Audi
De Audi SQ8 Sportback e-tron is officieel het summum van de elektrische SUV’s van Audi. Maar kan hij de dreiging van de modernere SQ6 e-tron weerstaan?
De Zoé vormde bij zijn lancering in 2012 het meest overtuigende elektrische aanbod: beperkte afmetingen, een ruime koffer, vijf zitplaatsen, vijf sterren in de Euro-NCAP-crashtests, een topsnelheid van 135 km/u en vooral een theoretisch rijbereik dat – voor het eerst voor een elektrische auto – volgens de NEDC-cyclus meer dan 200 kilometer bedroeg. Vandaag is de Zoé bovendien de meest verkochte elektrische auto in Europa.
De Nissan Leaf hoeft zich echter niet te schamen vergeleken met zijn Franse neef: wereldwijd is de Leaf de beste leerling van de klas. Deze Japanner is namelijk meest geproduceerde elektrische auto in de geschiedenis, met meer dan 250.000 exemplaren sinds zijn lancering in 2010 (2011 in Europa).
Afwerking en uitrusting: punt voor Nissan
Zelfs na zijn bescheiden update ontgoochelt de Zoé nog steeds met zijn plastiekerig interieur en basisafwerking. Wil je het rijbereik erbij betrekken, kan je zeggen dat de lichte afwerking de Zoé enkele kilo’s oplevert die de 300 kilogram aan meergewicht van de batterij beperken… De technische fiches pleiten alvast in zijn voordeel: de Renault Zoé Z.E. 40 weegt 1.480 kilogram, de Nissan Leaf 30 weegt 1.570 kilogram.
Maar de Fransman kost, batterij inbegrepen, minstens € 33.050, waarvoor je wel een betere afwerking en uitrusting wil. De Leaf kan dus een betere verhouding prijs/afwerking/uitrusting voorleggen.
Comfort: gelijkspel
Onderweg geeft de Nissan de indruk van een comfortabele auto op maat van de Amerikaanse markt. De Zoé is iets gevoeliger voor rol- en windgeluiden. Zijn rijhouding is ook minder comfortabel. Omdat de batterijen onderin zitten, heb je de indruk aan het stuur van een bestelwagen te zitten. Daardoor kan de Renault wel vijf zitplaatsen aanbieden, terwijl de Leaf zich moet beperken tot vier.
Over comfort gesproken: bij een elektrische auto kan je daar ook “zen-gevoel” onder verstaan. Met een nieuwe batterij van 40 kWh tegenover 31 kWh voor de Leaf is het verschil duidelijk: de lichtere en iets minder krachtige Zoé kan met een volle batterij verder dan de Leaf. In het slechtste geval, bijvoorbeeld in de winter en op snelwegen, geraak je met de Zoé 215 kilometer ver, met de Leaf minder dan 130 kilometer. Rij je op verschillende soorten wegen, kan je met de Renault 300 kilometer halen, maar met de Leaf niet meer dan 200.
Motor: punt voor Nissan
De elektromotor van 109 pk en 254 Nm van de Leaf zorgt voor iets betere prestaties dan die van de Zoé, ondanks een hoger gewicht. Renault biedt verschillende motoren aan voor zijn elektrische stadsauto. Maar zelfs de krachtigste versie (88 pk en 225 Nm) moet de duimen leggen voor de Nissan: 0-100 km/u in 13,2 seconden en een topsnelheid van 135 km/u, tegenover 11,5 seconden en 144 km/u. In beide gevallen beschikken de elektromotoren over voldoende koppel om door het verkeer te laveren zonder ooit ondergemotoriseerd aan te voelen.
Weggedrag: gelijkspel
In de Leaf of de Zoé heb je geen sportieve rijstijl nodig. Het chassis moet je dus ook nooit tot het uiterste drijven. Bij een gewone rijstijl zijn de auto’s dus niet zo verschillend. Het verschil zit vooral in de rijhouding. De Leaf heeft die van een klassieke auto, in de Zoé zit je hoger. Maar daardoor heb je ook een beter zicht rondom. Gelijkspel dus.
Prijs: punt voor Renault
Met de grote batterij kost de Fransman tussen € 33.050 en € 37.650 afhankelijk van de uitrustingsversie. De Nissan Leaf met batterij van 30 kW heeft geen instapversie en kost tussen € 35.600 en € 38.100. Voor dat geld heb je een betere afwerking en volledigere uitrusting.
Voor een elektrische auto is op dit moment vooral de grootte van de batterij van belang. Hoe groter, hoe” beter. Met min of meer gelijkaardige prijzen is de Zoé interessanter. In beide gevallen ligt de aankoopprijs een stuk lager (- € 5.900 voor de Nissan, - € 8.500 voor de Renault) wanneer je de batterij huurt.
