Kia
Om te strijden tegen zijn Europese concurrenten, en om zijn bestaansrecht te verdedigen ten opzichte van zijn stijlvolle broertje, zet de Kia Ceed SW in op rationele argumenten. Maar kan hij daarmee verleiden?
Na een periode van dieselhybrides is stamhoofd Range Rover vorig jaar overgestapt op plug-in hybride benzinetechniek. Deze motorversie met de naam P400e ontdekten we vorig jaar al onder de motorkap van de grote baas Range Rover, maar ze is ook verkrijgbaar in de meer sportieve variant van de edele Britse terreinwagen Range Rover Sport. Dat helpt meteen om de basisprijs van deze plug-in hybride te drukken van 122.000 naar 89.500 euro. Mooi meegenomen.
Voor die prijs moet je wel genoegen nemen met een verbrandingsmotor met ‘slechts’ vier cilinders. Dat is in de basis een minder nobele architectuur dan de V6 van de Porsche Cayenne of de zes-in-lijn van de nieuwe BMW X5 in hun respectieve plug-in hybride versies. Dat merk je ook tijdens het gebruik door een klank die wat raffinement mist bij fors optrekken. Anderzijds slaagt dit kleine 2.0 Ingenium-turboblok met 300 pk er al in om de Range Rover Sport met verve aan te drijven. Temeer omdat hij hier uiteraard mooi wordt ondersteund door een elektromotor die indien nodig tot 116 pk ontwikkelt. In totaal beschik je zo over ‘voldoende’ vermogen, met 404 pk en een koppel van 640 Nm. Daarmee sprint je van 0 naar 100 km/u in 6,7 seconden en haal je een topsnelheid van 220 km/u.
Batterij neemt (een beetje) plaats in
Om zijn elektromotor met verse stroom te voeden moet de Range Rover Sport uiteraard een batterij meenemen. Die is van het lithium-iontype en kan 13,1 kWh opslaan. Ze zit onder de vloer van de koffer en pikt daar 77 liter ruimte in, zodat je niet langer de optionele twee extra noodzitjes kan bestellen waarmee een andere Range Rover Sport indien nodig tot 7 passagiers kan vervoeren. In de praktijk stoorden we ons vooral aan de nog iets hogere tildrempel als gevolg van de licht verhoogde koffervloer (al biedt de luchtvering wel soelaas als je de tijd neemt om op de juiste knop te drukken). Maar het vermindert ook de beschikbare hoogte onder de hoedenplank, wat de mogelijkheid tot het vervoeren van grote kisten of dozen wat beperkt. Toch blijft het totale laadvermogen voldoende voor dagelijks gebruik, met iets meer dan 700 liter. De beschikbare ruimte aan boord blijft uiteraard ook bijzonder genereus voor alle passagiers.
Ongeveer 35 kilometer
De elektromotor zit in de achttrapsautomaat geïntegreerd zodat de vierwielaandrijving van de andere Range Rovers Sport kon worden behouden (en dus ook alle zeer nuttige offroadfuncties), zelfs wanneer je zonder hulp van de verbrandingsmotor rijdt. Dat laatste kan zolang je omzichtig met het gaspedaal omspringt, en dat zelfs op de snelweg. Je moet echter wel rekenen op een reëel rijbereik van 35 tot 40 kilometer in de zuiver elektrische modus. Daarna moet de auto zo’n 8 uur aan een huisstekker worden gehangen om de batterij volledig op te kunnen laden. Het kan ook in iets minder dan 3 uur aan een laadpaal dankzij een interne lader van 7 kW.
Wat verbruikt hij?
Zoals bij elke plug-in hybride hangt het reële eindverbruik van deze Range Rover Sport P400e zeer sterk af van de gebruiksomstandigheden. Als je vooral korte trajecten rijdt en vaak de batterij oplaadt, dan zie je zeer lage verbruikswaarden opduiken die rond het officiële normverbruik van 3 l/100 km hangen. Omgekeerd kan een sportieve rijstijl de balans tot boven de 15 l/100 km brengen. Voor een volledig plaatje: wij sloten onze testweek af met een gemiddelde dat net boven de 9 l/100 km lag.
Meer dan 50 g CO2/km
Merk op dat de Range Rover Sport P400e een gehomologeerde CO2-uitstoot noteert van 71 g/km. Dat is hoger dan de beruchte grens van 50 g/km die onze regering vanaf volgend jaar hanteert om af te rekenen met zogenaamde “hephybrides”. Heel concreet betekent dit dat de Range Rover Sport P400e vandaag weliswaar een aftrekbaarheid van 90 procent geniet voor zelfstandigen of bedrijven, maar vanaf 2020 is dat nog maar… 40 procent. En dat verandert alles…
Om te strijden tegen zijn Europese concurrenten, en om zijn bestaansrecht te verdedigen ten opzichte van zijn stijlvolle broertje, zet de Kia Ceed SW in op rationele argumenten. Maar kan hij daarmee verleiden?
De N-sportafdeling van Hyundai heeft de elektrische SUV Ioniq 5 uitgerust met tal van kunstjes, rijmodi en specifieke functies. Maar is de Ioniq 5 N daarmee even opwindend als een sportwagen met verbrandingsmotor?
De facelift van de Opel Corsa trekt het stadswagentje visueel weer in lijn met de rest van het recentere gamma. Maar kan hij zich onderscheiden van zijn Stellantis-stalgenoten?
Suzuki heeft zijn kleine Swift een volledig nieuwe motor gegeven en direct ook het volledige uiterlijk aangepast. En toch... lijkt er niets te zijn veranderd! Goed of slecht nieuws?