Aan het werk

 Presentatie

Onder deze vierkante doos, verwacht je natuurlijk de klassieke avonturiersuitrusting met een korte overbrenging, blokkerende differentiëlen enz… Maar niets daarvan, In tegenstelling tot de grote broers uit het gamma, wordt hier alles elektronisch ondersteund. De Patriot neemt dus de mechanische basis van zijn kleine broer, de Compass over.

Motor

Zoals heelwat andere modellen uit de Chrysler-groep, wordt de Patriot door de ouwe getrouwe 2.0 TDI van VAG-origine aangedreven. Hij werkt nog steeds met pompinjectoren en levert zo 140 pk’s en een koppel van 310 Nm aan 1.750 omw. En ook op de weg horen we steeds weer het zelfde refrein. Lovende kritieken voor wat betreft de zuinigheid en de levendigheid van de motor, maar ook Jeep kan de ruwe en onaangenaam klinkende stem van de TDI niet verdoezelen. Zeker als hij koud is klinkt de motor echt onaangenaam en kleppert en davert hij als een kleine tractor.

Aan die motor kan enkel een 6-bak gekoppeld worden. De spreiding is voorbeeldig en hij schakelt precies en stevig, maar bliksemsnelle schakelmanoeuvres moet je toch niet verwachten. Wat trouwens helemaal niet bij de Patriot zou passen.

Ons verbruik bedroeg op honderd kilometer gemiddeld 7,5 liter, wat erg redelijk is als je de karakteristieken van de auto bekijkt.


Wegligging

Een Jeep is verplicht om 4X4 te kunnen rijden en ook de Patriot wordt op alle wielen aangedreven. Maar niet permanent. We vinden hier hetzelfde “Freedom DriveI”-systeem als in de Compass terug. In de praktijk wordt de integrale aandrijving pas ingeschakeld wanneer het nodig is. De rest van de tijd gaat hij als voorwielaandrijver door het leven. Maar wanneer je het ergste verwacht, kan je de vierwielaandrijving toch al op voorhand inschakelen.

Hoewel de Patriot een behoorlijk weggedrag kan voorleggen, mag je hem toch niet met een berline verwarren. Het hoge zwaartepunt en de soepele ophanging nemen elke sportieve roeping dadelijk weg. Maar hij rijdt wel veilig en gezond, zolang je maar niet te dynamisch onderweg bent.

Buiten betreden paden mag je de Patriot niet met een Wrangler verwarren. Nochtans werkt de electronica verbazend goed en weet de auto de meeste hindernissen zonder veel poeha te overwinnen. We durven gerust beweren dat de Patriot hier beter scoort dan de meeste SUV’s die er op de markt zijn en zich “alle terrein” capaciteiten toedelen.

Comfort

Met een design dat eerder op dat van een Bretoense kast lijkt, heb je in het interieur over ruimte geen klagen. Met z’n vieren heb je royaal plaats. Maar een vijfde inzittende zal met de centrale aandrijftunnel moeten afrekenen. En naar Amerikaanse traditie bieden de stoelen slechts symbolisch zijdelingse steun. Vlottere chauffeurs kunnen dus maar beter rekening houden met links en rechts schuivende passagiers, terwijl hij zijn eigen knieën als steun zal moeten gebruiken.

Ook de afwerking is “amerikaans”. Het interieur oogt wat overladen van allerhande hard plastic onderdeeltjes, die hier en daar niet al te nauwkeurig geplaatst werden. Toch valt het allemaal wel mee en zit ook de ergonomie wel snor. De bagageruimte kan een stoere 536 liters slikken en met de achterbank naar beneden krijg je zelfs 1357 liters ter beschikking.


Uitrusting en tarieven

Minimaal betaal je voor de Patriot Sport 24.300 €. Daarvoor krijg je airco, mistlichten, vier elektrische ramen, radio-CD en een alarm. Voor een partikelfilter moet je 600 € extra ophoesten, terwijl metaalkleur 485 euro kost en een heuse Hi-Fi-installatie de rekening met 515 euro laat oplopen.

De Limited-versie komt op 26.800 € en daarvoor krijg je als extra uitrusting een lederen stuur, cruise control, lederen bekleding voor de verwarmde stoelen, radiobediening aan het stuur, bandendrukcontrole enz…


Conclusie

De Patriot is technisch erg verwant aan de Compass, maar hij ziet er wat ruwer en minder slank uit. De keuze tussen beiden zal dus eigenlijk van de persoonlijke smaak afhangen. De Patriot heeft echter heelwat goede eigenschappen terwijl hij op het gebied van prijs/uitrusting werkelijk onklopbaar is. Reden genoeg om misschien toch even de ogen te sluiten voor de soepele ophanging, de matige afwerking en de weinig discrete motor?