De naam Skoda is onlosmakelijk verbonden met de geschiedenis van de Bohemen, een historische regio in Centraal-Europa die vandaag een deel is van Tsjechië. De industriële groep Skoda zag het daglicht in 1869 onder de naam Laurin & Klement en produceerde destijds werktuigen, fietsen, bromfietsen en wapens. De autotak zou pas tegen het begin van de twintigste eeuw worden opgericht.
Van twee naar vier wielen
De eerste auto die de constructeur op de markt bracht, nog steeds onder de merknaam Laurin & Klement, was een tweezitter, aangedreven door een tweecilinder van 1.000 cc die 7 pk ontwikkelde. Hij kon zijn passagiers aan een snelheid van tot 40 km/u vervoeren. De Voiturette Typ A is naar Brussel afgezakt en kan dus in Autoworld worden bewonderd.
In 1925 werd Laurin & Klement overgenomen door de plaatselijke motorbouwer Skoda. Op dat moment ontstond de auto-afdeling van de groep. Sindsdien lopen prestigieuze modellen van de band, zoals de eerste Superb van 1939, maar ook sportieve wagens zoals de RS 130 Circuit uit 1978. Ook die twee wagens zijn te zien in de Belgische hoofdstad voor deze uitzonderlijke tentoonstelling. Bij de meer recente modellen staan een Fabia R5 en, hoe kan het ook anders in de 21ste eeuw, een elektrische Enyaq iV. In totaal zijn dertig historische modellen te zien, waarvan een tiental van het Skoda-museum in Mlada Boleslav komt.
