint met een instapprijs van € 18.900 voor de 1.0 EcoBoost van 85 pk in de Trend-uitvoering. Die is al correct uitgerust, met onder meer een noodremhulp met voetganger- en fietserherkenning, rijstrookassistentie, klimaatregeling en digitale radio. De breakversie Clipper kost telkens € 1.000 extra. De prijsvork loopt door tot de luxueus afgewerkte Vignale, die met 2.0 EcoBlue en automaat € 33.500 kost, maar dan wel standaard een head-updisplay krijgt, wifi-hotspot, parkeerhulp, led-koplampen en een lederen interieur.

Besluit?

De vierde generatie van de Ford Focus is een volwassen auto geworden. Het resultaat van een volledig vernieuwde basis, die het rijcomfort, plaatsaanbod en de afwerkingskwaliteit verhoogt. Het design oogt minder uniek, maar dat andere wezenlijke aspect van zijn DNA, rijplezier, is hij gelukkig nog niet verleerd. Je moet er alleen iets verder naar zoeken.