Car-Pass: Belgisch succes is voorbeeld voor Europa

Bij amper 0,20 procent van alle auto's met wettelijk verplichte Car-Pass wordt nog gefraudeerd met de kilometerteller. Met dat mooie resultaat geeft België het goede voorbeeld aan de rest van Europa. Het systeem om de kilometerstand bij te houden in een databank begon pas op 1 september 2006. En het werkt.

15 miljoen gegevens

Vorig jaar ontving Car-Pass bijna 15 miljoen kilometerstanden, het hoogste aantal sinds het begin. Die gegevens komen van 11.280 autobedrijven. De dertig grootste dataleveranciers gaven 43,5 procent van alle informatie door. De ondernemingen van de technische keuring staan op kop. In totaal werden vorig jaar 750.005 certificaten afgeleverd. Tot zover de theorie.

Fraudegevallen

Het aantal fraudegevallen is marginaal geworden. De grootste uitschieter is een Iveco Daily bestelwagen waarvan de tellerstand met 400.000 km verminderd werd. Dat is tien keer rond de aarde. Gemiddeld wordt de teller met ongeveer 73.000 km teruggedraaid. Dat blijft aanzienlijk. De fraude vertegenwoordigt nog altijd een verlies van ongeveer 4 miljoen euro voor de consument.

België als voorbeeld

Ons land scoort veel beter dan onze vier buurlanden. Een economische studie uitgevoerd door de vzw Car-Pass heeft aangetoond dat de kosten voor de autokopers daar oplopen tot 1,5 miljard euro. Car-Pass roept de Europese Commissie dan ook op om van de fraudebestrijding een prioriteit te maken.

Label voor zoekertjes

Car-Pass lanceerde in 2010 het label Car-Pass OK. Dat verschijnt bij zoekertjes op het internet als de geschiedenis van de auto in de databank geen gekke sprongen vertoont en als de vermelde kilometeraantal overeenstemt. Het label is een belangrijke aanvulling op het Car-Pass-certificaat en werd vorig jaar toegekend aan 19.177 auto's.