François Piette

30 AOÛ 2016

Gebruikskosten: Porsche 911 (1964‑1973)

Ze werden lange tijd met wantrouwen bekeken, maar de “klassieke” Porsche 911-modellen zijn in een recordtempo terug op de voorgrond getreden. De prijs gaat de hoogte in, net als het aantal exemplaren op de markt. Hoeveel zijn ze waard? Zijn ze betrouwbaar? Leuk om rijden? Lees alles hier!

Om zijn verouderende en zware 356 met viercilinder te vervangen, ging Porsche niet over een nacht ijs! De motor werd een zescilinder, kreeg een dry-sumpsysteem en het koetswerk werd veel verfijnder. Het design, dat toen als avant-garde werd beschouwd, bleef in grote lijnen behouden tot op vandaag! Niet slecht voor een model uit 1963…

Evoluties

We kijken hier naar de eerste 911-modellen, die volgens de puristen de fijnste en de meest authentieke zijn. Die 911 heeft nog compacte afmetingen en geen plastic op zijn koetswerk. Of toch weinig…

De 911 werd geproduceerd vanaf 1964, stond op een korte wielbasis en kreeg een “flat six” van twee liter en 130 pk, gevoed door carburators. In 1968 verlengde Porsche de wielbasis van zijn 911 omdat het merk het weggedrag te riskant vond.

Doorheen de jaren werd het 911-gamma stevig uitgebreid: nog steeds in 1968 verschenen de T (110 pk, carburators), E (140 pk, injectie) en S (160 pk, injectie). Naast die technische evoluties kwam er vanaf 1965 ook een Targa-versie. Eind 1969 werd de motor groter, tot 2,2 liter (125, 155 en 180 pk). Twee jaar later gebeurde dat opnieuw, tot 2,4 liter (130, 165 en 190 pk). In 1973, het laatste productiejaar van deze 911, kwam de kers op de taart: de beperkte reeks Carrera RS 2.7, met 210 pk.

Achter het stuur

De 911 zal je verrassen door zijn moderne karakter! Tuurlijk, de ruitenwissers, geluiddemping en verwarming verraden zijn leeftijd, maar voor de rest kan deze sportwagen vandaag nog perfect mee! Een aangename en krachtige wagen, die je perfect dagelijks zou kunnen gebruiken. Als je niet steeds sportief wil rijden, is het leuk om te weten dat de 911 een comfortabele ophanging en meeslepende klank heeft.

De 911 is ook efficiënt op bochtige wegen. Tot op zekere hoogte tenminste, waarna je de juiste knowhow en skills nodig hebt omdat de motor zich helemaal achteraan bevindt. Eens je dat onder de knie hebt (denk eraan correct in te sturen met de vooras) is het genieten. Let echter op voor nat wegdek en hoge snelheden…

Welke kiezen?

De “S” is uiteraard scherper dan de “T” en “E” en de modellen met korte wielbasis zijn veel spannender! De Targa boet wat in aan stijfheid en puurheid, maar je geniet er wel volop mee van de stem van de “flat six” voor een lagere prijs.

Prijsevolutie

De klassieke 911 werd lange tijd miskend. Hij werd gemoderniseerd, opgekalefaterd, genegeerd, en bleef op de achtergrond tot eind jaren 80. Daarna keerde de interesse voor deze 911 langzaam terug. De auto’s werden opnieuw in hun oorspronkelijke staat hersteld. De prijs ging langzaam naar omhoog en begin jaren 2000 kon je een mooi exemplaar kopen voor ongeveer € 30.000. Zowat tien jaar later flakkerde de interesse volledig op en wisselen de modellen voor ongeveer € 100.000 van eigenaar. Vandaag lijkt de prijs zich te stabiliseren.

Ja, maar hoeveel precies?

Voor een exemplaar dat een volledige restauratie nodig heeft, moet je op € 50.000 rekenen! Vanaf ongeveer € 70.000 kan je een aanvaardbaar exemplaar vinden, maar dat is dan waarschijnlijk een Targa in T-versie. Een E coupé kost € 100.000 tot € 120.000. Een S? Voeg minstens nog € 40.000 toe. De Targa’s, T-modellen en exemplaren met “Sportomatic”-versnellingsbak zijn meestal minder waard.

S-modellen en modellen met korte wielbasis kosten op hun beurt bijna € 200.000! De Carrera RS? Vergeet het maar! Die wisselt af en toe van eigenaar voor ongeveer € 700.000! Het beste compromis is ongetwijfeld de E met manuele bak. Niet veel duurder dan de T, maar met injectie en genoeg pk’s!

Betrouwbaarheid

Porsches reputatie van solide betrouwbaarheid kreeg het niet zomaar. Deze modellen zijn gebouwd om lang mee te gaan! Ondanks een specifiek hoog vermogen is de uithouding van de motor uitstekend: hij gaat 200.000 kilometer mee voor er een grondige revisie nodig is. Voor een auto uit die tijd is dat uitzonderlijk! Hetzelfde geldt voor de versnellingsbak, de afwerking en de zetels. Keerzijde van de medaille is dat de 911 graag roest, zoals het een goeie auto uit de jaren 60 en 70 betaamt. En dat is lastiger om te herstellen!

Onderhoud

Wil je dat de verliefdheid blijft duren, zorg dan voor je auto. Een 911 heeft net als elke sportwagen een minutieus onderhoud nodig dat regelmatig wordt opgevolgd. Controleer dus regelmatig de vloeistofniveaus (met draaiende motor wegens dry-sumpsysteem), want de motor lust een slok olie.

Voor het onderhoud zelf is elk jaar of elke 8.000/10.000 km een oliewissel nodig. Sommige eigenaars wisselen echter om de twee jaar… De olie van de versnellingsbak en het differentieel moet ook worden gewisseld, om de 40.000 tot 50.000 km. Een klassieke check-up in de garage kost tussen € 300 en 500. Goed om weten: het officiële Porsche-netwerk beschikt over een “Classic”-afdeling die zowat alle klussen aankan.

Prijs van onderdelen

De waanzinnige prijzen van Ferrari- of Aston Martin-onderdelen bereiken de Porsche-onderdelen niet, maar ze zijn toch duur: € 500 voor een paar schokdempers of voor een starter, € 1.000 voor een kofferklep vooraan, € 400 voor een benzinepomp, € 700 voor een koppelingskit, bijna € 2.500 voor de korte maar complexe uitlaatlijn,…

Besluit

Voor die prijzen moet je niet zomaar de eerste de beste 911 nemen. Wees aandachtig, want de auto’s hebben vaak verschillende eigenaars gekend, die er niet altijd even zorgvuldig mee omsprongen. Ook kwamen ze nog maar recent terug onder de aandacht. Aarzel niet om een specialist aan te spreken. De prijs is gestabiliseerd, dus de 911 is vandaag terug meer een passionele aankoop dan een investering.
PUBLICITÉ
PUBLICITÉ
PUBLICITÉ