Brixius Kell

21 FÉV 2013

Robert Doornbos

Het ziet ernaar uit dat onze Noorderburen met Giedo van der Garde weer een landgenoot hebben op de grid van het komende F1-seizoen. Het zal ongetwijfeld herinneringen oproepen aan de periode 2005-2007 toen Albers en Doornbos met wisselend succes actief waren in de formule 1. In 2005 reden ze zelfs samen voor Minardi, dat daarmee wel heel oranje kleurde. Van de twee hield Albers het het langst vol. Maar ik had altijd meer sympathie voor Doornbos. Omdat hij, ook al legde hij steeds de nodige professionaliteit aan de dag, toch steeds de nodige lichtheid kon behouden bij het aanpakken van de hele zaak. Kwinkslag hier, grapje daar. Maar wel bloedsnel éénmaal achter et stuur. En ook omdat ik het voor underdogs heb. En dat was Doornbos in zekere zin ook. Het feil alleen al dat hij het überhaupt tot de formule 1 schopte, mag een klein wonder heten in een tijdperk waarin de norm voor piloten is dat ze toch minstens vanaf hun zesde levensjaar dagelijks in een kart zitten. Doornbos zijn verhaal is in dat opzicht atypisch. En daarom eerder charmant. Op zijn zesde zat Robert namelijk helemaal niet in een kart, maar stond hij, raket in de aanslag, op het lokaal tennisveld. En dat deed hij niet slecht. In die mate dat hij zo rond zijn 18de levensjaar in het Nederlandse semi-professionele circuit meedraait. Het geeft hem voldoende naambekendheid om in 1998 door Williams als VIP uitgenodigd te worden op de Grand Prix van België. Hij raakt er gefascineerd door autosport en besluit een racecursus te gaan volgen. Via de Formule Opel Lotus, Formule Ford, F3 en F3000 komt hij uiteindelijk in 2005 terecht in de F1. Zoals reeds vermeld, op zich al een klein wonder. In 2007 stapt Robert over naar de Amerikaanse Champ Cars en wordt er rookie of the year. Maar wat indrukwekkender is, is dat hij in zijn eerste seizoen ei zo na het kampioenschap wint. In zijn rookie-seizoen! Iets wat alleen Nigel Mansell ooit gelukt is. Opmerkelijk voor iemand die pas op zijn 18de begon met racen. Zijn prestaties in de Champ Car Series leveren hem niet alleen vrienden op. Sebastien Bourdais beklaagt zich bij de regelmaat van de klok. Na de race op Mount Tremblant, die door Doornbos gewonnen wordt, bijvoorbeeld. Bourdais beklaagt zich over vermeend blokken door Doornbos. Op het podium wil Robert de zaak recht trekken en biedt zijn hand aan. Die door Bourdais geweigerd wordt. Voldoende reden voor Doornbos om ook een citroenen-smoel uit de kast te halen, wat voor dit hilarische kiekje zorgt. Copyright Champ Car World Series 2007. Na 2007 fuseert de Champ Car Worldseries met de IRL. 2008 wordt bijgevolg met nieuwe wagens gereden. Robert vindt zijn draai niet meteen. Het gaat bergaf en, zoals zo vaak met beloftevolle rijders, sterft de carrière een stille dood bij gebrek aan de juiste opportuniteiten. Doodzonde eigenlijk, want dat seizoen 2007 was zo veelbelovend.  
PUBLICITÉ
PUBLICITÉ
PUBLICITÉ