De nieuwe Mini Coupé is helemaal niet rationeel en slaat helemaal de weg in van de passie. Hij prikkelt de zintuigen van de bestuurder, die het onweerstaanbare verlangen krijgt om achter het stuur te kruipen. Mini laat het dak een aantal centimeters zakken, werpt de twee achterste zitjes in de prullenmand en versterkt het karakter met enkele uiterlijke gimmicks. Eindelijk onthult Mini foto's zonder camouflage.
Steil dak
Tot aan de gordellijn herkennen we de traditionele Mini zonder grote veranderingen. Daarboven ondergaat de stadswagen een volledige metamorfose, met een erg steile voor- en achterruit die verbonden worden door een dak met geïntegreerde spoiler. Dat zal misschien niet iedereen bevallen, maar dit ontwerp heeft ten minste de verdienste origineel te zijn. Je kunt deze Mini ook weer helemaal personaliseren, bijvoorbeeld met zogeheten go fast stripes (zelfklevende strepen die de illusie opwekken dat de auto snel rijdt), contrasterende kleuren en een hele reeks kleine accessoires.
Voor de show voegt Mini nog een tweede achterspoiler toe boven de achterlichten die kan bewegen en geactiveerd wordt vanaf 80 km/u.
De afmetingen blijven compact, met een lengte van 3,73 meter, een breedte van 1,68 meter een een hoogte van 1,38 meter. De versie John Cooper Works wijkt lichtjes af. Als we vergelijken met de allereerste Mini (3,05 meter, 1,41 meter breed en 1,34 meter hoog) lijkt deze nieuwe variant wel een maidorser.
Pit
Wie coupé zegt, zegt rijplezier. Onder de motorkap ligt weliswaar geen V8, maar een bescheiden viercilinder met vermogens tussen 122 en... 211 pk. Bij de lancering is er ook meteen een dieselversie: de Cooper SD met 143 of 136 pk.
Praktisch of niet?
Zo'n auto koop je uiteraard niet om je grootmoeder te helpen verhuizen. Toch biedt deze Mini Coupé een redelijk koffervolume van 280 liter. Die is niet alleen toegankelijk via de klassieke achterklep maar ook via een luik in het interieur.
Laten we ook nog even over het interieur hebben. De typische Mini-sfeer wordt overgenomen van de andere modellen (grote tellers bijvoorbeeld) en de dakhemel laat nog genoeg ruimte voor het hoofd. Vooraan zien we twee stevige sportzetels, achteraan helemaal niets, behalve twee kleine opbergvakken. Kortom, een auto waarvan we houden en waarvan je alleen of met zijn tweeën kunt genieten.