Halverwege de jaren ’70 wou Renault de kloof dichten tussen de kleine en populaire R5 en de zeer comfortabele R16. Die taak was voor de R14. Hij kwam in 1976 op de markt en verraste in de eerste plaats met zijn uiterlijk: vandaag mag hij er dan wat anoniem uitzien, maar destijds werd hij als zeer vooruitstrevend ervaren. Bij zijn lancering ontving hij trouwens de “Grote Prijs voor Industriële Esthetiek”. Alsjeblieft!
Naast zijn ongebruikelijke look onderscheidde de R14 zich vooral door zijn praktische aspecten en zijn technische architectuur: een kofferklep, neerklapbare achterbank, veel binnenruimte, voorwielaandrijving, een lichtmetalen, dwars ingeplante motor,… Destijds was dat al een knap visitekaartje.
Met 57 pk uit een klein 1,2-litertje was de R14 geen voorbeeld van dynamiek. De kritiek van destijds was vooral gericht tegen zijn wollige rijgedrag en zijn zeer bescheiden prestaties. Voor dat laatste probleem reageerde Renault een paar keer door het vermogen wat op te krikken, met bijvoorbeeld 70 pk in de TS, die bovendien een vijfversnellingsbak kreeg. In 1983 verving Renault de 14 door de 9.
Goed om weten:
- Bijna 1 miljoen exemplaren gebouwd, maar er blijven er maar weinig van over.
- De allermooiste exemplaren brengen vandaag zelden meer dan 3.500 euro op.
- Het kleurenpalet van destijds omvatte een aantal kleuren die zeer “70’s” waren, zoals een schitterend oranje.
- Technisch was hij onverwoestbaar, als hij goed werd onderhouden.
- Roest is de grootste vijand.
- Schrik niet als de kunststoffen piepen en kraken: dat was standaard.
?
Vond je dit artikel interessant en wil je het laatste autonieuws meteen in je mailbox ontvangen? Schrijf je – net als meer dan 300.000 autoliefhebbers – nu gratis in via e-mail: