François Piette

2 AUG 2017

Vergeten model: Oldsmobile Toronado, de voorwielaandrijver

Zowat alle constructeurs doen het vandaag met voorwielaandrijving, maar in de jaren 60 was het anders. Vooral in de Verenigde Staten. Wie zou denken dat deze 7 liter grote V8 de voorwielen aandreef?

Toch was het geen primeur voor de VS: van 1929 tot 1937 maakte de constructeur Cord gebruik van deze aandrijving, waarmee het radicaal brak met de Amerikaanse tradities. Cord zou daarmee enkele decennia een uitzondering blijven in het Amerikaanse autolandschap. Na de oorlog zag GM er wel graten in. Aan deze kant van de oceaan, in Frankrijk, waren sommige constructeurs namelijk met succes overgestapt, zoals Citroën en Panhard. Oldsmobile ontwikkelde de auto.

Opmerkelijk resultaat

Bizar genoeg werd de auto een topcoupé. Voorwielaandrijving had voordelen, waaronder het weggedrag, maar zorgde voor beperkingen op vlak van aandrijving. Dat schrok de ingenieurs niet af: ze ontwikkelden een 5,36 meter lange en 2 meter brede auto’s met plaats voor zes passagiers en gewapend met een 7 liter grote V8 van 380 pk. De automaat telde drie verzetten.

Zwaar voorin

Met een gewicht van meer dan twee ton (waarvan het meeste op de vooras), een ouderwets afzonderlijk chassis en vier magere trommelremmen is de Oldsmobile Toronado niet de sportwagen die zijn lijnen doen vermoeden. Hij haalt wel 200 km/u, maar de aandrijving lijdt onder de zware V8, de dynamiek wordt gestraft door het gewicht, het stuur is te vaag en de remmen faden snel. De Toronado rij je dus op zijn Amerikaans, met de arm uit het raam op lange rechte stukken. Hij reed wel bijzonder stil en stabiel.

Evoluties

De Toronado werd gelanceerd in 1966 en kreeg in 1967 en 1968 een ander radiatorrooster. Hij kreeg ook een krachtigere V8, die 7,5 liter groot was en niet minder dan 406 pk produceerde. Amerikaanse paarden weliswaar, maar die haalden makkelijk 200 km/u. In 1970 maakte de Toronado plaats voor een nieuwe generatie van de reusachtige coupé met V8 en voorwielaandrijving. ER volgden vier generaties, die allemaal de voorwielen aandreven. De derde generatie (1978-1985) kreeg ook een V6 en een V8 diesel, maar de laatste generatie (1985-1992) stelde het alleen met een V6.

Vandaag

De meest gegeerde Toronado is uiteraard de allereerste pre-facelift (1966-1967). Reken op € 22.000 voor een mooi exemplaar en meer voor een exemplaar in showroomstaat. Latere versies (1968-1970) kosten ongeveer € 20.000. Je zult wellicht in het buitenland moeten zoeken. Veel kopers zijn er gelukkig niet. Let op de staat van het koetswerk: met zoveel staal tellen de herstellingen en de factuur snel op. Onderdelen zijn er nog wel te vinden, maar die zal je wellicht in de VS moeten gaan zoeken.

Advertentie
Advertentie
Advertentie