Hoewel er wettelijk niets is dat de eigenaar van een als oldtimer ingeschreven voertuig – en dus met een O-plaat – verplicht om ook een tweede auto te hebben voor dagelijks gebruik, loopt het in de praktijk vaak anders…
In België moet een auto aan meerdere criteria voldoen om als oldtimer ingeschreven te worden en dus een nummerplaat te krijgen die begint met een ‘O’. Eerst en vooral moet hij minstens 30 jaar oud zijn en slagen voor de oldtimerkeuring. Daarnaast mag hij onder geen beding gebruikt worden voor commerciële of professionele doeleinden. Ook mag hij niet dienen voor woon-werkverkeer of voor ritten tussen woonplaats en school als de bestuurder student is of werkt in het betreffende instituut. Maar moet je nu verplicht aantonen dat je een tweede wagen hebt om deze ritten te maken, alvorens je een oldtimer op O-plaat kan inschrijven?

Eerder een veto van de verzekeraars dan van de overheid?
Technisch en wettelijk gezien is er absoluut niets dat de eigenaar van een oldtimer met O-plaat verplicht om ook een tweede wagen met een gewone nummerplaat te hebben. Wat wél wettelijk verplicht is, is een verzekering, ook voor een oldtimer. En daar wringt het schoentje: om een auto met O-plaat te verzekeren, vragen de meeste verzekeraars een bewijs dat je over een tweede, “primaire” wagen beschikt. Die dient dan voor dagelijks gebruik, met inbegrip van de betreffende woon-werk- en woon-schoolritten.

Misschien is het beter dat een oldtimer met O-plaat een vrijetijdsvoertuig blijft
Het is wel degelijk mogelijk om dagelijks en uitsluitend met een wagen van meer dan 30 jaar oud te rijden. Je mag hem dan alleen niet als oldtimer inschrijven, en dus geen O-plaat gebruiken. In dat geval wordt het voertuig gewoon als een klassieke auto beschouwd. Dat betekent: periodieke technische keuring, een standaardverzekering, belastingen zoals bij elke andere wagen, enzovoort. Dagelijks rijden met een meer dan 30 jaar oude wagen brengt dus niet alleen kosten met zich mee, maar ook allerlei nadelen op het vlak van veiligheid, comfort en onderhoud. Het is daarom wellicht verstandiger dat een oldtimer met O-plaat een vrijetijdsvoertuig blijft dat je slechts af en toe van stal haalt.