Niets dan superlatieven

Stamboom

Er rust een zware erfenis op de gespierde schouders van de XKR. Van de XK 120 tot de schitterende E-Type, Jaguars worden tot de ‘grand cru’s’ van de klassieke sportwagens gerekend. De XJS en de XK8 waren te burgerlijk en hun luxe verstikte hun sportiviteit. In de jaren zeventig was de Britse auto-industrie erg ziek. Veel merken verdwenen en daarmee verdween ook hun uitstekende reputatie. Jaguar wil met deze XKR de draad van het verleden weer oppikken.

Onder de loep

Sinds Jaguar door het Indische Tata overgenomen werd, onderging de XK een kleine facelift. Op esthetisch vlak zijn de wijzigingen miniem. Alleen de echte fans zien de verschillen. Jaguar volgt de trends en gebruikt ledtechnologie voor de richtingaanwijzers en de achterlichten. De luchtuitlaten op de flanken werden subtiel aangepast en de bumpers zien er lichtjes anders uit. De schitterende, elegante en toch krachtige lijn moest behouden blijven. En toch … De ellenlange motorkap eindigt in een triest radiatorrooster. Dit lijkt eerder Koreaanse lowcost dan Brits flegma.

Luxe en wellust

In het interieur overheersen klasse en charme. De kleine stukjes houtinleg gaan perfect samen met het bleke leder van ons testexemplaar. Nochtans is niet alles perfect. De stoelen zijn eerder bedoeld voor mensen met een maatje meer. Dit kunnen we niet echt sportief noemen. De middenconsole is geïnspireerd door die van de XF en kan niet overtuigen. De interface is ‘overdone’. De bediening van de versnellingsbak komt uit de console als je de auto start. De startknop is zacht roodomrand en klopt als een hartslag. Het zijn leuke gadgets, maar ook niet meer dan dat. Net als het intuïtief werkende aanraakscherm met verscheidene achtergronden met de Union Jack als basis. Alsof Jaguar wil bewijzen dat de XK Britser dan Brits is. Gelukkig tonen enkele details dat het anders kan. Het dikke leder van het boordpaneel, de deurgrepen in chroom, de gestileerde en startklare Jaguar op het stuur spreken duidelijke taal: dit is pure klasse. De achterste stoeltjes zijn eerder symbolisch. Als je met z’n tweetjes op weekend vertrekt, is de bagageruimte van 350 liter groot genoeg.

De start

De startknop brengt de achtcilindermotor tot leven. De motorsound lijkt uit de diepste kelders te komen. Schitterend. Met enkele gasstoten jagen we het toerental de hoogte in. Je voelt de geluidstrillingen tot in je ingewanden. De actieve uitlaat werd speciaal bestudeerd en stoot een prachtig geluid uit. Zonder enige geluidsnorm te overschrijden, krijg je toch het gevoel dat de motor brult. Het maakt de honger alleen maar groter.

Diep

Acht cilinders en 5 liter inhoud worden door een compressor van lucht voorzien. De nieuwe V8-motor krijgt de nauwkeurig afgemeten benzinehoeveelheid rechtstreeks in de verbrandingsruimte ingespoten. Dat levert een vermogen van 510 pk op. Of 90 pk meer dan de vorige versie. Het zijn bovendien echte volbloeden. Het koppel van 625 Nm vraagt een voorzichtige rechtervoet. De automatische versnellingsbak telt zes verhoudingen. Met schakellepels achter het stuur bepaal je eventueel zelf de overgangen.

Voor grote jongens met verantwoordelijkheidszin

De eerste kilometers worden voorzichtig afgelegd. Een dergelijk beest leer je beter voorzichtig kennen. De XKR rijdt ongelooflijk zacht en makkelijk. In het stadsverkeer rolt hij rustig met de verkeerstroom mee. Op de ronde punten is het oppassen geblazen. Het elegante achterwerk stapt op bevel van de 510 pk immers graag opzij. De automaat is perfect. De stuurinrichting is zacht en de soepele bediening geeft de indruk dat je onderweg bent met een stadsautootje. Hoewel we moeten toegeven dat je in een Chevrolet Matiz minder aandacht trekt. Wat het zicht naar achter betreft, moet de XKR het wel tegen de Matiz afleggen.

Plezier

We verlaten de drukke stad. Dit is geen plaats voor een snelle GT. De kleine landwegen in de valleien rondom zien er aantrekkelijker uit. De XKR ontplooit zijn echte GT-karakter. Het onderstel strijkt de oneffenheden volkomen glad en vertroetelt zijn inzittenden met een schitterend comfort. Met de airco met twee gescheiden zones en de verwarmde of gekoelde stoelen kan het weer je niet deren. De achtcilinder reageert prompt en krachtig. De naald van de toerenteller klimt uiterst snel naar de rode zone en de automaat schakelt haast zonder tussentijd naar de volgende versnelling. Het diepe gegrom van de motor wordt een hees gebrul. Het constante vermogen duwt je krachtig in de stoelen, zonder dat het er wild aan toe gaat. De motor werkt erg lineair en op geen enkel moment krijg je het gevoel dat het te veel wordt. Cijfers lijken plots van geen tel meer: vermogen, koppel, toerental, alles vervaagt in de roes die deze motor opwekt. De horizon die zo ver weg was, komt plots erg dichtbij. Wat een mechaniek. Wat een sound. Ik krijg meteen spijt dat ik niet voor de cabrio gekozen heb. Het gefluit van de compressor wordt overstemd door de geweldige sound van de achtcilindermotor. Net of ze met opzet die hoge toon van de compressor wat gedempt hebben. Dit is genieten. De enige minpuntjes zijn de iets te lichte bediening bij het snellere stuurwerk en een stevige demping bij hoge snelheden. De toestand van het wegdek wordt dan vrij duidelijk doorgegeven.

Comfortabel

Bij onze terugkeer houden we een legaler ritme aan. De stereo speelt onze favoriete cd’s en de gekoelde stoelen houden onze temperatuur op het juiste niveau. De actieve cruise control detecteert de auto voor ons en de ophanging veegt de oneffenheden weg. Relax.

Duur? Niet echt

De Jaguar XKR coupé kost 105.100 euro. De basisuitrusting is uiterst compleet. Zelfs op dit niveau is dat zeldzaam. Belangrijker is echter dat de XKR prestaties levert, rijplezier geeft en een afwerking en uitrusting kreeg waar je bij de concurrentie heel wat meer voor betaalt. De DB9 van eeuwige rivaal Aston Martin kost 60.000 euro meer. Al moeten we toegeven dat het blazoen van de Aston nog wat meer schittert. Maar hij heeft minder vermogen en is minder goed uitgerust.

Conclusie

Het was al langer duidelijk dat een nieuwe E-Type bouwen een onbegonnen zaak was. Dat was, zeker in het begin, een zuivere sportwagen. De XKR is meer een ‘Grand Tourisme’. Maar dan van topniveau. Op een geraffineerde manier worden schitterende prestaties neergezet en het potentieel lijkt onuitputtelijk te zijn. Deze auto is het Jaguar-blazoen meer dan waardig.