Bugatti
De opvolger van de Chiron is voor het eerst te zien onder een bijzonder kleurrijke laag camouflage.
Na de Tweede Wereldoorlog werd de Amerikaanse automarkt overspoeld door ronkende kleine sportwagentjes uit Europa, vooral uit het Verenigd Koninkrijk. Deze MG’s, Triumphs, Jaguars en Alfa Romeo’s verleidden de helden van de oorlog die op zoek waren naar kicks. De directie van General Motors was het beu om te moeten toekijken hoe deze Europese auto’s zoveel marktaandeel veroverden en besliste om terug te slaan met een tweezits roadster met een opwindende look.
Na het onvoorstelbare enthousiasme voor de conceptcar startte GM in 1953 de productie van de Corvette. Helaas ging onder zijn kunststof koetswerk een heel flauwe motor schuil, met name een zescilinder van 150 pk gekoppeld aan een tweetrapsautomaat. Dit gebrek aan technische ambitie (vooral de afwezigheid van een manuele versnellingsbak was een groot gebrek) deed de Corvette geen goed: in 1953 werden 300 exemplaren geassembleerd – op zeer artisanale wijze, trouwens – en in 1954 waren het er iets meer dan 3.600, waarmee hij ver achterbleef op de verwachtingen van GM.
Tegen 1955 herzag GM de verwachtingen daarom sterk naar beneden toe en besliste het niet meer dan 700 auto’s te bouwen. De toekomst van de Corvette leek gedoemd en de sportwagen werd ei zo na opgegeven. Drie opeenvolgende gebeurtenissen brachten echter redding:
De opvolger van de Chiron is voor het eerst te zien onder een bijzonder kleurrijke laag camouflage.
Naast een nog agressievere look, krijgen de Cupra Formentor en Leon nieuwe motorisaties die krachtiger zijn en meer rijbereik halen.
Een prototype van de Polestar 5 heeft van 10 tot 80% kunnen opladen in slechts 10 minuten dankzij een constant laadvermogen van 310 kW en pieken van 370 kW!
Onze spionnen hebben prototypes van de Audi A6 e-tron gespot met brede wielkasten en grote remschijven en -klauwen, die doen vermoeden dat we ook elektrische S- en RS-versies krijgen.