François Piette

9 JUN 2008

Automaten à gogo

Meer dan de helft van de mondiaal verkochte Audi’s is van een automaat voorzien. En het aandeel van deze automaten stijgt nog, op elke markt, in elk segment. De reden hiervoor moeten we zeker bij het geboden rijcomfort zoeken, maar je mag ook niet vergeten dat de techniek de laatste jaren een hele sprong voorwaarts heeft genomen, waardoor automatische versnellingsbakken nu ook voor heel wat rijplezier kunnen zorgen. De gerobotiseerde bakken bieden ontegensprekelijk een hele boel voordelen en vallen op door hun zachte, comfortabele en toch erg snelle werking. Daarenboven spelen ze goed op de huidige eco-trend in, doordat deze bakken een uitstekend rendement hebben en door hun geoptimaliseerd beheer het verbruik weten te verminderen.

 

De Audi Techdays zijn technische informatiedagen, die een bepaald onderwerp speciaal belichten. Deze keer staan de automatische versnellingsbakken in de schijnwerpers en we krijgen de mogelijkheid om de verscheidene mechanieken van het merk met de vier ringen te testen. Zo mogen we kennis maken met de nieuwe S-Tronic met 7 trappen, die in dwars ingebouwde versie tot 250 Nm kan verwerken, maar in de langsversie zelfs tot 550 Nm kan verdragen. Zij komen de 6 S-Tronic vervoegen, die voor dwarse montage werd ontworpen en tot 350 Nm weerstaat.

Audi TTS, de turbulente

De topversie van de Audi TT is de TTS. Net als in de basisversie is het blok een 2 liter TFSI, maar hier produceert hij 272 pk’s terwijl het koppel tussen 2.500 toeren en 5000 omw bij 350 Nm topt. Het quattro-systeem zorgt voor de aandrijving van de vier wielen, terwijl je tussen een manuele en een gerobotiseerde bak mag kiezen. Zowel de manuele bak als de DSG…, sorry S-Tronic hebben zes gangen. Aan de buitenzijde onderscheidt deze topversie zich door een speciale carrosserie-kit met sportievere bumperschilden, vier uitlaten en specifieke velgen.

Maar laten we de presentatie voor wat ze is, want eigenlijk zijn we hier om te rijden! De stuurpositie is uitstekend en alle lengtematen vinden wel een plaatsje. De kuipzetels omsluiten het lichaam erg goed en bieden een perfecte steun. De afwerking is naar Audi-gewoonte kritiekloos, maar het geheel mocht toch wat warmer over komen.

De motor ontwaakt met een diepe grom en belooft dadelijk heel wat rijplezier. Met de pook in “D” vertrek ik met een erg klein streepje gas. De bak schakelt vrij snel op en eigenlijk rijdt de TTS zo makkelijk als een fiets. Enkel de stroeve ophanging herinnert je eraan, dat je eigenlijk met een beest op weg bent. De motor lijkt iets minder soepel te zijn als in zijn 200-pk variant, maar vanaf 2.500 à 3.000 toeren worden de paardjes wakker kapapulteren de TTS vooruit. Het rauwe motorgeluid krijgt het gefluit van de turbo als begeleiding, maar kan niet verbergen dat we “maar” met een viercilinder onderweg zijn. En of ze nu in V staan, in lijn of zelfs plat liggen, de zescilinders van de concurrentie klinken steeds melodieuzer. Maar ze zijn zeker niet efficiënter als dit van kracht overlopend blok. En de versnellingsbak dan!? Wel hou hem gewoon in manuele mode en ervaar het plezier en het gemak van bedieningslepels aan het stuur.

Wat weggedrag betreft hoeft deze TTS niemand te vrezen. Zijn vier aangedreven wielen lijken wel aan de grond te kleven, zelfs als de ondergrond kliedernat is. De kleine coupé heeft een verbluffende wegligging en na wat oefening haalden we werkelijk verbazingwekkende bochtensnelheden. Met de TTS plezier hebben draait echter snel op een aanslag op het rijbewijs uit, dus blijft het op je tellen passen. Tegenover de 3.2 V6 is de TTS bij bochtenwerk veel levendiger en plezieriger en daar zal het gewicht van de motor zeker een rol in spelen. Maar het prijsverschil van 14.000 € tegenover de al behoorlijk enthousiaste 200 pk sterke basisversie, laatt ons bedenken dat efficiëntie en exclusiviteit zich duur laten betalen.

