Hoewel BMW aan de vooravond staat van zijn elektrisch offensief, blijft het merk uit Beieren parallel volop investeren in de tussenoplossing van de plug-inhybride. De 3-Reeks en 5-Reeks waren tot nog toe verkrijgbaar als 330e en 530e. Zij combineren een 2.0-turboviercilinder (184 pk en 300 Nm) en een elektromotor (113 pk en 265 Nm) tot een systeemvermogen van 252 pk. In de rijmodus Sport kan dat zelfs 10 seconden lang pieken op 292 pk en 420 Nm dankzij een elektrische boost. Door hun CO2-uitstoot van minder 50 g/km zijn deze modellen fiscaal aantrekkelijk, maar een basisprijs van respectievelijk 50.750 euro (330e berline) en 61.249,99 euro (530e berline) doet ze toch buiten een aantal bedrijfswagenbudgetten vallen.
Lager instapkaartje
Daarom heeft BMW nu een toegeknepen variant ontwikkeld van dezelfde aandrijflijn: de 20e. Die gebruikt dezelfde 2.0-turboviercilinder en elektromotor, maar de benzinemotor verliest 21 pk (163 pk) en het maximale gecombineerde vermogen is afgeknepen op 204 pk en 350 Nm. De batterij van 12 kWh uit de sterkere PHEV-versies is gebleven, net zoals het elektrische rijbereik dat afhankelijk van het model en de koetswerkversie tussen de 41 en de 57 kilometer (WLTP) ligt. De CO2-uitstoot ligt in elk geval, ongeacht het model, onder de 50 g/km, waardoor ze dus worden erkend als ‘echte’ hybrides door de Belgische fiscus.
Touring en xDrive
Zowel de 320e als de 520e zijn verkrijgbaar als berline en als Touring (break). De 3-Reeks Touring kan bovendien met xDrive-vierwielaandrijving worden besteld. Alle modellen sprinten van 0 naar 100 km/u in ruwweg 7,5 tot 8 seconden: de vlotste is de 320e berline (7,6 seconden), de ‘sloomste’ (alles is relatief) de 320e Touring xDrive (8,2 seconden) en de topsnelheid ligt telkens rond de 220 km/u. De puur elektrische topsnelheid is trouwens over de hele lijn 140 km/u.