Testen

de Mini Se7en

Wie alleen de Mini made by BMW kent, staat wellicht even versteld van deze titel als de fans van de Mini uit 1959, die toen Austin Mini Se7ven of Morris Mini Minor heette, perplex staan door de Paceman. De link? De Paceman is het zevende lid van wat in een tiental jaren een echte familie geworden is. De Mini is er als Hatch, Cabrio, Clubman, Coupé, Roadster, Countryman en nu ook Paceman.

  • Wouters Bruno
  • 20 mei 2013
  • MINI
Voor- en nadelen
  • Gezond en leuk weggedrag
  • Originele stijl
  • Afwerking voor verbetering vatbaar
  • Beperkte binnenruimte
  • Te hoge prijs

BMW is erin geslaagd om rond een mythisch model een heel merk te bouwen. De Mini verschilt van al zijn concurrenten. Dat zijn premiummodellen maar ook auto’s als de 500 van Fiat, de Beetle van VW, de DS3 van Citroën of de nieuwe Adam van Opel. Om het succes te bestendigen is er maar één manier: groeien, meer modellen lanceren en alle niches vullen zelfs al zijn de Hatch en de Countryman op zich al goed voor bijna 80 procent van de verkoop.

De Duitse groep heeft er een specialiteit van gemaakt om verschillende variaties op hetzelfde thema te brengen. Soms leidt dat tot nieuwe segmenten zoals de Sports Activity Coupé X6, afgeleid van de X5. Het gebruikt hier hetzelfde recept door van de SUV Countryman een ‘coupé’ met twee deuren en dalend dak af te leiden. Een gewaagde, maar geslaagde zet: de Paceman heeft een uitstraling die uniek is op de markt. En om de exclusiviteit te verstevigen, zal hij alleen als vierzitter leverbaar zijn, met vier aparte zetels.

De look

Esthetisch neemt de Paceman het platform en de afmetingen (op enkele millimeters na) over van de Countryman van de neus tot aan de A-stijlen. Daarna maakten de vier deuren van de Countryman plaats voor twee grote deuren in de meer gesculpteerde flanken verlengd met bredere heupen achteraan. Het verschil zie je nog meer aan het sterk dalende dak, de steile C-stijlen en de horizontale achterlichten, die definitief aangeven dat dit een specifiek model is.

In het interieur verschilt de boordplank niet van die uit de Countryman en wordt de typische Mini-stijl gebruikt, met als orgelpunt de centrale teller, zo groot als een stationsklok. Aan de plastics veranderde niets, ze ogen niet echt flatterend en het alom tegenwoordige zwart maakt alles nogal duister. Het originele design van de deurpanelen compenseert dat gelukkig, net als de vier zetels, die erg fraai zijn, zeker met lederen bekleding.

Vier plaatsen

Met plezier zien we de aluminium Center Rail terug, die hier doorloopt van de versnellingspook tot aan de achterbankleuning. Een originele toets in de cockpit. We gaan even achterin zitten en worden ons bewust dat de achterzetels meer naar voren staan dan in de Countryman en dat het moeilijk wordt voor een volwassene van meer dan 1,8 meter om niet met zijn hoofd tegen het dak te zitten. Onmogelijk zelfs met het optionele glazen dak van onze Paceman. De keerzijde van een exclusief profiel.

Top van het Mini-gamma

De Paceman staat aan de top van het Mini-gamma en heeft geen One-basisversies. Het motorengamma begint bij de Cooper en zijn atmosferische 1.6 met 122 pk, loopt verder met de Cooper S met hetzelfde blok maar dan met compressor (163 of 184 pk) en eindigt bij de John Cooper Works met 218 pk. Bij de diesels is er keuze tussen de Cooper D (1.6, 112 pk) en de Cooper SD (2.0, 143 pk).

Qua transmissie lijken de diesels in het voordeel want zowel de Cooper D als de Cooper SD kan uitgerust worden met vierwielaandrijving, terwijl die bij de benzines alleen voor de Cooper S beschikbaar is als optie en op de JCW standaard is. De handgeschakelde zesbak kan in alle gevallen vervangen worden door een zestrapsautomaat met paletten aan het stuur (standaard of optioneel, naargelang het model).

Maak jouw keuze

Zoals gewoonlijk bij de Brits-Duitse constructeur maakt een hele reeks opties, uitrustingen en afwerkingen bijna elke Paceman uniek. Maar dat vergt een serieuze financiële inspanning. De Paceman is al 4.000 euro duurder dan een Hatch, 2.300 euro duurder dan een Clubman en 1.100 euro duurder dan een Countryman.

