Skoda
De tweede generatie Skoda Kodiaq bouwt verder op het succes van zijn voorganger met nog meer ruimte, nog meer praktische snufjes en nu ook een plug-inhybride motorisatie. Valt er nog iets op aan te merken?
Er werden er al heel wat aangekondigd en er zullen er nog veel volgen: elektrische modellen van klassieke constructeurs. In de eerste plaats zijn dat vooral SUV’s, omdat die nu eenmaal in de smaak vallen bij het grote publiek, makkelijker plaats kunnen bieden aan grote batterijpakketten en daardoor een ruimer rijbereik hopen te garanderen dan de Renault Zoé, Nissan Leaf en Volkswagen e-Golf. Maar de aankomende Peugeot e-208 toont aan dat er ook heel wat beweegt bij de klassiekere modellen.
In het SUV-segment is het premiumoffensief alvast begonnen, met deze Jaguar I-Pace en de Audi e-tron, terwijl de Mercedes EQC in de coulissen staat. Ook massaconstructeurs willen hun deel van de koek. Hyundai bijvoorbeeld, met de Kona EV, en Kia, met de e-Niro.
De tekentafel
Jaguar bestempelt deze I-Pace alleszins ook als een SUV, al blijven wij een lichtjes andere mening toegedaan. Bij onze eerste test vonden we al dat de Brit het midden hield tussen een Tesla Model S en Model X. Maar hij drijft de vier wielen aan, kan spelen met zijn bodemvrijheid en weet wel weg op ruwer terrein.
Dat neemt niet weg dat de Jaguar er bijzonder futuristisch uitziet, met verzonken deurklinken, een sterk oplopende gordellijn en schuin aflopende gordellijn. Omdat de I-Pace van meet af aan als een elektrische auto werd ontworpen, die dus geen plaats hoefde te bieden aan een klassieke verbrandingsmotor.
Goed nieuws voor het interieur dus, waar de passagiers vooraan en achteraan over ruim voldoende plaats beschikken. Het dashboard sluit wat beter aan bij de overige modellen uit de Jaguar Land Rover-familie, met touchscreens en draaiknoppen voor infotainment en comfortfuncties, maar weet zich met het zwevende effect van de middenconsole nog voldoende te onderscheiden. De afwerkingskwaliteit staat zoals we van de Britten gewoon zijn op hoog niveau, de kofferruimte is met 656 liter ruim bemeten. Ze is niet erg diep, maar heeft wel een lage laaddrempel. Vooraan onder de “motorkap” zit er tot slot nog een opbergvak van 27 liter.
De testbank
De I-Pace haalt zijn kracht uit twee elektromotoren, een op elke as. Die zijn elk 200 pk en 348 Nm sterk, goed voor een gecombineerd vermogen van 400 pk en 696 Nm. De stroom voor de elektromotoren wordt geleverd door een 90 kWh sterke lithium-ionbatterij.
Dat levert de Jaguar in theorie een rijbereik op van 470 kilometer, maar dat cijfer is in de praktijk onderhevig aan allerlei factoren als weersomstandigheden en rijstijl. Wij haalden onze volledig volgeladen testauto bijvoorbeeld af op een koude winterdag, en kregen op het display een rijbereik van 296 kilometer te zien. Uiteindelijk verbruikten we gemiddeld 26,8 kWh/100 km, waardoor we in de praktijk rekening moesten houden met een rijbereik van 336 kilometer. Voor het opladen ben je aangewezen op elke nacht thuis bijladen of op snelladers, want de I-Pace heeft meer laadtijd nodig dan Jaguar zelf opgeeft. Al zou er in de toekomst verbetering op komst zijn.
Gelukkig maken zijn sportieve prestaties dat goed: accelereren naar 100 km/u doet de Brit in 4,8 seonden, en hij geeft zijn volledige vermogen natuurlijk al meteen van bij de start af. De I-Pace stuurt zwaar maar dynamisch, en laat zijn lage zwaartepunt voelen. De ophanging is erop voorzien om het 2,2 ton zware gewicht in toom te houden, waardoor ze wel eens stug wil reageren. Maar comfortabel rijden doet de Jaguar sowieso met de optionele adaptieve luchtvering.
De gadgets
Wie van de Jaguar I-Pace Tesla-niveaus van autonoom rijden verwacht, blijft wellicht op zijn honger zitten. Maar de Brit beschikt wel over de rijhulp die je in dit segment mag verwachten: een adaptieve cruise control met rijstrookhulp, alle mogelijke camera’s en waarschuwingssignalen voor verkeer rond de auto, en uitgebreide parkeerhulp. Verder doet de Jaguar wat je van hem mag verwachten. Digitale instrumentenpanelen, een uitgebreide audio-installatie, navigatie, digitale radio en uitgebreide smartphone-integratie.
De rekening
Totaalfactuur van dat alles? Minstens € 79.380. Jaguar voorziet drie uitrustingsversies: S, SE (€ 87.520) en HSE (€ 93.610), die alle drie degelijk zijn uitgerust. Ons testmodel was nog een uiterst volledige First Edition, met een prijskaartje van € 103.440. Die was dan wel standaard al voorzien van adaptieve luchtvering, een glazen panoramadak, matrix-led-koplampen enzovoort.
Zijn voornaamste concurrenten? Wellicht de Tesla Model X, met een prijskaartje van € 116.800 (100D), en de Audi e-tron, die met € 82.400 dichter bij de vanafprijs van deze Jaguar I-Pace uitkomt. De Mercedes EQC stond weliswaar op het salon van Brussel, maar heeft nog geen officieel prijskaartje.
Het verdict
Als de Tesla Model X de eerste elektrische SUV was, dan is de Jaguar I-Pace de eerste premiumconcurrent die hem het vuur aan de schenen legt. Overklast de Brit de Amerikaan? Ja en nee. De afwerking en het rijgedrag van de I-Pace staan een trap hoger en zijn prijskaartje is iets minder duur, maar qua rijbereik en laadtijd gaat de klassieke constructeur nog niet voorbij zijn Amerikaanse concurrent.
