François Piette

6 SEP 2013

Minimale motor, maximaal plezier?

Bedankt BMW! De kleine update van de Z4 roadster in het begin van de zomer komt net op het juiste moment en is de ideale gelegenheid voor een confrontatie met de Audi TT. Kwestie van te profiteren van de laatste (?) mooie dagen van het jaar met de haren in de wind. 

Overweeg je een roadster, dan moet je ervoor openstaan om met open dak te rijden zodra het kan. Wat is er mooier dan een heldere dag om te genieten van het plezier van een roadster, een auto die terugkeert naar de essentie? Niets gaat boven de barbecuegeur bij het doorkruisen van dorpjes, de klank van de mechaniek in een tunnel of het gevoel van een frisse wind op het gezicht in een bos. Een waar plezier!

In de Audi is de hoeveelheid wind eenvoudig te regelen met elektrische windscherm, praktisch in gebruik. De coupé-roadster van BMW beschermt zijn inzittenden beter tegen windturbulentie met de sterker doorlopende voorruit en vier zijruiten (tegenover twee in de TT).

Zes … min twee

Na de opfrissing in de maand april laat de nieuwe Z4 zijn soortgenoten er niet meteen ouder uitzien. Net als de update van de TT in 2010 (gelanceerd in de 2006), blijft de facelift van de Z4 vrij discreet op esthetisch vlak. De technische aanpassingen zijn daarentegen radicaler. Zo verdwenen de oude (maar charismatische) zescilinders-in-lijn ten voordele van turbomotoren met vier cilinders die minder verbruiken. Net hetzelfde als wat Audi deed met de 3.2 V6 op het moment van de facelift. Zowel bij BMW als bij Audi staat echter een kleine benzinemotor in de catalogus waarmee de instapprijs onder de grens van 35.000 euro blijft: de sDrive 18i met 156 pk in de BMW (34.600 euro) en de 1.8 TFSI met 160 pk (33.460 euro). Goed nieuws: beide motoren leveren voldoende pit om volop te genieten van het plezier dat een roadster verschaft. Zonder frustraties.

Kunstmatig

Verwacht uiteraard niet de supersonische prestaties van de topmodellen met meer dan 300 pk, die zowel BMW (sDrive 35is met 340 pk) als Audi (TT RS Plus met 360 pk) aanbieden. Maar ze blijven overtuigen. Bij BMW door een aangenaam, soepel gebruiksgemak in de dagelijkse praktijk. Vooral het geluid van de tweeliter turbo geeft je kippenvel. Dit small block lijkt wel een grote V8, met zijn geroffel en andere explosies in de uitlaat. Bij een sportieve rijstijl betreuren we echter de lange transmissieverhoudingen, zelfs met de achttrapsautomaat die als optie aangeboden wordt. Het vlakt de sensaties uit, zeker omdat de motor wat explosiviteit mist in de hoge toeren. Op dat vlak overtuigt de 1.8 TFSI van Audi meer. Deze motor is stiller (met een natuurlijker geluid) en biedt zowel een uitstekende ‘rondheid’ in gebruik (maximumkoppel al beschikbaar vanaf 1.400 tr/min) als pittige stijgingen in de toeren. Ondanks zijn kleinere cilinderinhoud levert het Audi-blok iets meer koppel (250 tegenover 240 Nm). De transmissie is ook beter gespreid en het aluminium koetswerk weegt aanzienlijk minder (1.380 tegenover 1.470 kg).  

Ballerina

Het gevoel van lichtheid karakteriseert de Audi TT het meest. Bij het aansnijden van bochten beweegt hij als een ballerina, je plaatst de auto perfect door de rechtervoet te lichten. Voor liefhebbers van een sportieve rijstijl kan het niet beter. De Z4 roadster speelt in een andere klasse en is meer burgerlijk. Zijn ophanging is zachter voor de rug van de inzittenden. En dat stemt perfect overeen met zijn minder spartaans interieur. Het is trouwens geen toeval dat Z4 een hard plooidak gebruikt en geen ‘eenvoudige’ stoffen kap zoals de Audi TT.

Hard of zacht?

Het plooimanoeuvre duurt bij de BMW wat langer (negentien in plaats van twaalf seconden voor de Audi) en de transformatie kan alleen onder 40 km/u (tegenover 50 km/u in de Audi), maar het vooral op praktisch gebied wordt het verschil tussen beide duidelijk. De kap van de TT plooit in Z-vorm samen en heeft geen invloed op de kofferruimte. Ongeacht de configuratie beschik je altijd over een laadvolume van 250 liter en vooral een grote kofferopening. De dakpanelen van de BMW beperken, als ze samengeplooid zijn, het bruikbare volume tot 180 liter (tegenover 300 liter in coupévorm) en bemoeilijken aanzienlijk de toegang tot de bagage. Met een beetje goede wil blijft er in beide gevallen toch genoeg plaats voor een uitstapje met jouw geliefde. De Audi TT roadster kan dankzij de vele handige opbergvakken binnenin (vooral achterin) zelfs een grote fles champagne transporteren, om ’s avonds indruk te maken.  

Conclusie

In oude potten kookt men de beste soep. Ondanks zijn leeftijd, wordt de Audi TT niet op achterstand gereden. Het blijft zelfs leuk om er de zweep op te leggen met zijn pittige 1.8 TFSI-basismotor. De Z4 roadster is eerder burgerlijk en minder sportief of radicaal. In de basisversie sDrive 18i tenminste. Zijn beter verzorgde presentatie en het opwindende geluid van de tweeliter turbo zullen toch menigeen weten te verleiden.

Advertentie
Advertentie
Advertentie