François Piette

25 JUL 2016

Galerij: de 12 mooiste klassieke GT’s

Ze zijn tegenwoordig helemaal onbereikbaar. Gelukkig hebben we onze ogen nog om weg te dromen bij deze sublieme vormen. Laten we dus vooral dromen.

1. Jaguar E-Type Series 1 (1961 – 1967) – vanaf 100.000 euro

Volgens sommigen is dit de allermooiste auto van de wereld. In ieder geval vloeide er al heel wat inkt over de ellenlange motorkap. Vooral ook omdat er een formidabele mechaniek onder ligt: een 3,8-liter (later 4,2-liter) zescilinder met dubbele nokkenas die een vermogen van meer dan 260 pk beloofde! Op papier dan toch.

2. Ferrari 250 GT SWB (1959 – 1962) – ongeveer 10 miljoen euro

Zacht, verfijnd en evenwichtig: de Ferrari 250 GT SWB heeft niets te maken met de moderne wagens en hun agressieve uitstraling. De 250 SWB heeft ook een weggedrag dat eindelijk op het niveau staat van de capaciteiten van de bekende Colombo-V12 en zijn 280 paarden.

3. Ferrari 275 GTB (1964 – 1968) – vanaf 2 miljoen euro

Deze 275 GTB is ongetwijfeld sensueler dan de mythische Daytona en weerspiegelt het classicisme en de elegantie uit het midden van de jaren zestig. Deze voorouder van de huidige F12 wist zijn passagiers op te winden dankzij de 3,3-liter V12 die tot 300 paarden ontwikkelt.

4. Aston Martin DB4 GT Zagato (1960 – 1963) – vanaf 12 miljoen euro

Droom je van zijn sensuele vormen? We wensen je veel succes bij de zoektocht naar een origineel model, want amper negentien exemplaren werden ooit gebouwd. Hij is gebaseerd op de DB4 en neemt hiervan alle essentiële ingrediënten over, maar nog uitmuntender: een sterkere motor (zescilinder met ongeveer 300 pk), een lichter koetswerk dat door Zagato hertekend werd, scherpere wieltreinen, …

5. Lamborghini Miura (1966 – 1973) – vanaf 700.000 euro

De ongebruikelijke architectuur voor die tijd schudde het wereldje van de supercars door elkaar: een dwarsgeplaatste motor achterin. De eerste exemplaren zetten minder dan een ton op de weegschaal en beloofden maar liefst 350 paarden. Sterke sensaties verzekerd! En wat een design …

6. Jaguar XK120 (1948 – 1954) – vanaf 80.000 euro

Dit is een legende dankzij zijn wulpse kleedje, het houtwerk in het interieur en de befaamde XK-motor, een zescilinder met dubbele bovenliggende nokkenas die minstens 160 paarden levert. Maar opgelet: het is een fysieke uitdaging om met dit beest te rijden.

7. Maserati A6 (1947 – 1956) – vanaf 500.000 euro

Vooraleer Maserati zich stortte op de ‘massaproductie’ (nu ja) met de 3500 GT, produceerde de constructeur regelmatig enkele straatwagens op basis van racewagens. Met de tekenpen in handen van Zagato en een Maserati-motor onder de kap, kon het resultaat alleen maar spectaculair zijn. De tweeliter zescilinder met 150 pk zingt fantastisch, maar is helaas zo breekbaar als glas.

8. Mercedes 300 SL (1954 – 1963) – vanaf 1 miljoen euro

Was dit de eerste echte supercar? Met zijn zescilindermotor van 215 pk, zijn vleugeldeuren en zijn topsnelheid van 240 km/u haalde de 300 SL de krantenkoppen in het begin van de jaren vijftig. De bijzonder stijlvolle 300 SL is tegelijk een sportwagen die zijn tijd ver vooruit was, onder meer door de directe benzine-inspuiting.

9. BMW 507 (1955 – 1959) – ongeveer 1,5 miljoen euro

Amper 254 exemplaren werden ervan gebouwd. Deze roadster met een zeldzaam elegante lijn, die later de Z8 inspireerde, had de pech om te moeten opboksen tegen een zekere 300 SL. Vandaag wordt de 507 gewaardeerd om zijn raffinement, zijn muzikale V8-motor met 150 pk en zijn goede bouwkwaliteit.

10. Porsche (oer-)911 (1963 – 1973) – vanaf 80.000 euro

De klassieke Porsche 911’s zagen hun prijzen de laatste jaren geweldig stijgen. Dat fenomeen is gerechtvaardigd als je rekening houdt met de vele intrinsieke kwaliteiten van deze kleine machines. Wie ermee kan rijden, beleeft er ongetwijfeld veel plezier aan.

11. Chevrolet Corvette C1 (1953 – 1962) – vanaf 60.000 euro

Dit is wellicht de enige echte Amerikaanse sportwagen die zijn ziel nooit verkocht heeft aan de duivel. Dit gezegd zijnde: terwijl de laatste C1’s accelereren zoals een dragster, kunnen we niet hetzelfde zeggen van de eerste modellen, waarin de zescilinder kampte met een ernstig gebrek aan pit.  

12. Ford Mustang Shelby GT 350 (1965 – 1966) – ongeveer 150.000 euro

De allereerste Mustang had de look van een authentieke sportwagen, maar zeker niet het weggedrag. Carroll Shelby nam de auto onder handen en ontwikkelde deze GT350, met harder afgestelde wieltreinen en een opgevoerde motor. Deze auto is vandaag een mythe in zijn geboorteland.

Advertentie
Advertentie
Advertentie