Audi S5: de GT

Voor de S5 werd het circuit gereserveerd. Met zijn krachtige V8 van 4,2 liter en 385 pk, zijn prachtige lijn, vier plaatsen en vierwielaandrijving is dit echt een GT voor alle jaargetijden. Dit is een schitterende coupé waarmee je zonder problemen urenlang aan hoge snelheid over de autosnelwegen (Duitse uiteraard) kan jakkeren. Toch schiet hij op circuit wat tekort. De prestaties zijn er wel en zelfs erg overtuigend, terwijl het weggedrag meer dan behoorlijk is. Maar de remmen hebben het erg moeilijk om circuitgebruik te weerstaan en bij harde en lange remmanoeuvres gaat het rempedaal geregeld erg diep naar beneden. Dus doen we het wat kalmer aan en kleven een meer vloeiende rijstijl aan. En het moet gezegd dat die filosofie de S5 heel wat beter ligt. Het beheer van de bak stelt drie modes voor. Maar daarbij wordt ook de stuurinrichting en de ophanging beïnvloed. In comfort-mode laat de S5 zich rustig en zacht bedienen, terwijl in de sport-mode het stuur wat minder licht werkt en de bak sportiever, lees sneller en hoger in de toeren reageert. Het beste compromis is uiteindelijk nog de automatic-mode, die zich aan de bestuurder en de omstandigheden aanpast.

Als je de S5 gebruikt zoals het moet, dus zonder de laatste seconden te zoeken op een veeleisend circuit, is deze Audi erg overtuigend en een echte rijdersauto. De S-Tronic met zeven gangen reageert bliksemsnel, maar steeds weer met een voorbeeldige zachtheid. In tegenstelling tot de TTS komt de automatische schakelmodus hier als beste naar voren, terwijl de sport-modus enorm veel plezier verschaft. Soms lijkt het alsof de versnellingsbak aan de hersenen van de bestuurder verbonden zijn, zo intuïtief schakelt hij. De manuele stand overtuigd minder en werkt bijvoorbeeld bij terugschakelen erg voorzichtig of zelfs aarzelend. Wat de ietwat te slappe remmen niet ter hulp komt. Maar de onovertroffen vierwielaandrijving, het diepe gegrom van de V8 en de nagenoeg perfecte afwerking maken veel goed. Blijft nog de prijs en het verbruik… die vergeleken bij de potente drie-liter diesel niet zo best scoren. Wat rest is het plezier om met een dikke benzinemotor te rijden en dat….

Audi A3 Cabriolet 2.0 TDI : het fashion-victim

De A3 Cabriolet heeft geen enkele sportieve pretentie en is eerder bedoeld om rustig langs boulevards te flaneren of een ontspannen ritje door de zon te maken. In het Frans zeggen ze BCBG (beau cul, belle geulle – mooi kontje, mooi smoeltje) en voor de cabrio is dit zeker van toepassing. Bij de recente face-lift kreeg hij onder andere die leuke diodes in zijn koplampen en ondanks zijn leeftijd ziet hij er nog behoorlijk jong uit. Aan de binnenkant vinden we de uitstekende afwerking terug die we van Audi gewoon zijn, maar hoeft het nog gezegd: het mocht allemaal toch wat vrolijker zijn. Het soepele dak isoleert het geluid erg goed, maar jammer genoeg waren de weergoden ons niet gunstig gestemd en konden we niet open rijden. Tsja, het leven van een autojournalist is nu eenmaal niet makkelijk. We zullen dus pas tijdens een gedetailleerde test kunnen beoordelen, hoe aangenaam rijden met een open kap wel is.

De 2.0 TDI met 143 pk is tegenwoordig van een common-rail voorzien. Voor de zachtheid van werking en de lawaaiproductie is dit een echte plus, maar we vermoeden dat hij hierdoor ook wat gulziger is geworden. De combinatie met de 6 S-Tronic blijkt dit een erg goede keuze te zijn. Met deze combinatie in het vooronder rijdt de A3 krachtig, soepel en stil en we zien dan ook niet goed wat we de motor-transmissie duo kunnen verwijten. Bovendien rijdt hij erg stabiel en zeker, wat bewijst dat de stijfheid niet al te erg te lijden heeft van de amputatie van het dak.

Advertentie
Advertentie
Advertentie