In 2002 vierde Cadillac zijn honderdjarige bestaan. Zoals elke autoconstructeur deed het merk dat op de meest traditionelen manier: met een conceptcar, de Cien. Maar Cadillac koos niet voor de gemakkelijkste weg: in plaats van uit te pakken met een gigantische limousine met overal chroom zoals we van het merk gewoon waren, koos de constructeur voor een sportwagen. En dan nog wel een met de motor centraal achterin.
Atmosferische V12 met 750 pk
Een sportieve Cadillac, onzin? Toch was de Cien meer dan gewoon een stationair model. De conceptcar was samen met specialist Prodrive perfect functioneel gemaakt en droeg centraal achterin een Northstar-V12. Die atmosferische motor had bovendien heel wat pit: 7,5 liter slagvolume, 750 pk en meer dan 600 Nm aan koppel, allemaal gekoppeld aan een halfautomaat met zes versnellingen. Om de dorst van het monster wat binnen de perken te houden, ontwikkelde Cadillac een motorsturing die een volledige cilinderrij kon uitschakelen bij een ‘ontspannen’ rijstijl…
Het project sprak heel sterk tot de verbeelding, maar ging toch nooit in productie. Daar heeft Cadillac zelfs niet over gepiekerd. Toch kreeg de Cien een klein filmrolletje in de film “The Island” van Michael Bay.