BMW
Naast een nieuwe look krijgt de facelift van de BMW i4 een nieuwe motorisatie, de xDrive40 met 295 kW (401 pk) en 548 km autonomie.
De geschiedenis van Lotus is op meerdere punten verbonden met GM. Het Britse merk was ooit eigendom van GM en bouwde een radicale versie van de Opel Omega, maar maakte ook de best sturende Opel ooit.
Het verhaal van de Opel Speedster begint eind jaren 90. Lotus had nog steeds de eerste generatie van zijn kleine Elise in het gamma, maar het zag er niet naar uit dat die de normen voor de crashtests van 2000 zou halen. Omdat de Britten niet voldoende financiële middelen hadden – een rode draad doorheen de Lotus-geschiedenis – om een nieuw platform te ontwikkelen dat wel aan de veiligheidsnormen zou voldoen, zocht het hulp.
Ex-eigenaar General Motors sprong in de bres. Als Lotus een auto voor het merk zou ontwikkelen en bouwen, wilde GM wel voor het nodige budget zorgen. Bovendien kon het voor Opel wel een echte plezierauto gebruiken om het merkimago een boost te geven. Lotus ging akkoord, en bouwde de Opel-versie zelfs in zijn fabriek in Hethel, naast… de Lotus Elise.
In 1999 werd het conceptmodel van de Opel Speedster voorgesteld op het salon van Genève, en in 2001 ging de Speedster in productie. Lotus lanceerde rond die tijd ook de tweede generatie van de Elise, en ontwikkelde beide modellen dus zowat gelijktijdig. Alleen kreeg de nieuwe Elise een atmosferische 1.8 van Toyota-makelij, terwijl de Opel Speedster een huiseigen atmosferische 2.2 zou gebruiken.
Die 2.2 produceerde 147 pk, ruim voldoende om de Speedster in minder dan 6 seconden naar 100 km/u te stuwen. Toch gingen er stemmen op voor meer vermogen, en in 2003 kwam Opel met een antwoord: de 2.0 Turbo. Vanaf 2004 werd dat ook de enige motorvariant in de Speedster. De 0-100-tijd ging met een volle seconden naar beneden, de topsnelheid bedroeg net geen 250 km/u. In 2005 werd de productie van de Speedster stopgezet.
Het Opel-logo vooraan zorgt ervoor dat de prijzen in de zoekertjes iets lager liggen dan die van de nauw verwante Lotus Elise. Reken op € 20.000 tot € 25.000 voor een exemplaar met de atmosferische 2.2, en op zo’n € 30.000 voor een zeldzamere 2.0 Turbo. Kijk zoals steeds uit naar een exemplaar met een volledige onderhoudsgeschiedenis: een regelmatig en nauwkeurig onderhoud zorgt bij deze roadster voor weinig problemen.
Naast een nieuwe look krijgt de facelift van de BMW i4 een nieuwe motorisatie, de xDrive40 met 295 kW (401 pk) en 548 km autonomie.
De Duitse terreinwagen geboren in 1979 vindt zichzelf opnieuw uit voor het elektrische tijdperk. De elektrische G-Klasse heet echter niet EQG, maar G 580 EQ. De specs zijn alvast veelbelovend...
De Volkswagen ID. Code is een conceptversie van een volledig elektrische SUV boordevol nieuwe technologie! Maar enkel China zal ervan kunnen genieten...
Dit is waarom de Mini Countryman SUV zo gegroeid is met zijn nieuwe generatie: er moest plaats gemaakt worden voor een klein broertje. Dit is de Mini Aceman, een volledig elektrische crossover.