1. Wolseley Hornet Six
Dit merkwaardige kleinood, gericht op de gewone beurs en zonder een greintje sportiviteit, werd aangedreven door een motor die in zijn tijd heel bijzonder was: een zescilinder in lijn met een bovenliggende nokkenas, alsjeblieft. Aan het begin van de jaren 1930 was dat een vorm van grote technische verfijning. De motoren waren 1,3 tot 1,6 liter groot…
2. Maserati A6 1500
De eerste naoorlogse Maserati’s voor op de openbare weg waren handgemaakte en tot in de puntjes verzorgde juweeltjes. Ze waren uitgerust met een zescilinder in lijn van 1,5 liter. In zijn basisversie met slechts één carburator was deze motor een beetje nipt: 65 pk…
3. Triumph Vitesse 6
De Triumph Herald, te slap? Dat vond ook de leiding van het merk toen het in 1962 de Vitesse op de markt bracht, die was uitgerust met een zescilinder in lijn van… 1,6 liter. Deze luie en dorstige motor moest al snel plaats maken voor een veel overtuigender tweeliter.
4. Lancia Aurelia
Toen de Lancia Aurelia in 1950 op de markt kwam, was hij de eerste massaproductiewagen met een V6. Voor een eerste poging was het een meesterwerk, want deze motor, die was ontwikkeld door de briljante Vittorio Jano, kende daarna een lange carrière. In zijn eerste versies was de zescilinder 1,75 liter groot.
5. Mazda MX-3 1.8 V6
Aan het begin van de jaren ’90 waren sportieve modellen in de mode en Mazda zag potentieel voor een kleine, betaalbare coupé. Dat werd de MX-3, die werd uitgerust met een V6 van… 1,8 liter. Die muzikale motor vormde het grootste aantrekkingspunt van deze coupé.