François Piette

24 FEB 2012

Schot in de roos

Duizend kubieke centimeter: zo klein is de petieterige nieuwe driecilinder die de Ford Focus aandrijft. Een Luxemburgse collega vroeg zich zelfs af of er een motortje voor de elektrische ruiten onder de motorkap ligt. De microscopisch kleine benzinemotor kan de concurrentie op ideeën brengen.

Downsizing

Kort samengevat komt het idee erop neer om meer te halen uit minder. Of anders gezegd de motoren verkleinen en tegelijk de prestaties verbeteren en de het verbruik verminderen. Zo wordt de atmosferische 1.6 van de Focus vervangen door een driecilinder met een cilinderinhoud van 1 liter.

Blik op het gamma

Terwijl nauwelijks twee jaar geleden nog alle benzinemotoren van het Focus-gamma op een natuurlijke manier ademden, zijn ze vandaag allemaal drukgevoed. Het benzinegamma begint bij deze kleine 1.0 (100 of 125 pk), gaat voort met de 1.6 (150 of 182 pk) en eindigt met de 2.0 (250 pk) in de Focus ST, die op komst is.

Ongeacht of hij 100 of 125 pk ontwikkelt, deze driecilinder ontwikkelt altijd hetzelfde koppel: 170 Nm bij 1.500 tr/min. Maar de krachtigste van de twee levert dankzij een overboostfunctie tijdelijk 200 Nm en voegt één versnelling toe aan de bak, die er zes telt in totaal.

Hoe minder verbruiken?

Drie cilinders en 1 liter cilinderinhoud lijkt bescheiden, maar dat betekent niet dat deze motor het ook echt is. De ingebouwde technologie is indrukwekkend, vooral voor zo’n kleine motor. Een ingenieur vertrouwde ons zelfs toe dat de motor in de Focus werd gelegd omdat hij te duur is voor de Fiesta, tenminste in eerste instantie. Uiteindelijk zal deze kleine krachtbron ook de Fiesta, de B-Max en de C-Max aandrijven.

Om een dergelijk vermogen en koppel te ontwikkelen, is deze motor uitgerust met een turbo. En die turbo is zo klein als een champignon uit de smurfenwereld. Hij is afgesteld voor lage toerentallen en draait 248.000 tr/min onder zware druk. Nog wat de inlaat betreft, verbeteren de directe injectie en de variabele distributie (op beide nokkenassen, alstublieft) het rendement.

Toptechnologie

Onder de andere gebruikte technologieën zien we de uitlaatcollector die geïntegreerd werd in het blok, wat de koeling van de uitlaatgassen verbetert. Er is geen balansas, het vliegwiel compenseert de typische trillingen van een driecilinder en de krukas ligt niet in het midden. Tot slot verhoogt de distributieriem in oliebad de levensduur van de motor.

Zwijgen is goud

Goed, nu moeten we dat allemaal eens uitproberen. Voor deze eerste test stelde Ford verschillende versies met 125 pk ter beschikking. We zetten de motor aan en … er gebeurt bijna niets. Geen enkele trilling. Zelfs het typische klettergeluid van een driecilinder hoor je niet. Zou deze discretie een saai temperament verbergen?
Absoluut niet, de motor is erg geslaagd. Hij is ongelooflijk soepel en herneemt bijna vanaf stationair toerental! Daarna duwt hij krachtig, zonder onderbreking en heel lineair. Ongeacht het toerental levert hij de nodige Newtonmeters. Hij houdt lang vol, maar we voelen dat hij boven 5.000 tr/min geleidelijk buiten ademt geraakt.

Je hoort niets of bijna niets. Pas wanneer je hem in de toeren jaagt, weerklinkt het geweldige gebrul van een driecilinder maar het blijft altijd discreet en aangenaam.

Kers op de taart: het lage gewicht van de motor op de vooras maakt de Focus nog wendbaarder. De berline van Ford staat al bekend om zijn weggedrag en is in deze versie absoluut meesterlijk op bochtige wegen.

Aan de pomp

Als verbruik kondigt Ford 4,8 l/100 km (109 g CO2/km) aan voor de versie met 100 pk en 5 l/100 km (114 g CO2/km) voor de versie met 125 pk. Na onze eerste test lijkt het mogelijk om het verbruik tussen 6,5 en 7 l/100 km te houden bij een normale rijstijl en op een gevarieerd parcours.

Advertentie
Advertentie
Advertentie