François Piette

19 APR 2017

Geflopt model: Talbot‑Lago T26 GSL, een onterecht lot (+ VIDEO)

Dit is wellicht een van de mooiste naoorlogse Franse sportwagens. Maar ondanks uitzonderlijke looks en verleidelijke specificaties geraakten deze Talbot-Lago-coupés snel in de vergetelheid.

In de jaren 50 geraakten de Franse prestigeconstructeurs in zwaar weer. De Franse bevolking had geen geld meer om sportwagens te kopen, het wegennet was in verval geraakt, het relanceplan van de regering was vooral gericht op de massaconstructeurs, en de concurrentie van Britse producten, met de Jaguar XK120 op kop, was moordend.

Zwanenzang

De kleine constructeurs moesten het dus doen met de middelen die ze hadden. Met vooroorlogse chassis en motoren probeerden Hotchkiss, Delahaye, Bugatti en Talbot-Lago hun merken nieuw leven in te blazen. Maar dat lukte niet helemaal. In 1953 gooide Anthony Lago zijn laatste krachten in de strijd en ontwikkelde hij een nieuwe sportwagen die door Carlo Delaisse werd getekend. Het geweldige ontwerp verborg weliswaar verouderde onderdelen.

Presentatie

In 1953 zag de T26 GSL dus het licht. Onder de motorkap huisde een geweldige zescilinder-in-lijn van 4,5 liter, waarmee de auto bijna 200 km/u haalde. De versnellingsbak was een originele Wilson-preselector-versnellingsbak. Maar de torenhoge prijs smoorde zijn succes in de kiem: op twee jaar tijd werden er slechts 15 exemplaren verkocht. De auto klonk ook geweldig, maar miste levendigheid.

Viercilinder

Anthony Lago liet de moed niet zakken, en ruilde de zware zescilinder in voor een kleinere vier-in-lijn van 2,5 liter. Ook die motor stamde uit de vooroorlogse tijd en ontwikkelde 120 pk. De Talbot-Lago werd omgedoopt in T14 (voor 14 fiscale pk’s). De lichtere motor werd gekoppeld aan een Pont-à-Mousson-versnellingsbak met vier verzetten. De auto werd levendiger maar boette nauwelijks in aan prestaties: hij haalde nog steeds 180 km/u. Maar de prijs was nog steeds te hoog: meer dan twee keer zo duur als een Citroën DS. Ook de motor was niet bijster betrouwbaar. Er werden slechts 45 exemplaren verkocht…

V8!

Anthony Lago boog nog steeds het hoofd niet. Na de vier- en zescilinders volgde een BMW-V8. Die bestond uit aluminium en woog minder dan de vorige motoren. De Beierse 2.5 V8 produceerde 140 pk en een romige klank.

De Talbot-Lago “America” (in de video) ruilde het stuur rechts in voor een exemplaar links en werd de beste van de reeks. Hij was krachtiger en dynamischer, maar de prijs… was nu drie keer zo hoog als die van een Citroën DS. Er werden 12 stuks gebouwd.

Halfslachtige V8

Door financiële problemen en het uitblijven van succes voor het model moest Anthony Lago eind 1958 zijn bedrijf verkopen. Simca nam het over. Het Franse merk probeerde nog af te geraken van de laatste koetswerken door er een eigen V8 in te stoppen. Maar die had lang niet het karakter van de BMW-motor, en produceerde amper 95 pk. Daar werden slechts vijf of zes modellen van gebouwd.

Vandaag

Op basis van de productiecijfers vermoed je wellicht dat de Talbot-Lago bijzonder zeldzaam is. De zescilinder is de meest authentieke, want die had de Talbot-Lago-motor uit de Grote Prijzen. De T14 is de “vaakst voorkomende” en zal vintage-liefhebbers weten te plezieren. De “America” is de meest gegeerde voor wie van rijden houdt, terwijl de laatste versie met Simca-V8 gewoon onvindbaar is. Maar denk er niet te lang over na als je er een vindt, gezien de beperkte productie. Er een prijs op plakken is daarom moeilijk, maar reken niet op minder dan € 250.000.
Advertentie
Advertentie
Advertentie