Smart
De elektrische SUV-coupé Smart #3 is meer dan zomaar een afgeleide van de #1. Maar maken zijn unieke kenmerken hem beter, of net minder leuk dan zijn kleine broertje?
Het gaat goed met Jaguar, dank u. Ook de aankoop van het merk door de Indiase Tata-groep blijkt een succes. We moeten erkennen dat Ratan Tata, die de teugels van de groep in handen had tot december 2012, een echte petrolhead is, zoals de Britten zeggen. Dat verklaart misschien het succes. Jaguar biedt nu een gamma aan dat jonger en aantrekkelijker is dan ooit en de Sportbrake vat die evolutie perfect samen.
De XF werd geïntroduceerd in 2008, het jaar waarin Ford Jaguar-Land Rover verkocht aan de Tata-groep. De XF verraste menigeen en brak met de conservatieve en starre stijl van de XJ en S-Type. Een gewaagde maar geslaagde zet, bevestigd door de laatste generatie van de XJ. De XF break, die Sportbrake heet, verscheen vorig jaar en heeft een lijn die bijna unaniem goed bevonden wordt. Ian Callum had een inspiratievolle tekenpen.
Op de Europese markt kun je een breakafgeleide van een berline moeilijk achterwege laten, zeker als het gaat om een berline met ambities. En die heeft de XF zeker, hij betreedt een jachtterrein dat gemonopoliseerd wordt door de Duitse constructeurs. De XF kan zich probleemloos meten met de onvermijdelijke BMW 5-Serie, Audi A6 en Mercedes E-Klasse. Deze modellen worden erg gewaardeerd op onze markt, maar kunnen niet zonder een break (alleen nog ‘utilitair’ door zijn naam) of zonder redelijke motoren die zuinig en fiscaal interessant zijn.
Jaguar heeft het goed begrepen en biedt sinds vorig jaar een 2.2-blok ontwikkeld door Peugeot. Dit blok levert 163 pk en is ook beschikbaar met 190 pk. Ook de drieliter V6 twinturbodiesel is beschikbaar in de Sportbrake, met naar keuze twee vermogens: 240 of 275 pk. Dat zijn de enige motoren die overgehouden werden voor deze elegante break, die standaard gecombineerd wordt met een opmerkelijke ZF-automaat met acht versnellingen en paletten aan het stuurwiel.
De Sportbrake neemt het platform van de XF over, inclusief de wielbasis. Dit platform is niet meer zo jong. Het verscheen al in 2000 onder de S-Type en maakte ook het mooie weer in enkele Ford-modellen zoals de Lincoln LS of de Thunderbird met neoretrostijl die tussen 2000 en 2005 verkocht werd.
In oude potten kookt men het best en dit platform hoeft zich niet te schamen voor zijn leeftijd. Zonder kunstgrepen, alleen door het goed afgestelde chassis, biedt de XF Sportbrake een topweggedrag op het niveau van de besten van deze categorie. Dit uitstekende weggedrag betaal je niet op het vlak van comfort, ook dat staat aan de top.
De Sportbrake past zich aan elk tempo aan. Bij een gematigd tempo rijdt hij even comfortabel als een limousine, maar het volstaat om het ritme op te voeren op kleine wegen om plezier te beleven achter het stuur, zonder ook maar een duimbreed aan comfort toe te geven. De Sportbrake onderscheidt zich van de berline door zijn automatisch geregelde pneumatische achterophanging, die een eventuele belading beter verwerkt. Een intelligente keuze van de ingenieurs van het huis, die de break hetzelfde rijgedrag wilden geven als de berline.
Het zou trouwens jammer zijn om de Sportbrake zomaar vol te stouwen met om het even welke lading, want het achtercompartiment is verzorgd afgewerkt als de rest van het interieur. De achterbank, die vanuit het interieur of de koffer neerklapt in 60/40-verhouding, creëert dankzij de hogere daklijn vijf centimeter meer hoofdruimte dan in de berline en een maximale laadruimte van 1.675 liter.
Ons model, uitgerust met een 2.2 met 163 pk, toonde zich op elk moment voldoende krachtig, zonder de panache te ontplooien die je van een Jaguar zou verwachten. De motor wordt goed geholpen door de automaat en presteert prima, terwijl hij weinig drinkt. Het gemiddelde verbruik bij onze test bedroeg een zeer aanvaardbare 6,7 l/100 km.
De intelligente start-stopfunctie werkt opmerkelijk discreet en reageert anders naargelang de druk die je uitoefent op het rempedaal, zodat je kunt vermijden dat de motor afslaat wanneer je het niet wilt. De viercilinder is niet zo melodieus als een zescilinder, maar zijn gegrom bij een stevige acceleratie klinkt niet onaangenaam.
De binnen- en buitenstijl is een aangename afwisseling voor de Duitse fabricaten. Het design oogt goed en de afwerking is vrij van kritiek. Als we moeilijk mogen doen, betreuren we dat het infotainmentsysteem niet op het beste niveau staat. De Jaguar-kop op het stuurwiel lijkt meer op een karikatuur dan op iets anders.
We waarderen de rijpositie en de leuke effecten zoals de ventilatiemonden die automatisch openen of de selectieknop van de automaat die uit de console opstijgt. Voor een prijs van 45.900 euro geeft deze ‘kleine’ Jaguar je veel meer dan de Duitse concurrenten, met bovendien extra exclusiviteit. Waarop wacht je om te brullen van plezier?
De elektrische SUV-coupé Smart #3 is meer dan zomaar een afgeleide van de #1. Maar maken zijn unieke kenmerken hem beter, of net minder leuk dan zijn kleine broertje?
De Lotus Emira krijgt naast zijn V6 nu ook een viercilinder onder de kap, meer bepaald de 2 liter-turbo uit de Mercedes-AMG A 45. Maakt dat de laatste sportwagen op benzine van Lotus interessanter, of net minder aantrekkelijk?
Voor deze derde generatie zoekt de Duster het hogerop en krijgt hij een gespierde look. Maar is hij zijn DNA van simpele en betaalbare SUV verloren?
De Macan wordt volledig elektrisch in zijn nieuwe generatie. Laten we zien of deze sportieve SUV met batterijen en zonder uitlaten ons even enthousiast maakt achter het stuur.