De ACEA, de vereniging van Europese autoconstructeurs, heeft berekend dat de verschillende landen van Europa in 2021 net geen 400 miljard euro aan belastinginkomsten zullen binnenhalen dankzij de auto. Daarbij rekent de ACEA aankoopbelastingen (btw en BIV), wegenbelastingen, brandstofaccijnzen en belastingen op verzekeringen, maar ook kleinere zaken als de prijs voor het behalen van een rijbewijs, tolheffingen en dergelijke meer. En raad eens in welk land de burger gemiddeld de meeste belastingen betaalt? Jawel: hier in België.
3.187 euro per auto
Onze overheid verdient aan ons wagenpark 21,4 miljard euro aan belastingen, of gemiddeld 3.187 euro per auto, zo zegt de ACEA. Ter vergelijking: in Oostenrijk, dat de tweede plaats bezet, is dat ‘slechts’ 2.678 euro, in Finland 2.523 euro. Het goedkoopst ben je af in Zuid-Europa: Griekenland (1.264 euro) en Spanje (1.068 euro).
(Een beetje) eigen schuld
Een deel van die hoge belastingdruk hebben we wel aan onszelf te danken, want onze overheid verdient het meeste aan de btw die we op onze auto’s betalen. Aangezien de btw-voet in de meeste Europese landen rond de 20 procent ligt, is die dus quasi gelijk. Wij Belgen kopen blijkbaar dus duurdere auto’s dan onze buren en ook vaker nieuwe voertuigen. Daarnaast betalen we ook veel accijnzen op onze brandstoffen en kosten ook verzekeringen veel bij ons.
Meer investeren
De constructeursvereniging vindt dat overheden dat belastinggeld meer moeten investeren in de infrastructuur voor auto’s. En vandaag de dag betekent dat niet enkel in wegen, maar ook in laadpalen. 14 procent van de nieuw verkochte wagens in het eerste trimester van 2021 was een stekkerauto (plug-inhybride of elektrisch), dus de oplaadnetwerken moeten dringend gaan volgen, zo vraagt ACEA.?
Vond je dit artikel interessant en wil je het laatste autonieuws meteen in je mailbox ontvangen? Schrijf je – net als meer dan 300.000 autoliefhebbers – nu gratis in via e-mail: