Sport

In de genen

Renault heeft een lange traditie op het vlak van compacte en sportieve auto’s. Het begon allemaal met de 4CV 1063 en de Dauphine Gordini. Maar het was vooral de R8 Gordini die op de circuits voor spektakel zorgde. Ellenlange slippartijen werden onderstreept door het typische geluid van de hoog in de toeren gejaagde 1.300 cc. Meer recent, in 2004, leerden we de RS-versie kennen van de Mégane. Van dit model werden verscheidene andere versies afgeleid: van een versie met dieselmotor tot de radicale en wilde R26.R. We zullen ons in de toekomst wellicht mogen verwachten aan nog meer uitvoeringen van de Mégane RS.

Twee modellen

Renault stelt niet een, maar twee versies voor. De constructeur benadrukt het verschil tussen de ‘Sport’, of de normale versie, en de ‘Cup’, die specifieke afstellingen kreeg. Bij de eerste is het compromis tussen comfort en wegligging eerder gericht op dagelijks gebruik. Het onderstel is vrij comfortabel, terwijl de levendigheid niet in het gedrang komt.
Maar als je liever elk weekend je kunsten vertoont op een circuit, kan je beter voor de ‘Cup’ kiezen. Die is nog sportiever. De veren en dempers zijn harder en de torsiestang is dikker. Kortom, de auto is ‘harder’. In optie kan je opteren voor een sperdifferentieel. Een leuk speeltje is de ‘RS Monitor’. Het lijkt geïnspireerd op een videospelletje en we zagen een dergelijk systeem eerder al op de Nissan GT-R. Je leest er bijvoorbeeld de turbodruk en de olietemperatuur op af, maar ook het gebruik van de remmen, de overlangse en laterale G-krachten, je rondetijden en je resultaat tijdens de spurt van 0 tot 100 km/uur. Nog interessanter is dat je de respons van het gaspedaal op vijf verschillende manieren kunt instellen.

Uiterlijke kenmerken van sportiviteit

Aan de buitenkant zal je de RS nooit voor een 1,5 dCi houden. De spatborden werden breder en groter en omhullen 18- of 19-duimsvelgen. De bumper kreeg een grote luchtinlaat en in optie kan het geheel met leds versierd worden. Achteraan, centraal in de diffuser zit de uitlaat. Die diffuser is meer voor de show dan dat hij functioneel is. Samen met verbrede deurdrempels geeft deze opsmuk de Mégane RS een agressief uiterlijk.

Geel

De Recaro’s van de Cup-versie zitten werkelijk als gegoten. Bij sportief rijden bieden ze het lichaam perfecte ondersteuning. De toerenteller is geel. Net als de veiligheidsgordels, de stiksels van het stuur en het centrale deel van de stoelen in de ‘Sport’-versie. Wie zei weer dat smaken verschillen?

250 pk

Onder de motorkap veranderde er heel wat. Renault nam de 2-liter turbomotor van de vorige versie over, maar nam hem grondig onder handen. Het resultaat liegt er niet om. Bij 5.500 omwentelingen per minuut levert hij 250 pk en vanaf 3.000 omwentelingen per minuut levert de motor 340 Nm koppel. Keuze is er niet bij de versnellingsbak. Die is steeds manueel en telt zes verhoudingen.

ESP met drie instellingen

Uiteraard werd de ophanging geoptimaliseerd. Zo zien we nieuwe dempers, andere veren, een dikkere torsiestang, ophangingsdriehoeken in aluminium en een nieuwe wielas. Een compleet nieuw onderstel ook. De 340 mm grote remschijven worden door Brembo-klauwen met vier zuigers afgeremd. Het ESP kan op drie manieren ingesteld worden. Normaal of ingeschakeld, Sport of met een grotere vrijheid en Off. Het is opvallend dat Renault Sport je de keuze laat om het ESP volledig uit te schakelen. Tegelijk wordt ook de noodremhulp uitgeschakeld. Voor een sportieve auto lijkt dit vrij logisch, maar bij de concurrentie is het eerder zeldzaam.

Concurrentiële prijs

Met 21.000 verkochte exemplaren kon je de vorige Mégane RS geen verkoopstopper noemen. Het is duidelijk dat Renault de RS eerder beschouwt als een ‘imagebuilder’. Maar met een prijs van 26.950 euro is de Mégane RS heel wat goedkoper dan de concurrentie. Een Golf GTI, een Mazda 3 MPS of een Ford Focus RS kosten heel wat meer. Toch moet de Mégane RS op de piste weinig terrein prijsgeven.

Rijden

Renault had de kennismaking uitstekend voorbereid. Op de kleine en bochtige weggetjes van Andalusië konden we de verschillen tussen de ‘Sport’ en de ‘Cup’ goed voelen. Het was al gauw duidelijk dat de ‘Sport’ meer geschikt is voor dagelijks gebruik. De ophanging reageert toleranter dan die van de ‘Cup’ en is zelfs verbazend comfortabel. Toch werd ook de efficiëntie niet uit het oog verloren. Tegenover de Cup- moet de Sportversie het afleggen bij het uitkomen van een bocht. De Cup-versie heeft een mechanisch sperdifferentieel waardoor het vermogen efficiënt naar het asfalt versluisd wordt. Maar de Sport-uitvoering verdedigt zich uitstekend. De stuurinrichting ging er gevoelig op vooruit. De auto stuurt veel scherper en laat zich precies op de baan houden. Koetswerkbewegingen worden goed opgevangen en de remmen lijken onverwoestbaar. De motor reageert eerder beschaafd. Op alle toerentallen herneemt hij krachtig. Hij maakt hierbij nooit teveel kabaal. Bij belasting zorgen het gefluit van de turbo en de diepe sound van de uitlaat voor de sportieve sfeer. Maar hoog in de toeren komt hij toch dat tikkeltje karakter te kort dat hem van de rest onderscheidt. De versnellingsbak met zes verhoudingen schakelt stevig en snel. Het enige probleem zat hem echter in de pedalen. Voor een goed uitgevoerde tip-hiel moet je wel erg soepele enkels hebben.
Maar het toppunt van de dag was toch de test van de ‘Cup’ op het Ascari-circuit. Daar kregen we de kans om in alle veiligheid voluit te gaan. We konden daarbij de grenzen aftasten van het evenwichtige en gezond reagerende chassis. Het onderstel reageert perfect neutraal en heeft ontzettend veel grip. Enkel in korte bochten durft de auto over de neus wegschuiven. De achteras is minder speels dan die van de Ford Focus RS. Alleen als je de auto op de remmen in de bocht zet, wil hij even opzijgaan. De remmen zijn krachtig en uithoudend. Enkel op mijn testauto voldeden ze niet helemaal. Maar die auto had er dan ook al ettelijke testkilometers op zitten. De conclusie was echter unaniem: op circuit kan de Mégane RS zich met de besten meten.
Rallyliefhebbers die liever wat dwarser door de bochten gaan, en op een schitterend motorgeluid getrakteerd willen worden, gaan beter voor de Ford Focus RS . Maar als je echte efficiëntie zoekt, is de Mégane RS een uitstekend alternatief. Een goedkoop alternatief bovendien.