We reden eerst met een Cooper S met voorwielaandrijving. Verrassend: de voortrein het geen enkele moeite om het vermogen op de weg over te brengen.De 17-duimsvelgen met 205/55-banden waarmee onze S uitgerust was, bederven de pret niet. De Paceman Cooper S is aangenaam in gebruik en heeft een ophangingscomfort dat de Hatch niet kan bieden.

De rijeigenschappen zijn hetzelfde als in de Countryman: de Paceman is nooit vervelend, al kunnen we het ook niet sportief noemen. Het blok schiet nooit tekort, maar in het koetswerk dat even zwaar is als bij de Countryman (1.380 kg) is het niet overdreven.

JCW is not enough

We kruipen vervolgens achter het stuur van de Paceman John Cooper Works met  218 pk, vier aangedreven wielen en automaat. De stijl kan zowel bekoren als irriteren. De rode versieringen op de motorkap of koffer zijn niet echt onze smaak. Het rode plastic in het interieur en de rode stiksels van het stuur, krijgen we al te zien  sinds de Golf GTI uit 1976, maar blijft blijkbaar bevallen. Nu het toch over smaken en kleuren gaat: vink de 19-duimsvelgen niet aan op de optielijst, dat is goedkoper en de passagiers zullen je dankbaar zijn.

Voorts laat de vierwielaandrijving toe om je te amuseren en met de 218 paarden te spelen zonder zorgen. De prestaties zijn correct, maar wederom niet uitzonderlijk. Ooit deed een vermogen van 218 pk dromen, maar als er 1.495 kg moet voortbewogen worden, dooft de droom al snel uit en zijn we veraf van extreme sensaties. 

Is het een goed idee om een Paceman te kopen? Wil je met iets anders rijden, dan zonder twijfel wel. Een originele stijl, een amusant weggedrag, correcte prestaties: je wordt zeker niet gestraft achter het stuur. Wel moet je diep in de buidel tasten en een toegift doen op interieurruimte, want de twee plaatsen achterin kunnen moeilijk twee volwassenen ontvangen.

Meer lezen over:

Over de auteur: Wouters Bruno Bruno Wouters schrijft sinds 2005 voor Vroom. Als iets wielen en een motor heeft, is Bruno een gelukkig man.
Technologische evoluties boeien hem zeker, maar sensaties zoekt hij het liefst op plattelandswegen met een Morgan of met de motor.
Foto's ©: Bruno Wouters. Source ©: Mini.

Aanbevolen tests voor jou

Meer tests
3,6 /5 Test: Smart #3, praktischer, maar minder leuk

Test: Smart #3, praktischer, maar minder leuk

De elektrische SUV-coupé Smart #3 is meer dan zomaar een afgeleide van de #1. Maar maken zijn unieke kenmerken hem beter, of net minder leuk dan zijn kleine broertje?

4,1 /5 Test: Dacia Duster, knappe kop zonder dikke nek

Test: Dacia Duster, knappe kop zonder dikke nek

Voor deze derde generatie zoekt de Duster het hogerop en krijgt hij een gespierde look. Maar is hij zijn DNA van simpele en betaalbare SUV verloren?

3,7 /5 Test: Lotus Emira, de Cayman-killer?

Test: Lotus Emira, de Cayman-killer?

De Lotus Emira krijgt naast zijn V6 nu ook een viercilinder onder de kap, meer bepaald de 2 liter-turbo uit de Mercedes-AMG A 45. Maakt dat de laatste sportwagen op benzine van Lotus interessanter, of net minder aantrekkelijk?

4,0 /5 Test: Porsche Macan, even geslaagd als EV?

Test: Porsche Macan, even geslaagd als EV?

De Macan wordt volledig elektrisch in zijn nieuwe generatie. Laten we zien of deze sportieve SUV met batterijen en zonder uitlaten ons even enthousiast maakt achter het stuur.

Aanbevolen nieuwe auto's voor jou

Meer nieuwe auto's

Diesel, Manueel

€ 32.584

Benzine, Manueel

€ 21.500

Benzine, Manueel

€ 23.748

Benzine, Automaat

€ 27.547

Aanbevolen tweedehands auto's voor jou

Meer tweedehands auto's
€ 52.990
2019
105.433 km

Benzine, Automaat

€ 23.500
2020
30.212 km

Benzine, Automaat

€ 28.995
2011
65.000 km
€ 52.900
2021
1.500 km