Mercedes-Benz
De Duitse terreinwagen geboren in 1979 vindt zichzelf opnieuw uit voor het elektrische tijdperk. De elektrische G-Klasse heet echter niet EQG, maar G 580 EQ. De specs zijn alvast veelbelovend...
In het kader van de lancering van de Nissan Ariya kregen wij de kans tot een pandemiebestendig Zoom-interview met Thomas Chrétien. Los van zijn professionele betrokkenheid bij de Ariya is hij ook persoonlijk een enthousiaste EV-rijder, die al jarenlang met de Nissan Leaf leeft en dus weet waar hij het over heeft.
Vroom.be: Mijnheer Chrétien, de nieuwe Nissan Ariya zit vol spitstechnologie en heeft grote batterijen en krachtige motoren. Wordt hij zo niet te duur om als Nissan verkoopbaar te zijn?
Thomas Chrétien: “We hebben het onszelf nog moeilijker gemaakt: we lanceren de Ariya in de eerste plaats als een C-segment cross-over en pas daarna als een EV. Dat betekent dat we met onze prijzen in de buurt van andere C-segment cross-overs moeten blijven. Ik mag vandaag nog geen tarieven verklappen, maar ik beloof u dat we mooi in de kern van ons segment zitten. De Ariya wordt dus een toegankelijke auto die veel mensen kan bereiken.”
V: De Ariya kiest als snellaadstandaard voor CCS in plaats van CHAdeMO. Betekent dit dat Nissan uit de CHAdeMO-samenwerking stapt?
TC: “Neen, zeker niet. De Ariya moet doorsnee klanten in de EU kunnen aanspreken en daar merken we dat CCS nu eenmaal de dominante oplossing aan het worden is. Daar mogen we niet blind voor zijn. Maar de Leaf houdt wel vast aan CHAdeMO, onder meer omdat die standaard V2G-capaciteiten heeft (nvdr: V2G of Vehicle-to-Grid, waarbij de auto ook stroom terug in het netwerk kan pompen om het te helpen balanceren). Maar de keuze voor CCS heeft wel degelijk verregaande gevolgen. Zo hebben wij 7 jaar geleden aan onze dealers gevraagd om te investeren in CHAdeMO-snelladers. Nu gaan we hen ondersteunen om over te schakelen op dubbele laders, die ook de CCS-standaard ondersteunen.”
V: De Ariya lijkt op geen enkel ander model binnen het Nissan-gamma. Staat hij er een beetje buiten?
TC: “Helemaal niet, integendeel: de Ariya wijdt een nieuwe designtaal in voor Nissan en ook het merklogo is voor het eerst in 20 jaar vernieuwd. Op elektrische modellen kan dat logo trouwens voor het eerst worden verlicht – waar dat van de plaatselijke wetgever mag. Het V-vormige radiatorrooster van ons huidige gamma wordt vervangen door een groter zwart vlak. Op de elektrische Ariya is dat geen radiatorrooster maar een “Tech Shield”, een afdekkap waar sensoren, radars en camera’s voor de rijhulpsystemen in verborgen zijn. Verder is het heel zuivere design van de auto met weinig uitstulpingen of franjes ook gedicteerd door de stroomlijn. Om het rijbereik van de Ariya te vergroten, hebben we ons best gedaan om hem zo aerodynamisch mogelijk te maken. Een Cx van ongeveer 0,30 is uitstekend voor een SUV. Waar de Ariya wel mee vernieuwt, is met zijn platform: het CMP-EV, dat specifiek is ontwikkeld voor elektrische modellen in het C-segment en dat je nog zal zien opduiken bij Renault en Mitsubishi, en onder andere modellen van ons eigen gamma. Vergeet niet dat Nissan ernaar streeft om tegen 2023 minstens de helft van zijn volume uit geëlektrificeerde modellen te halen: puur elektrische en hybride modellen”.
V: De ‘kleine’ batterij van de Ariya is nagenoeg even groot als de grootste accu die in de Leaf beschikbaar is. Gaat het om dezelfde batterij?
TC: “Neen, de batterijen in de Ariya zijn nieuw (nvdr: een andere gesprekspartner bij Nissan vertelde ons dat ze van het Chinese CATL komen). Ze zijn vloeistofgekoeld in plaats van luchtgekoeld zodat je met deze auto zo vaak kan snelladen als je wil. De Leaf is ook een ander soort auto met een ander doelpubliek. Hij mikt op early adopters, op zoek naar een zo groot mogelijke efficiëntie. De Ariya gaat voor de tweede golf van EV-kopers, de minder vroege instappers. Zij willen meer rijbereik, krachtiger snelladen en straffe prestaties. En geloof mij: de Ariya is écht fun to drive. Dat zeg ik niet als Nissan-woordvoerder maar als auto-enthousiast!”.
