Testen

Rijtest: Jaguar E-Pace D240, SUV met Jaguar-DNA

Tel je de elektrische I-Pace mee, dan heeft Jaguar er op korte tijd drie SUV’s bij gekregen. De kleinste is deze E-Pace. Die heeft in tegenstelling tot wat de “E” doet vermoeden geen elektrische aandrijving, maar in deze test de krachtigste diesel uit het E-Pace-gamma.

  • Bervoets Wim
  • 02 oktober 2018
  • Jaguar
3,7
VROOM-score
  • 3,5
    Prestatie
  • 4,0
    Wegligging
  • 4,0
    Comfort
  • 3,5
    Uitrusting
  • 4,0
    Veiligheid
  • 3,0
    Prijs-kwaliteit
  • 3,5
    Verbruik
  • 4,0
    Globaal
Voor- en nadelen
  • Aantrekkelijke lijn
  • Degelijke standaarduitrusting
  • Geslaagde rijdynamiek
  • Rijcomfort bewaard
  • Soepele en krachtige motor
  • Beperkte moduleerbaarheid
  • Hoog gewicht
  • Soms aarzelende automaat
  • Stevig prijskaartje
  • Wat luide motor bij koudstart

Als je naar het succes van de F-Pace kijkt, Jaguars eerste SUV, dan is het logisch dat de Britten er een kleinere versie bij willen. Maar de E-Pace is verre van een verkorte F-Pace: hij gebruikt hetzelfde platform als zijn Land Rover-stalgenoten Evoque en Discovery Sport en drijft in zijn basisversie dus alleen de voorwielen aan, terwijl de F-Pace dat doet met de achterwielen. Heeft deze kleine E-Pace dan genoeg Jaguar-DNA?

De tekentafel

Aan zijn looks te zien alvast wel. Het radiatorrooster is typisch Jaguar, de lange, smalle koplampen met J-vormige dagrijlichten knipogen duidelijk genoeg naar de F-Type. Dat doen de achterlichten en de gespierde schouders achteraan trouwens ook, met dank aan de sterk aflopende daklijn. Het geeft de E-Pace een dynamisch uiterlijk. Hij lijkt op foto trouwens groter dan hij is: met een lengte van 4,40 meter is deze E-Pace net geen 3 centimeter langer dan een Range Rover Evoque.

Binnenin vertaalt zich dat in vijf zitplaatsen. Vooraan geeft dat meer dan voldoende plaats, achteraan blijf je beter weg van het panoramisch dak als je niet teveel wilt beknibbelen op de hoofdruimte. De kofferruimte is met 577 liter met de achterbank rechtop behoorlijk ruim, maar de achterbank is niet in de lengte verschuifbaar of de rugleuning niet verstelbaar. De rugleuning neerklappen levert wel een vlakke laadvloer op, en een totaal van 1.234 liter aan kofferruimte.

Niet alleen de buitenkant, maar ook de binnenkant haalt zijn inspiratie bij de F-Type: het driespakige sportstuur, de keuzehendel voor de automaat en de handgreep voor de passagier op de middentunnel komen zo uit de sportwagen. Centraal op het dashboard staat een 10 duim groot infotainmentsysteem, het instrumentenpaneel is optioneel digitaal en 12,3 duim groot. De afwerkingskwaliteit op sommige basisuitvoeringen is misschien niet helemaal wat je van een Jaguar verwacht, maar over de R-Dynamic-uitvoering van onze testauto hadden we op dat vlak geen noemenswaardige opmerkingen.

De testbank

Wij reden onze testrit met de D240, de krachtigste van de drie diesels die Jaguar in de E-Pace aanbiedt. De 2.0 Ingenium-viercilinder met 240 pk staat in het E-Pace-gamma dus boven de viercilinders met 150 en 180 pk. Hij drijft standaard de vier wielen aan (alleen de 150 pk-versie is voorwielaangdreven) en is gekoppeld aan een negentrapsautomaat.

Met twee turbo’s en een koppel van 500 Nm zit deze D240 nooit om trekkracht verlegen. Hij accelereert ondanks zijn relatief hoge gewicht (1,9 ton) vlot naar 100 km/u: in 7,4 seconden. Zijn topsnelheid bedraagt 224 km/u. De dieselmotor is keurig gedempt, maar laat zich bij een koudstart of onder acceleratie wel eens horen. Dan wil de versnellingsbak in zijn automatische stand wel eens wat blijven hangen.

Maar rijdynamisch voelt deze E-Pace zich in zijn element. Ondanks zijn hoge en zware postuur houdt hij zijn koetswerkbewegingen onder controle – meer nog met de optionele adaptieve dempers – en stuurt hij opmerkelijk scherp in. De 240 pk-versie heeft recht op een aangepaste vierwielaandrijving die de achterwielen sneller in het spel betrekt. De voorwielen breng je dus nauwelijks van de wijs, waardoor de E-Pace opmerkelijk neutraal stuurt.

Net als bij de grotere F-Pace kozen de Britse ingenieurs voor een iets stuggere demperafstelling om het koetswerk onder controle te houden. Dat merk je vooral bij lage snelheden, maar zorgt voor minder problemen op de snelweg. De stugge reacties kunnen wel worden versterkt door een te grote velgkeuze – op de E-Pace kan je zelfs kiezen voor 21-duimsvelgen.

De rijpolitie

De E-Pace biedt een relatief volledige veiligheidsuitrusting, met een aanrijdingswaarschuwing met noodremhulp, vermoeidheidswaarschuwing, uitgebreide parkeerhulp met camera’s, en een adaptieve snelheidsregelaar met rijstrookhulp. Alleen fileassistentie zien we niet meteen terug.

De gadgets

Het 10 duim grote infotainmentsysteem omvat intelligente navigatie die je gewoontes leert en kan eventueel gekoppeld worden aan een uitgebreide Meridian-geluidsinstallatie. Apple CarPlay en Android Auto staan voorlopig niet op het lijstje: Jaguar gebruikt daarvoor zijn eigen InControl-systeem, waarmee je Spotify op je infotainmentscherm kunt toveren of vanop afstand de status van je auto kunt checken. Ten slotte is er nog de Activity Key: een sleutel in de vorm van een polsband die je tijdens het sporten kunt dragen.

De rekening

De D240 is in de E-Pace verkrijgbaar vanaf € 53.900. Een stevig prijskaartje, en vlot € 10.000 meer dan de D180 met automaat. Het R-Dynamic-pakket, dat je E-Pace sportiever aankleedt, kost je € 3.050 extra. De standaarduitrusting van de E-Pace is al wel vrij degelijk, met led-koplampen, automatische airco met twee zones, parkeersensoren met achteruitrijcamera, een cruise control met rijstrookhulp en een vermoeidheidswaarschuwing. Voor de luxe ben je meestal wel aangewezen op de optielijst.

Op het einde van onze testweek klokten we af op een gemiddeld verbruik van 7 l/100 km, net geen liter meer dan de 6,2 l/100 km die Jaguar zelf opgeeft. De CO2-uitstoot bedraagt tot slot 162 g/km.

Het verdict

Laat de voorwielaandrijving je niet afschrikken: de E-Pace beschikt wel degelijk over Jaguar-DNA. Niet alleen in zijn looks, maar ook in zijn rijgedrag. Daar zit de chassisafstelling van deze D240 voor veel tussen. Maar of die versie daarom een must is, is een andere vraag: de D180 is niet alleen verrassend zuiniger, maar ook een stuk goedkoper.

Meer lezen over:

Over de auteur: Bervoets Wim Wim Bervoets is redacteur bij Vroom sinds 2016. Hij interesseert zich voor alles van stadsauto’s tot sportwagens, en kijkt met een open blik naar de mobiliteit en brandstoffen van de toekomst.
Toch droomt hij nog altijd van een Lotus Elise...

Aanbevolen tests voor jou

Meer tests
4,0 /5 Test: Porsche Macan, even geslaagd als EV?

Test: Porsche Macan, even geslaagd als EV?

De Macan wordt volledig elektrisch in zijn nieuwe generatie. Laten we zien of deze sportieve SUV met batterijen en zonder uitlaten ons even enthousiast maakt achter het stuur.

3,7 /5 Test: Skoda Kodiaq 2024, Ruimte met de grote R

Test: Skoda Kodiaq 2024, Ruimte met de grote R

De tweede generatie Skoda Kodiaq bouwt verder op het succes van zijn voorganger met nog meer ruimte, nog meer praktische snufjes en nu ook een plug-inhybride motorisatie. Valt er nog iets op aan te merken?

3,3 /5 Test: Volkswagen Polo, nog steeds geen mini-Golf...

Test: Volkswagen Polo, nog steeds geen mini-Golf...

Heeft de 6e generatie Volkswagen Polo het na de facelift in zich om uit de schaduw van zijn grote broer te komen, de legendarische Golf?

3,5 /5 Test: Audi A3, naar een hoger niveau met de facelift

Test: Audi A3, naar een hoger niveau met de facelift

Na de Sportback en de sedan krijgt de Audi A3 een nieuwe Allstreet-versie met zijn facelift voor 2024. Maar is dit het enige interessante nieuws in het gamma van de compacte Duitser?

Aanbevolen nieuwe auto's voor jou

Meer nieuwe auto's

Benzine, Automaat

€ 27.547

Benzine, Manueel

€ 21.500

Diesel, Manueel

€ 32.584

Benzine, Manueel

€ 23.748

Aanbevolen tweedehands auto's voor jou

Meer tweedehands auto's

Benzine, Automaat

€ 23.500
2020
30.212 km

Benzine, Automaat

€ 28.995
2011
65.000 km
€ 52.900
2021
1.500 km
€ 52.990
2019
105.433 km