François Piette

16 DEC 2008

Een stukje België...

De eerste Toyota Avensis verscheen in 1997 op de markt en vandaag zien we de derde generatie verschijnen. Het grootste deel van de wagen werd trouwens in België ontworpen en dan nog wel aan de achterdeur van uw favoriete site. De vorige versie werd geroemd voor zijn betrouwbaarheid maar liep wat verloren tussen een meute familiale berlines waarvan de ene nog verleidelijker was als de andere. Toyota blijft echter niet bij de pakken zitten en geeft zijn nieuwe Avensis een topafwerking mee.

Europees design

Om aan de Europese eisen te kunnen voldoen moest de Avensis er dynamisch en toch verleidelijk uitzien en dat leidde ertoe dat de nieuwe Avensis een Belgisch tintje heeft. De Japanse ingenieurs kwamen immers naar ons Belgenlandje afgezakt om onze rijgewoonten te bestuderen en te analyseren. Met die inzichten bouwden ze een auto die aan onze verwachtingen moet kunnen voldoen. We moeten zeggen dat we al gedurfdere designs gezien hebben maar toch weet de Avensis te verleiden. De al behoorlijke afmetingen van de Avensis namen nog wat toe. Zowel in de lengte als in de breedte kwamen er 50 mm bij. Ook het gewicht nam wat toe, maar die dertig kilo extra lijken toch niet zo sterk door te wegen bij een auto die meer dan 1,5 ton weegt!

Veiligheidsarsenaal

De tweede generatie van de Avensis wist al 5 EuroNCAp-sterren te veroveren en zijn opvolger mocht uiteraard niet onderdoen. Zeggen dat deze Avensis het maximum biedt op het gebied van passieve veiligheid is eigenlijk een understatement. Kortom hij biedt alles wat nodig is om zijn inzittenden te beschermen.

Wat de actieve veiligheid betreft volgt de Avensis het goede voorbeeld van landgenoot Honda Accord en stelt hij een erg compleet gamma elektronische rijhulpen voor die een veilige rit te garanderen. Even opsommen: VSC (ESP bij Toyota), remassistentie bij nood en het LKA: een dispositief dat met de hulp van optische vezels de wegmarkeringen herkent en  dadelijk op de stuurinrichting ageert en het traject corrigeert indien nodig. Tot dit systeem behoort ook de cruise control met radar die de afstand tot de voorganger behoudt.


Geen vlinderklep meer

Bij de benzine motoren zien we de vlinderklep verdwijnen. Deze klep wordt vervangen door een systeem dat rechtstreeks op kleppen inwerkt. Hoe het precies werkt kunnen we hier niet uit de doeken doen, maar we zien wel dat het vermogen, het koppel en het rendement groeien en dus het verbruik en de uitstoot beperkt worden. De specifieke waarden zijn dan ook excelent. De 1.6 levert 132 pk, de 1800 ontwikkelt 147 pk en de 2-liter tenslotte produceert 152 pk. De laatste motoren kunnen trouwens van een automaat met variabele overbrenging voorzien worden.

In onze contreien vertegenwoordigt de diesel zowat 95% van de verkoop en dus zijn we benieuwd of ook zij enige aanpassingen krijgen. De aanpassingen zijn echter miniem en zo zien we de vertrouwde 2-liter met 126 pk verschijnen, terwijl de 2.2 met 150 en 177 pk verkrijgbaar is. Voor de eerste keer zien we echter een Japanner met dieselmotor die ook met automaat beschikbaar is. In optie krijgt de 2.2 van 150 pk nu een automatische zesbak tussen de voorwielen geschroefd.

Eerste indruk

Van zodra dat je in de Avensis stapt  overheerst een gevoel van kwaliteit. De materialen werden erg zorgvuldig gekozen en de afwerking is uiterst verzorgd. De assemblage in Groot Brittannië wordt aan een erg strenge kwaliteitscontrole onderworpen en het resultaat mag gezien worden. Dit is Top!


Aan het stuur

De rijpositie is goed, maar toch hadden we liever een wat grotere hoogteregeling van de stoel gezienen. Als je niet al te groot van gestalte bent wordt het moeilijk om de uiteinden van de auto in te schatten. De groteren onder ons hebben geen reden tot klagen behalve als ze voor het panoramische dak kiezen dat de hoofdruimte wat beperkt. Idem dito voor de achterste zitplaatsen natuurlijk.

Op de weg wordt dadelijk bewezen dat het werk van de ingenieurs hun vruchten heeft afgeworpen. Je kan de wegligging maar moeilijk op een foutje betrappen en ook de stuurinrichting is erg fijn afgesteld. De demping houdt de koetswerkbewegingen goed in bedwang en toch wordt een prima comfort behouden. Binnenin is het verbazend stil en de motor verricht zijn werk onhoorbaar. Van de beschikbare motoren zal waarschijnlijk de 2 liter van 126 pk het gros van de verkoop uitmaken. Hij heeft voldoende vermogen en rijdt erg soepel. Verwacht geen geweldige prestaties maar wel een erg aangename en homogene motor. De volgende motor die we onder de kap van onze testwagen vinden was de 2.2 van150 pk met automaat. De motor is erg geslaagd maar de bak kan niet echt overtuigen. Hij is niet bijzonder reactief en ook de wissels mochten wat vlotter zijn.


Prijzen

De verbeterde kwaliteit weerspiegelt zich natuurlijk in de tarieven. Voor de 1.6 benzine in Terra-uitvoering dien je 21.330 € neer te tellen. Het meest populaire model zou best de Wagon Luna met de 126 pk diesel in het vooronder kunnen worden en mits een cheque van 27.930 € wil de Toyotadealer je graag de sleutels overhandigen.

Advertentie
Advertentie
Advertentie