Getest: Audi R8 V10 Performance, het einde van een tijdperk

Want met de R8 speelt Audi nog steeds mee in het supercarsegment, tegen ronkende namen als Lamborghini, Ferrari en McLaren. Bij die concurrenten doet de turbo langzaam maar zeker zijn intrede, en bij de nog radicalere hypercars wordt zelfs al volop met hybride aandrijflijnen gewerkt. We mogen er dus van uitgaan dat de volgende generatie van deze Audi R8 het niet langer atmosferisch doet. Gelukkig voor de liefhebbers doet deze gefacelifte R8 dat nog wel.

De tekentafel

Een gefacelifte Audi R8 herken je trouwens meteen. Het ‘Singleframe’-radiatorrooster werd een stuk scherper getekend, en doet het voortaan zonder chromen biesje. De voorbumper werd bijgevijld en krijgt een bredere splitter, en net boven het radiatorrooster verschijnen drie sleuven. Die heeft de nieuwe Audi A1 Sportback trouwens ook, waardoor dit wellicht een nieuw kenmerk wordt van de Audi-designafdeling.

Achteraan wordt de luchtinlaat voor het motorcompartiment breder doorgetrokken, en is de diffusor prominenter aanwezig. De ovalen uitlaten hebben een chromen afwerking op de R8 V10 Quattro en een glanzend zwarte afwerking op de R8 V10 Peformance. Twee nieuwe koetswerkkkleuren en drie afwerkingen voor de details aan de buitenkant (glanzend zwart, mat titanium of carbon) maken het rijtje compleet.

Binnenin blijft alles eigenlijk bij het oude. Maar dat is zeker niet slecht: in het interieur van de R8 weet je niet waar eerst te kijken. Het digitale instrumentenpaneel, dat tegelijk alles van infotainment bevat? Het afgeplatte sportstuur, met de extra knoppen voor de rijmodi en de glanzend rode startknop? Of de minimalistische middenconsole, met de geweldig getekende bediening voor de klimaatregeling. De keerzijde blijft de ergonomie: je hebt even tijd nodig voor je vlot alle knoppen en menu’s weet staan.

De testbank

Maar die glanzend rode startknop, daar gaat het natuurlijk vooral om. Die vuurt nog steeds een atmosferische V10 aan, die 5,2 liter groot is. Het motorblok krijgt een partikelfilter en een licht gewijzigde sturing, waardoor het vermogen toeneemt. De ‘gewone’ versie, die voortaan R8 V10 Quattro heet, produceert nu 570 pk en 560 Nm. De ‘Plus’ heet nu R8 V10 Performance ,en is goed voor 620 pk en 580 Nm.

Het zijn de sleutels van die laatste die we in handen krijgen tijdens onze kennismaking op het circuit van Ascari, in Zuid-Spanje, dat er bijzonder nat bijligt. Geen ideale omstandigheden om de acceleratietijd naar 100 km/u in 3,1 seconden of de topsnelheid van 331 km/u te proberen – daar is het circuit trouwens te kort voor – maar wel een mooie gelegenheid om de Quattro-vierwielaandrijving te monsteren. Die geeft steeds de voorkeur aan de achterwielen, maar laat de voorwielen bijspringen wanneer dat nodig is.

En dat is wel eens nodig in het natte weer, want de R8 is nog steeds een gewichtig baasje, ondanks een optionele stabilisatorstang uit plastic dat met koolstofvezel werd versterkt tussen de voorwielen (een besparing van 2 kilogram) en remmen uit koolstofvezel (scheelt 11 kilogram) die standaard zijn op de Performance. Ook de architectuur met middenmotor vraagt wat gewenning. Maar gelukkig voorziet Audi in het Drive Select-systeem voldoende rijmodi en tolerantieniveaus voor het ESP. De ‘Performance’-rijmodus geeft je zelfs nog opties voor droog en nat wegdek, en voor sneeuw.

Dat neemt niet weg dat de Audi R8 nog steeds een verduiveld efficiënte stuurder is, die scherp en nauwkeurig instuurt, en die veel vertrouwen geeft doordat hij kleiner aanvoelt dan hij lijkt. Audi biedt zelfs optioneel Dynamic Steering aan, dat nog sneller moet reageren. Op circuit – en zeker op nat wegdek – leek ons de meerwaarde daarvan echter beperkt. Geweldig blijven nog steeds de ogenblikkelijke respons en het aanzwellende crescendo van de atmosferische V10 achter je, wanneer die het helemaal bovenin de toeren uitschreeuwt, de S tronic-zevenbak met dubbele koppeling bliksemsnel schakelt en de motor zijn longen opnieuw openzet.

De gadgets

Aan het einde van de rit blijft de Audi R8 V10 Performance een dagelijks bruikbare auto, met navigatie, Bluetooth, uitgebreide smartphone-integratie met wifi-hotspot, enzovoort. De Performance krijgt standaard zelfs een Bang & Olufsen-geluidsinstallatie met 13 speakers. Maar als je het ons vraagt, zet je die gewoon uit en luister je naar de muziek van de V10 achter je…

De rekening

Keerzijde van de medaille bij deze facelift is dat je voor het toegenomen vermogen ook een hogere prijs betaalt. De R8 V10 met 570 pk kost je in zijn gesloten versie € 168.500, terwijl je voor de Spyder € 182.500 neerlegt. De 620 pk sterke Performance betaal je dan weer € 202.500 als Coupé, en € 216.500 als Spyder. Daarmee sluit de R8 mooi aan bij concurrenten als de Lamborghini Huracán en McLaren 570 S, maar blijft de vraag in hoeverre het merkimago meespeelt in dit exclusieve segment.

Het verdict

De Audi R8 is altijd een veelzijdige supercar geweest, en daar verandert deze facelift gelukkig niks aan. Zijn sterke punten blijven zijn dagelijkse bruikbaarheid en zijn fabelachtig klinkende atmosferische V10. Al zou dat wel eens een van de laatste keren kunnen zijn dat we zoiets kunnen schrijven…