Nu de hele wereld bijna tot stilstand is gekomen, is ook de vraag naar ruwe aardolie gekelderd, en net op dit moment bikkelen Rusland en de OPEC over de olieproductie waardoor de prijzen al even onder druk staan. Op maandag 20 april leidde dat tot een historisch feit: op de Amerikaanse markt zakte de prijs voor een vat ruwe aardolie naar -37,63 dollar. Dat betekent met andere woorden dat wie een vat ruwe aardolie ‘koopt’, er dat bedrag bij krijgt. Wat is er aan de hand? Allereerst gaat het om prijzen op de groothandelsmarkt. Particulieren of bedrijven hebben daar geen toegang toe. Vandaag kopen groothandelaars hun olie voor de maand mei aan. Omdat vele groothandelaars blijkbaar verwachten dat de wereldwijde vraag tegen dan nog niet voldoende zal zijn toegenomen, willen zij geen vaten meer kopen. Je moet die namelijk ook ergens fysiek kunnen wegzetten en de opslagplaatsen raken verzadigd. Ook de olieproducenten zitten al met overschot en moeten dus van hun voorraad af. Deze combinatie van overaanbod en een volledig weggevallen vraag heeft voor het eerst in de geschiedenis geleid tot een negatieve olieprijs: het kost de producenten meer om de vaten te stockeren dan om ze met verlies weg te geven.
Vanaf dinsdag 21 april is het gedaan met bestellingen plaatsen voor mei en start de verkoop voor juni. Daar verwachten groothandelaars blijkbaar meer van, want voor die maand wordt al meer dan 20 dollar per vat geboden. Een paar jaar geleden piekte de prijs van een vat ruwe aardolie nog boven de 100 dollar per vat.