Subaru Impreza en Forester: eeuwige outsiders

Om te illustreren hoe discreet Subaru’s aanwezigheid op onze markt is: ons land telt vijftien dealers, die in 2018 welgeteld 558 auto’s verkochten. Wereldwijd verkopen de Japanners jaarlijks 1 miljoen auto’s, en zijn ze daarmee naar eigen zeggen twee keer zo groot als merken zoals Volvo. De grootste markten voor Subaru zijn de Verenigde Staten, thuisland Japan en Canada. In die volgorde.

Een gevoel voor trots hoef je ze alleszins niet te leren kennen, die eigenzinnige Japanners: Subaru cultiveert zijn nichepositie op de Europese markt, en beklemtoont graag dat het een van de laatste onafhankelijke autobouwers ter wereld is. Een autobouwer die bovendien vasthoudt aan zijn eigen recept: boxermotor, permanente vierwielaandrijving en continu variabele transmissie.

Generatieverschil

Geen twee modellen in het Subaru-gamma die meer uiteenlopen dan de Impreza en de Forester, maar die wel volgens datzelfde recept gebouwd zijn. De Impreza staat bijvoorbeeld al op het nieuwe, moduleerbare platform dat de XV ook gebruikt. Hij heeft bovendien ook een modernere boxermotor: een 1.6, die met 114 pk en 150 Nm weliswaar niet overloopt van vermogen (0-100 km/u duurt 12,4 seconden, zijn topsnelheid bedraagt 180 km/u).

Andere kwaliteiten

Maar de Impreza heeft gelukkig andere kwaliteiten: een correct plaatsaanbod (en dito koffervolume), een prima zichtbaarheid rondom, een bouwkwaliteit die een eeuwigheid meekan en een gulle standaarduitrusting. Automatische airco, Apple CarPlay en Android Auto en adaptieve cruise control met rijstrookhulp (“EyeSight” in Subaru-taal) zijn bijvoorbeeld in de instapversie Pure (€ 22.395) inbegrepen.

Naar aloude Japanse traditie is de optielijst beperkt, dus moet je een uitvoering hoger om de uitrusting uit te breiden. Comfort (€ 25.795) voegt daar led-koplampen, handenvrij starten, digitale radio, een achteruitrijcamera en dodehoekwaarschuwing aan toe, terwijl Premium (€ 28.995) aanvult met navigatie, lederen zetels en een schuifdak.

Subaru’s blijven wel echte Japanse-ingenieursauto’s, en dat is bij deze Impreza niet anders: hij heeft drie schermen (een tussen de klokkenwinkel, het infotainmentscherm en nog een schermpje daarboven), een hele resem knoppen op het stuur en nog wat functies waar je even naar moet zoeken. Wel kun je op de displays alle mogelijke rij-info vinden, tot en met de verdeling van het vermogen over de vier wielen. Maar daarover meteen meer.

Oudgediende

Eerst moeten we nog even over naar de Forester. Die is sinds vorig jaar op het salon van New York aan zijn vijfde generatie toe, en doet dat voor de tweede keer als echte SUV. Wij moeten het nog even doen met de vierde generatie, die bij ons sinds 2013 onder de radar vliegt.

Tussendoor kreeg hij wel de nodige updates: ook de Forester beschikt al in zijn basisuitvoering Comfort (€ 30.445) over Subaru’s EyeSight-systeem, dat in de Luxury-uitvoering (€ 33.045) met een dodehoekwaarschuwing en waarschuwing voor kruisend verkeer achter de auto wordt aangevuld (en dan is er nog een Premium-versie die € 36.945 kost).

Ten slotte is de dieselmotor uit de catalogus verdwenen, waardoor hij alleen nog een atmosferische 2.0 boxerviercilinder van 150 pk en 198 Nm overhoudt. Ook die heeft geen atletische inborst (0-100 km/u duurt 11,8 seconden, de topsnelheid ligt op 192 km/u) maar vormt met zijn permanente vierwielaandrijving en CVT-automaat wel een degelijke basis om aanhangers te slepen.

Ploeteraars

Over de vierwielaandrijving gesproken: tijdens onze testritten in het hoge noorden van Finland waren de Impreza en Forester op geen foutje te betrappen. De permanente vierwielaandrijving die Subaru op al zijn auto’s standaard monteert (op de BRZ na uiteraard) voorziet de wielen van zoveel grip dat de Japanners spijkerbanden niet nodig vonden.

Natuurlijk heeft dat bij een SUV als de Forester meer resultaat in diepere sneeuw en op moeilijk terrein, door de hogere bodemvrijheid, de X-Mode-rijmodus die het vermogen geleidelijker afgeeft, en de afdaalhulp. Maar daardoor wist de Impreza ons eigenlijk meer te verrassen: ook hij baande zich probleemloos een weg door stevig ondergesneeuwde wegen.

De arctische omstandigheden maken een echte rijtest dus minder representatief, maar maakte wel duidelijk dat de combinatie tussen de boxermotor en de Lineartronic-automaat (Subaru-taal voor de continu variabele transmissie) meer tot zijn recht komt bij een ontspannener rijstijl dan op gehaaste Belgische snelwegen.

Besluit

Subaru houdt dus stevig vast aan de dingen die het helemaal onder de knie heeft: stevige, solide auto’s bouwen die in alle omstandigheden veilig en efficiënt rijden. Getuige daarvan de Finse wintertest van deze Impreza en Forester. De Japanse auto’s zijn echte ingenieursauto’s met een eigenzinnig kantje, die niet bij iedereen in de smaak zullen vallen. Twijfelaars probeert Subaru te overhalen met een volledige standaarduitrusting, maar tegelijk hebben de Japanners vrede met hun outsiderbestaan op onze markt.