Vergeet me niet

Dynamischer

Een grote Yaris: dat is meestal de eerste opmerking die we horen over de vroegere Auris. De compacte Japanner kampte met een gebrek aan persoonlijkheid. Toch straalde de ronde koetswerkvorm een zekere charme uit. Met zijn nieuwe front oogt de Auris heel wat dynamischer. De ontwerpers veilden hun potlood en tekenden een nieuwe motorkap, ander radiatorrooster, nieuwe lichtblokken en bumpers en een kleine spoiler. Achteraan wordt in de bumper een pseudodiffuser geïntegreerd, waardoor de auto groter lijkt.

Betere kwaliteit

Terwijl een zachte bekleding zowat de norm is voor boordplanken, moest de Auris het stellen met hard en hol klinkend plastic. Bij de nieuwe versie wordt dit verholpen en krijg je meer een gevoel van kwaliteit. De nieuwe kunststof ziet er niet alleen aangenamer uit, ze voelt ook fijner aan. Voorts zien we nog een nieuwe handremgreep en een armsteun op de centrale console.

Dynamisch onderstel

De Auris oogt niet alleen dynamischer, ook onder het koetswerk werd er hard gewerkt om de sportieve ambities te verwezenlijken. Een bi-turbo met 250 pk staat niet op het programma, maar de motoren en het onderstel werden grondig herzien. Zo werd de ophanging meer op Europese leest geschoeid, waarbij de koetswerkbewegingen beter in de hand worden gehouden. De wegligging is efficiënter en de stabiliteit bij hoge snelheid verbeterde sterk. Ten slotte kalibreerde Toyota de stuurinrichting opnieuw voor een betere feedback.

Motoren

In afwachting van de hybrideversie deze zomer met dezelfde techniek als de Prius, verwelkomen we alvast een volledig nieuw motorengamma. De vier motoren zijn voorzien van Optimal Drive, zeg maar de Japanse versie van het EfficientDynamics van BMW. Dat vertaalt zich in meer vermogen en minder verbruik.

Bij de benzineversies starten we met de 1,33 l met start-stopsysteem. Deze versie levert 99 pk en verbruikt 5,8 l/100km. De CO2-uitstoot bedraagt 136 g/km. Hogerop vinden we de 1,6-liter met variabele distributie van 132 pk.

Bij de diesels zal de 1.4 D-4D van 90 pk het gros van de verkoop voor zijn rekening nemen. Die beantwoordt aan de Euro5-normen en mist op het nippertje (3 g) de overheidskorting. Maar met 118 g CO2/km en een gemiddeld verbruik van 4,5 l/100 km kun je moeilijk van een gulzige motor spreken. De 2-liter diesel is met zijn 126 paarden nog krachtiger pk en verbruikt 5,2 l/100 km.

Op de weg

Voor onze testrit kozen we de 1.4 D-4D, die maakt tenslotte tweederden van de verkoop uit. Hij is koppelrijk en stil en presteert correct. Het is een aangename motor die met de uitzonderlijke manuele bak beter bediend is dan met de gerobotiseerde versnellingsbak. Het gebruikscomfort van deze laatste is sterk verbeterd, maar het beheer komt soms nog wat finesse tekort, vooral bij lage snelheden.

Bij de benzinemotoren toont de 1,33-liter zich erg lineair, maar hij komt koppel tekort in de lage toeren. Een goede keuze voor in de stad omwille van zijn zachte werking en start-stopsysteem, maar voor een rit op autosnelwegen neem je beter de 1,6-liter of een diesel.

De grootste evolutie is het onderstel. De Auris stuurt evenwichtig en gezond en stuurt gemakkelijk. Op geen enkel moment bracht hij ons in moeilijkheden, ook al hebben we hem niet gespaard. De stuurinrichting is uitstekend, precies en goed ontdubbeld.

Prijs

De prijzen beginnen bij 16.270 euro voor de versie met vijf deuren. Dan rijd je met de 1,33-liter in Terra-uitvoering (het basismodel bij Toyota). Maar de meeste Aurissen zullen toch verkocht worden met de 1.4 D-4D onder de motorkap.. In Luna- en Blade-uitvoering kost die respectievelijk 19.245 en 20.270 euro.