Van alle pausen
heeft Johannes-Paulus II zonder twijfel de meeste kilometers afgelegd. Tijdens
zijn lange pontificaat heeft hij de hele wereld afgereisd. Daarom zijn
verschillende wagens gebouwd om hem door grote mensenmassa’s te vervoeren,
waarbij hij goed te zien was maar wel veilig was. In het wagenpark van de
Heilige Stoel stonden onder meer een Fiat Campagnola, een Toyota Land Cruiser
en een imposante Mercedes G-Klasse.
In de herfst
van 1982 stond een reis op de planning naar Spanje, met als hoogtepunt een
openluchtmis in het stadion van Santiago-Bernabéu van Madrid. Het Vaticaan had
elk detail geregeld, maar besefte pas heel kort voor het evenement dat geen
enkele van de pausmobielen door de poorten van het stadion paste. Er moest dus
heel snel een pausmobiel in elkaar worden geknutseld aangezien de heilige vader
zich niet te voet kon verplaatsen door een bomvol stadion.
Seat brengt
redding
Om snel een
gemakkelijk te kunnen reageren werd een plaatselijke autobouwer aangesproken:
Seat, gevestigd in Martorell, een voorstad van Barcelona. De veiligheidsdienst
van het Vaticaan bestelde er een voldoende compacte pausmobiel om tot in het
Madrileense stadion te kunnen rijden. Seat bouwde sinds 1980 de Fiat Panda
onder licentie. Op het studiebureau van het merk besefte men al snel dat dit
het enige model was dat in de arena kond rondrijden en dus schoten de Spaanse
techniekers in actie.
Een preproductiemodel dat diende om onderdelen
binnen de fabriek rond te rijden werd opgevorderd. Het dak van de auto werd
verwijderd, de voorruit kon worden neergeklapt en het koetswerk werd
verstevigd. Achterin werd een beugel gemonteerd zodat Johannes-Paulus II zich
kon vasthouden tijdens het rijden. Op minder dan twee weken knutselden de
mensen van Seat een auto in elkaar die weliswaar Spartaans was, maar die wel
perfect zijn werk deed.
Vandaag
maakt deze buitengewone Seat onderdeel uit van de vaste collectie van het Museo
Seat in Barcelona.
Over de auteur: Sepulchre Pierre-Benoit
Auto’s, herenmode, reizen of gadgets: Pierre-Benoît Sepulchre schrijft voor de lifestylerubriek van verschillende Belgische magazines, en sinds 2013 voor Vroom.
Als stadsjongen heeft hij interesse in nieuwe mobiliteit, maar hij zegt ook geen ‘nee’ tegen een mooie vintage coupé.