BMW
Naast een nieuwe look krijgt de facelift van de BMW i4 een nieuwe motorisatie, de xDrive40 met 295 kW (401 pk) en 548 km autonomie.
1. Een schot in de roos vanaf de eerste minuten
De kranten spraken al langer over een revolutionair model bij Citroën, maar het merk loste niets. Op 5 oktober 1955 ging dan op het salon van Parijs het doek van het opvallendste model uit de merkgeschiedenis. Tijdens de eerste 15 minuten van het salon werden er maar liefst 743 bestelbonnen getekend. Op het einde van de eerste dag stonden er 12.000 handtekeningen. Op het einde van het salon: niet minder dan 80.000! 62 jaar later is dat record nog steeds niet geëvenaard…
2. Een hydraulisch systeem bediende alles
In 1955 was de grote meerderheid van de auto’s achterwielaangedreven, met manuele versnellingsbakken met drie of vier verzetten en een extreem zwaar stuur. Dan kwam Citroën op de proppen met de onwaarschijnlijke DS, met een hydraulisch systeem dat de zelfregelende ophanging aanstuurde, de rem- en stuurbekrachtiging, de koppeling en de semi-automaat,… Het systeem was op de eerste modellen weliswaar niet zo betrouwbaar…
3. De motor was de zwakke plek
Voor dit slagschip wilde Citroën eerst een gloednieuwe zescilinder boxer ontwikkelen, die lucht- of watergekoeld zou zijn. Maar die motor geraakte niet klaar, en Citroën kon ook niet gaan voor de zes-in-lijn van zijn voorganger, de Traction 15/6. Het werd daarom de oude viercilinder uit de Traction 11. Doorheen de jaren werd die verbeterd, betrouwbaarder en krachtiger. Maar zo romig als de motoren van de concurrentie werd hij nooit: hij was zwaar, hield niet van hoge toeren, had een verouderd ontwerp en klonk weinig inspirerend. Hij deed de auto dus geen eer aan.
4. De naam zei alles
De naam DS verwees naar “déesse”, het Franse woord voor godin. De basisversie heette ID (“idee”). De namen waren woordspelingen met de “D”, de codeverwijzing voor de motor.
5. Het zat in de details
De DS zit tjokvol details die vandaag nog moeilijk voor te stellen zijn: een dak in plastic voor een lager zwaartepunt, een éénspakig stuur, velgen met centrale moer (tot 1966), een reservewiel onder de motorkap (voor de radiator), een versnellingspook die ook als starter diende, een zicht naar achteren dat ook met de koffer open gegarandeerd was, koplampen die meedraaiden met de wielen (vanaf 1967), banden van verschillende grootte vooraan en achteraan, vleugels die achteraan met één vijs vast waren gemaakt, een smaller spoor achteraan, deuren zonder raamomlijsting, een knop (bijna champignonvormig) als rempedaal,…
6. Hij redde het leven van Charles de Gaulle
Op 22 augustus 1962 kostte een aanslag bijna het leven aan generaal De Gaulle. De met kogels doorzeefde DS slaagde er toch in om met lekke voorbanden zijn aanvallers af te schudden. Een andere auto was het niet gelukt, maar de Citroën was zo stabiel dat de chauffeur ondanks de lekke banden weggeraakte. De Gaulle was zo onder de indruk van de auto dat hij zwoer altijd met een DS te rijden. Het was bovendien een van de zeldzame modellen waar hij met zijn lengte in paste. Nog een weetje: de DS is een van de zeldzame auto’s die op drie wielen kan rijden. Om een wiel te vervangen heb je trouwens geen krik nodig: de hydraulische ophanging vangt dat op.
7. Hij won twee keer de rally van Monte Carlo
Dankzij zijn geweldige weggedrag blonk de DS uit in uitdagende rally’s. De voorwielaandrijving en hydraulische ophanging konden heel wat moeilijkheden aan. In 1959 en 1966 won de Citroën de rally van Monte Carlo, in 1961 en 1963 de rally van Corsica, en in 1969 en 1970 de rally van Marokko.
8. Hij kreeg bijna een speciale motor
Omdat de motor de zwakke plek van de DS was, wilde Citroën er begin jaren 70 iets aan doen. De constructeur werkte aan een tweetakt-1.8 met vier cilinders in V-vorm. Die had een compressor die op zijn beurt werd aangedreven door een tweede motor, een 200 cc grote viertakt. De versnellingsbak kreeg een versnelling vooruit en een achteruit. Betrouwbaar was het geheel niet, dus de ontwikkeling van deze speciale motor werd al snel gestaakt…
9. De cabriolets zijn een fortuin waard
DS-cabriolets, gebouwd door Chapron of Citroën, zijn vandaag veel waard: prijzen beginnen vanaf € 150.000 voor een mooi exemplaar!
10. Hij speelde mee in heel wat films
Er werden 1,46 miljoen exemplaren gebouwd, waarvan 1,33 miljoen alleen voor de Franse markt. De DS draafde dus op in heel wat films: de klassieke de Funès-films, Scarface, Back To The Future 2 en X-Men, om er maar enkele te noemen…
